Plan: | Bangert en Oosterpolder fase 5 Noord - vierde partiële herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0405.UPBOfase5NoordPH4-va01 |
Op 15 december 2017 is het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord' door het college van burgemeester en wethouders van Hoorn vastgesteld. Dit uitwerkingsplan betrof de uitwerking van het eerder vastgestelde globalere bestemmingsplan 'Bangert en Oosterpolder, herziening ex artikel 30 WRO'. Dit plan betreft de ontwikkeling van een woongebied van circa 185 ha aan de noordzijde van Hoorn. De aanleg van het woongebied gebeurt gefaseerd, Fase 5 Noord is één van deze fasen.
Inmiddels is een aantal herzieningen voor het plangebied fase 5 Noord vastgesteld. De herzieningen hebben allen betrekking op het in overeenstemming brengen van het geldende plan met de meest recente versie van de stedenbouwkundige opzet voor het plangebied.
Met de voorliggende vierde partiële herziening van het uitwerkingsplan wordt de regeling voor de ligging van de voorgevel van hoofdgebouwen geregeld voor een deel van het plangebied van het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord'
Het plangebied van voorliggende vierde partiële herziening bestaat uit kavels die in fase 5A worden uitgegeven. Het gaat daarbij niet om alle kavels uit fase 5A, maar slechts om die kavels die deel uitmaken van dit plan.
In het plangebied is het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord', zoals vastgesteld op 15 december 2017, van toepassing. Binnen dit uitwerkingsplan zijn de gronden bestemd als 'Wonen'. Daarnaast zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 4' en 'Waarde - Cultuurhistorie' van toepassing.
De toelichting van dit uitwerkingsplan is opgebouwd uit vijf hoofdstukken. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk twee de planbeschrijving beschreven. In hoofdstuk drie wordt beknopt verslag gedaan diverse planologische en milieukundige toetsingskaders. Hoofdstuk vier is de juridische toelichting op de voorliggende partiële herziening en hoofdstuk vijf gaat in op zowel de economische als maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
Voor heel fase 5 noord is een beeldkwaliteitsplan opgesteld. In dit beeldkwaliteitsplan is het stedenbouwkundig ontwerp van de wijk en de wijze van inrichten en bebouwen uitgewerkt. Aan de hand van dit beeldkwaliteitsplan en een schets van de indicatieve hoofdstructuur is het definitieve matenplan uitgewerkt. Hieronder een uitsnede van dat matenplan.
Afbeelding 2. Weergave definitief matenplan (bron:gemeente Hoorn)
Voorliggende partiële herziening betreft de ligging van de voorgevel van woningen op het bouwperceel en de verspringing daarvan. Op de verbeelding wordt deze voorgevelrooilijn aangeduid met ''gevellijn''. In de planregels is bepaald dat hoofdgebouwen in deze gevellijn of daarachter moeten worden gebouwd, al dan niet met een verspringing. Aan de begrippen (artikel 1 van de regels) zijn de definities van voorgevel en voorgevelrooilijn opgenomen.
Voor gronden ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -1' is bepaald dat de voorgevel in of achter de aangegeven gevellijn dient te worden gebouwd. Per woning moet sprake zijn van een verspringing in de voorgevelrooilijn. Elke woning heeft een eigen unieke ligging ten opzichte van de aangegeven gevellijn. Op gronden ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -2' moet de voorgevel in de aangegeven gevellijn worden gebouwd. Dit betreft de losse kavels, waarvoor wel een gevellijn is bepaald.
In de planregels is ook een bepaling toegevoegd dat de afstand van de hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens tenminste 2 meter moet bedragen.
De bovengenoemde aanvullingen op het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord' zijn met een vette tekst in de regels weergegeven.
De overige opgenomen vette tekstgedeelten hebben betrekking op het het Veegplan met identificatienummer NL.IMRO.0405.BPVeegplan-ON01 van de gemeente Hoorn.
Via de in artikel 1 opgenomen "van toepassingverklaring" is aangegeven dat de voorliggende partiële herziening niet los kan worden gezien (als zelfstandig ruimtelijke plan) van het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord'. In de "van toepassingverklaring" is ook opgenomen van het paraplubestemmingsplan parkeren & laden en lossen (vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Hoorn op 13 november 2018, NL.IMRO.BPParkeren-va01) geldt voor de voorliggende partiële herziening.
In het kader van het uitwerkingsplan heeft een toetsing van het planvoornemen aan de geldende beleidskaders plaatsgevonden.
Deze vierde partiële herziening heeft geen gevolgen heeft voor de omgevingsaspecten; daarom wordt kortheidshalve verwezen naar het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord'.
Het voorliggend plan is een partiële herziening van het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord'. Het plan bestaat uit een verbeelding en regels. In de volgende paragrafen wordt hierop nader ingegaan.
Voor deze partiële herziening zijn de regels van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012) toegepast. Met deze standaard worden de regels en de verbeelding zodanig opgebouwd en ingericht dat ruimtelijke plannen goed met elkaar kunnen worden vergeleken.
De partiële herziening wordt in digitale vorm vastgesteld, tegelijk met een verbeelding van het uitwerkingsplan op papier. Als de digitale en papieren verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend.
'Wonen'
De bestemming Wonen geldt voor het hele plangebied. De bestemmingsomschrijving en de bouwregels zijn overeenkomstig de mogelijkheden uit het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord' opgenomen. Behalve wonen zijn binnen de bestemming ook waterpartijen, groenvoorzieningen en verkeersfuncties mogelijk.
Binnen de bestemming 'Wonen' zijn bijbehorende bouwwerken ten behoeve van eengezins- en meergezinswoningen mogelijk. De opgenomen regeling is afgestemd op het Veegplan met identificatienummer NL.IMRO.0405.BPVeegplan-ON01.
Voor bovenstaande geldt dat de aanpassingen ten opzichte van het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord' in de regels zijn aangegeven door middel van vette tekstgedeelten.
'Waarde - Archeologie 4'
De gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 4' zijn bestemd voor het behoud en bescherming van archeologische waarden van de gronden. Voor bouw werken of werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 1.000 m2 moet en dieper dan 0,4 m, alvorens een omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overlegd waarin is aangegeven of en welke archeologische waarden mogelijk in het plangebied aanwezig zijn.
'Waarde - Cultuurhistorie'
Voor deze gronden (betreft o.a. de historische watergang Kieftsloot) is, naast de andere aangewezen bestemming, de inzet gericht op het behoud, herstel en de uitbouw van de in dit uitwerkingsplan aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied.
Op basis van artikel 3.1.6 lid 1f Bro bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.
In het kader van de te voeren planologische procedure wordt het voornemen het bestemmingsplan te herzien, gepubliceerd in het 'Hoorns Nieuwsblad'. Aansluitend wordt het ontwerp van het bestemmingsplan voor zes weken ter inzage gelegd in het stadhuis van Hoorn. Het plan is dan ook raadpleegbaar op de website van de gemeente Hoorn (www.hoorn.nl) en op www.ruimtelijkeplannen.nl. Tijdens genoemde periode kan iedereen een zienswijze indienen over het bestemmingsplan.
De ingekomen zienswijzen worden als onderdeel van het vaststellingsbesluit behandeld. Het ontwerp van dit plan heeft van 28 september tot en met 8 november 2020 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn konden belanghebbenden zienswijzen over het ontwerp indienen. Er zijn geen zienswijzen zijn ingediend.
Met de in hoofdstuk twee beschreven ontwikkelingen zijn kosten gemoeid. Deze worden gedekt uit de gronduitgifte. Op basis daarvan mag de voorliggende partiële herziening economisch uitvoerbaar worden geacht.
De Grondexploitatiewet stelt als onderdeel van de Wro een gegarandeerd kostenverhaal als eis aan uitwerkingsplannen. Een zogenaamd exploitatieplan maakt verplicht deel uit van het planproces, tenzij het kostenverhaal op een andere wijze is gegarandeerd. De kosten voor het voorliggende uitwerkingsplan zijn anderszins verzekerd. Een exploitatieplan op grond van de Grondexploitatiewet is dan ook niet noodzakelijk.