Bangert en Oosterpolder

Artikel 9 Bedrijven

 

Lid 1      Doeleindenomschrijving

De op de plankaart voor 'Bedrijven' (B1, B2, B2*, B3, B4, B5, B6) aangewezen gronden zijn ter plaatse van de aangegeven bestemmingsvlakken bestemd voor:

B1:      groothandel in afval en schroot;

B2:      benzineservicestation met LPG;

B2*:     LPG-reservoir, behorend bij B2;

B3:      openhaardhouthandel;

B4:      autospuitinrichting;

B5:      aannemersbedrijf met werkplaats;

B6:      loonbedrijf ten behoeve van de landbouw.

 

waarbij geldt dat:

a      de hiervoor bedoelde gronden tevens zijn bestemd voor bedrijven, genoemd in categorie 1 en 2 van de in bijlage 1 opgenomen 'Staat van bedrijfstypen', verkeer- en verblijfsdoeleinden, inclusief parkeervoorzieningen en bijbehorende voorzieningen;

b      binnen de bestemmingen B2 en B2* gezamenlijk een LPG-doorzet van maximaal 1.000 m³/ jaar mag worden gerealiseerd.

 

Lid 2      Beschrijving in hoofdlijnen

De bestemming is gericht op het, indien mogelijk, voortzetten van de bestaande bedrijfsactiviteiten. Gestreefd wordt naar een zo gering mogelijke belasting van het leefmilieu.

 

Lid 3      Bebouwingsbepalingen

a      Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming en overeenkomstig de navolgende bepalingen:

 

bepalingen ten aanzien van gebouwen:

b      gebouwen mogen, daar waar op de plankaart een bouwvlak is aangegeven, binnen dit bouwvlak worden gebouwd, waarbij van dat vlak maximaal mag worden bebouwd het bebouwingspercentage zoals dat voor het betreffende bestemmingsvlak in de volgende tabel is aangegeven;

 

	B1	B2(*)	B3	B4	B5	B6
bebouwingspercentage	80	10 (100)	20	50	90	80
goothoogte	4	3 (3)	4	4	6	5

 

c      indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak als zodanig beschouwd;

d      de afstand van gebouwen tot aan de naar de weg gekeerde zijde van het bouwperceel dient minimaal 5 m te bedragen;

e      buiten de bouwvlakken zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen toegestaan;

f       de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag maximaal bedragen de goothoogte zoals die in de voorgaande tabel voor het betreffende bestemmingsvlak is aangegeven;

g      een bedrijfswoning mag alleen ter plaatse van de aanduiding 'bestaande bedrijfswoning' worden opgericht, met uitzondering van de bestemmingvlakken B2, B2* en B4 waar geen bedrijfswoning is toegestaan;

h      de goothoogte van een bedrijfswoning mag maximaal 4,5 m bedragen;

i       de dakhelling van een bedrijfswoning mag minimaal 30º en maximaal 60º bedragen;

bepalingen ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

j       de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen, met uitzondering van:

1     erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens of het denkbeeldig verlengde daarvan, waarvan de hoogte maximaal 1 m mag bedragen;

2     vlaggenmasten en lichtmasten, waarvan de hoogte maximaal 6,5 m mag bedragen.

 

Lid 4      Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van het gestelde in lid 2, nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken vanwege:

a      de milieusituatie;

b      de gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen.

 

Lid 5      Vrijstellingsbepalingen

a      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3, sub b, voor een bebouwingspercentage voor de subbestemming 'Bedrijven 4' tot maximaal 75%, mits de bestaande milieuhindercontour niet wordt vergroot;

b      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3, sub g, voor het bouwen van een bedrijfswoning op een andere locatie binnen het betreffende bouwvlak, waarbij geldt dat binnen een bouwvlak ten hoogste één bedrijfswoning aanwezig mag zijn.