direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Bangert en Oosterpolder
Status: goedgekeurd
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.04050000BPBangertOoster-

Artikel 2 Wijze van meten

 

Lid 1      Meetvoorschriften

Bij het toepassen van de in dit bestemmingsplan opgenomen voorschriften gelden de volgende aanwijzingen:

 

1.     afstand:

de afstand van een gebouw of ander bouwwerk, geen gebouw zijnde, tot een perceelsgrens of bestemmingsgrens, wordt gemeten tussen die grens en enig punt van dat bouwwerk, waar die afstand het kortst is.

2.     bebouwde oppervlakte:

de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein: de som van de oppervlakten van alle bouwwerken binnen een bouwperceel, een binnen het bouwperceel aanwezig bouwvlak of ander terrein.

3.     bouwhoogte of hoogte:

de bouwhoogte of hoogte van een gebouw of bouwwerk, geen gebouwen zijnde wordt buitenwerks gemeten van het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk; voor zover het gebouwen betreft worden antennes, schoorstenen, lichtkoepels, installaties, ventilatiekanalen en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij buiten beschouwing gelaten.

4.     nokhoogte:

de nokhoogte van een gebouw wordt buitenwerks gemeten van het peil tot het snijpunt van tegenover elkaar liggende hellende dakvlakken.

5.     goothoogte:

de goothoogte van een gebouw, wordt afhankelijk van het geveltype, buitenwerks gemeten van het peil tot:

-                 bij topgevels (trap-, tuit-, hals- of klokgevels): tot aan de aanzet van de geveltop;

-                 bij lijstgevels: tot aan de bovenkant van de kroon- of gootlijst;

-                 bij overige geveltypen: tot de horizontale snijlijn van het buitenwerkse gevelvlak met het buitenwerkse dakvlak; indien zich op een gebouw, aan een of meer zijden van het gebouw, één of meer dakkapellen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de snijlijn van het buitenwerks gevelvlak met het buitenwerks dakvlak van de dakkapel als snijlijn aangemerkt.

6.     inhoud:

de inhoud van een gebouw wordt, boven peil, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de gemeenschappelijke scheidsmuren en de buitenwerkse dakvlakken, met inbegrip van erkers en dakkapellen.

7.     lengte, breedte of diepte:

de lengte, breedte of diepte van een gebouw wordt gemeten tussen de verticale projecties van de buitenzijden van de gevels c.q. de lijnen door het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren.

8.     oppervlakte:

de oppervlakte van een gebouw wordt gemeten tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels c.q. de lijnen door het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren.

9.     bruto-vloer-oppervlakte:

de bruto-vloeroppervlakte van een gebouw wordt gemeten binnenwerks, tussen (de binnenste verticale projecties van) de binnenzijde van de gevels en/of scheidsmuren.


Lid 2      Uitzondering op de meetvoorschriften

De in deze voorschriften gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op het in horizontale zin uitsteken van bouwdelen als goot- en kroonlijsten, gevellijsten, plinten, kozijnen, stoepen, stoeptreden, stoeppalen of -hekken, dorpels en afvoerpijpen voor hemelwater.

 

Lid 3      Dubbeltelling

Grond welke tenminste in aanmerking is of moest worden genomen bij het verlenen van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van een andere bouwaanvraag buiten beschouwing.