Bangert en Oosterpolder

Artikel 19 Bijzondere beperkende bepalingen

 

Lid 1      Toelaatbaarheid bedrijfsactiviteiten

a      Daar waar in het plan bedrijfsfuncties zijn toegestaan, zijn alleen bedrijven toegestaan die vallen onder categorie 1 van de bij deze voorschriften behorende Staat van bedrijfstypen (bijlage 1). Uitzondering hierop vormen de bedrijfsfuncties als bedoeld in de artikelen 9, 10 en 11, welke zijn toegelaten conform de aldaar vermelde bepalingen.

b      Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen voor het toelaten van een in bijlage 1 van de voorschriften genoemde bedrijfsactiviteit in een hogere milieucategorie, evenals voor het toelaten van een niet in bijlage 1 genoemde bedrijfsactiviteit, welke qua aard en omvang van de milieuhinder vergelijkbaar is met een in dit plan toegelaten bedrijfsactiviteit.

c      Alvorens vrijstelling te verlenen wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Lid 2      Milieuhinder van bestaande bedrijven

a      Bij de uitvoering van het plan dienen de op de plankaart aangegeven aanduidingen 'milieuhindercontour' in acht te worden genomen, in die zin dat milieuhindergevoelige functies niet binnen deze contouren mogen worden gerealiseerd.

b      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder sub a voor het realiseren van milieuhindergevoelige functies binnen de hiervoor bedoelde contouren, indien – als gevolg van het treffen van maatregelen of anderszins –  is komen vast te staan dat ter plaatse geen sprake meer is van planologisch relevante milieuhinder.

 

Lid 3      LPG-installaties

a      Bij de uitvoering van het plan dienen de op de plankaart aangegeven aanduiding 'contour LPG-station 1' in acht te worden genomen, in die zin dat binnen deze contour geen woningen en/of andere kwetsbare bestemmingen, als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, mogen worden gerealiseerd.

b      Bij de uitvoering van het plan dienen de op de plankaart aangegeven aanduiding 'contour LPG-station 2' in acht te worden genomen, in die zin dat binnen deze contour weliswaar woningen en/of andere kwetsbare bestemmingen mogen worden gerealiseerd, doch met dien verstande dat moet worden voldaan aan de oriënterende waarde van het groepsrisico, als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.

c      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder sub a en sub b voor het realiseren van woningen en/of andere kwetsbare bestemmingen binnen de betreffende contour, indien – door het treffen van maatregelen of anderszins – uit onderzoek is komen vast te staan dat ter plaatse wordt voldaan aan het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.

 

Lid 4      Geluidszones langs verkeers- en spoorwegen

a      Bij de uitvoering van het plan dienen voor het bouwen van woningen of andere geluidsgevoelige objecten de voorkeursgrenswaarden van 50 dB(A) vanwege het wegverkeer en 57 dB(A) vanwege het spoorwegverkeer te worden gerespecteerd;

b      Voor zover bij de uitvoering van het plan bovengenoemde voorkeursgrenswaarden niet kunnen worden gerespecteerd, mogen woningen of andere geluidsgevoelige objecten uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met het door Gedeputeerde Staten genomen besluit tot vaststelling van hogere grenswaarden, zoals is opgenomen in aanhangsel 1 van dit bestemmingsplan.