direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Paraplubestemmingsplan parkeren & laden en lossen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.BPParkeren-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Algemeen

De Reparatiewet BZK 2014 regelt formeel dat de grondslag voor het opnemen van stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening komt te vervallen. Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. Alle stedenbouwkundige bepalingen, zoals parkeervoorschriften en de regels voor het laden en lossen, uit de Bouwverordening moeten worden opgenomen in bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen.

Voor bestemmingsplannen die zijn vastgesteld vóór 29 november 2014 geldt een overgangstermijn tot 1 juli 2018. Na die datum verliezen de stedenbouwkundige bepalingen in de Bouwverordening hun (aanvullende) werking. Daarnaast geldt dat plannen, die vanaf de inwerkingtreding van de Reparatiewet in procedure worden gebracht, ook moeten zijn voorzien van een regeling ten aanzien van het parkeren en laden en lossen. Plannen die in procedure zijn ten tijde van de terinzagelegging van het voorliggende parapluplan maken dan ook geen deel uit van dit parapluplan. In deze plannen zal de regeling van het voorliggende parapluplan rechtstreeks worden opgenomen.

Daarnaast is in de afgelopen jaren regelmatig discussie gevoerd over parkeernormen bij ontwikkelingen die beslag leggen op de openbare ruimte. Er is sprake van intensivering van de stad, behoefte aan verdere stadsontwikkeling, (langzame) stijging van het gemiddeld autobezit in de stad, een hoge parkeerdruk in sommige gebieden, ontwikkelaars die op eigen terrein niet kunnen voldoen aan de parkeereis, en in gebieden zoals de binnenstad gaat de ruimte voor de auto ten koste van ruimte voor andere functies.

Het hanteren van passende parkeernormen bij ruimtelijke ontwikkelingen is van belang om de vraag naar en het aanbod van parkeerplaatsen met elkaar in evenwicht te houden.

1.2 Begrenzing plangebied

Het voorliggende parapluplan heeft betrekking op de plangebieden van de volgende ruimtelijke plannen:

Bestemmingsplan of
Uitwerkingsplan of
Wijzigingsplan  
Vaststellingsdatum  
   
Landelijk gebied    
Landelijk Gebied Koggenland   27 juni 2013  
Reparatieplan Landelijk Gebied 2017   14 mei 2018  
   
Binnenstad    
Binnenstad   8 september 2009  
wijzigingsplan Gerritsland 67 te Hoorn   25 november 2014  
Oude Schouwburg Westerdijk   15 september 2015  
   
Risdam en Nieuwe Steen-West    
Risdam en Nieuwe Steen-West   4 april 2017  
   
Grote Waal    
Grote Waal 2005   13 december 2005  
Grote Waal   11 juli 2017  
   
Kersenboogerd    
Kersenboogerd   15 december 2009  
Tuibrug   4 oktober 2011  
Begraafplaats Zuiderdracht   27 juni 2012  
Drechterland Noord 2011 (perceel ten noorden van begraafplaats Zuiderdracht)   25 maart 2013  
Drechterland Noord 2011, herziening 2014   24 november 2014  
Drechterland Zuid (Lageweg naast begraafplaats)   24 juni 2013  
Eerste herziening bestemmingsplan Drechterland Zuid (Lageweg naast begraafplaats)   26 oktober 2015  
   
Zwaag, Blokker    
Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost   15 maart 2011  
wijzigingsplan Koewijzend 3   29 april 2013  
Drechterland Noord 2011 (perceel Rijweg)   25 maart 2013  
Drechterland Noord 2011, herziening 2014 (perceel Rijweg)   24 november 2014  
Dorpsstraat 108-110   10 maart 2015  
Dorpsstraat 113   28 juni 2018  
   
Overige Plannen    
De Lanen 2005   4 oktober 2005  
Hoorn-Noord en Venenlaankwartier   23 mei 2017  
De Blauwe Berg   6 oktpber 2009  
Woongebouwen Maelsonstraat   19 april 2016  
Maelsonstraat en omgeving   19 aprol 2016  
Missiehuis   20 februari 2018  
Venneweg, Middelweg, Berkhouterweg   14 november 2017  
   
Bangert en Oosterpolder    
Bangert en Oosterpolder, herziening ex art 30 WRO   31 januari 2006  
Bangert & Oosterpolder herziening Dorpsstraat eo   16 februari 2010  
Bangert & Oosterpolder, herziening ex artikel 30 WRO - uitwerking fase 4
(uitwerkingsplan)  
16 juni 2009  
Bangert en Oosterpolder - gedeeltelijke herziening uitwerking Fase 4
(uitwerkingsplan)  
3 oktober 2014  
Bangert-Noord en omgeving   4 oktober 2011  
Bangert en Oosterpolder, herziening parkeernormering   10 september 2013  
Bangert en Oosterpolder, fase 1 en 2   13 december 2016  
Historische tuin en museumkassen Koewijzend 4   26 september 2017  
Bangert en Oosterpolder fase 4a deel 5
(uitwerkingsplan)  
2 oktober 2015  
Bangert en Oosterpolder, fase 4a deel 7
(uitwerkingsplan)  
24 mei 2016  
Bangert en Oosterpolder, fase 4a deel 8
(uitwerkingsplan)  
19 juli 2016  
Bangert en Oosterpolder, fase 4a deel 9
(uitwerkingsplan)  
14 maart 2017  
Bangert en Oosterpolder, fase 4b deel 6
(uitwerkingsplan)  
1 december 2017  
Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord
(uitwerkingsplan)  
19 december 17  
   
Bedrijventerreinen    
Bedrijventerrein De Oude Veiling   11 juni 2013  
Bedrijventerrein Hoorn 80   28 januari 2014  
Bedrijventerrein Westfrisia   21 oktober 2014  
Schelphoek 2008   24j uni 2008  
Van Aalstweggebied   2 oktober 2012  
Bedrijventerrein Gildenweg   5 februari 2013  
Drechterland-Noord 2011 (bedrijventerrein Gildenweg)   25 maart 2013  
Drechterland Noord 2011, herziening 2014
(bedrijventerrein Gildenweg)  
24 november 2014  
't Zevenhuis   26 juni 2012  
bestemming Verkeer Zevenhuis
(wijzigingsplan)  
26 september 2014  
lpg-locatie 't Zevenhuis
(wijzigingsplan)  
30 januari 2018  
Zevenhuis-Noord
(wijzigingsplan)  
22 mei 2018  

Hoofdstuk 2 Regeling parkeren

Het voorliggende parapluplan stelt een algemene regeling op, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van het nieuwe artikel 3.1.2 lid 2a Bro (sinds 1 november 2014 in werking). In de regeling van het voorliggende parapluplan wordt een koppeling gelegd met het beleid 'Parkeernormennota Hoorn'. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 22 mei 2018 een voorstel aan de gemeenteraad gedaan om de Parkeernormennota vast te stellen en in werking te laten treden op 1 juli 2018. De gemeenteraad heeft op 28 juni 2018, in overeenstemming met het collegevoorstel, de Parkeernormennota vastgesteld.

2.1 Vormgeving parkeerregeling

Voor wat betreft de inhoudelijke regeling is aangesloten bij de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 9 september 2015 nr. 201410585/1/R6. In deze uitspraak somt de Afdeling op waaraan een juridische regeling op basis van artikel 3.1.2 lid 2a Bro moet voldoen: “De parkeerkwestie kan in zoverre met gebruikmaking van artikel 3.1.2, tweede lid, onder a, van het Bro, in het bestemmingsplan worden geregeld door in een bestemmingsplanregel neer te leggen dat:

  • 1. bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning, de regel geldt dat voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen wordt gerealiseerd; en
  • 2. voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen die zijn neergelegd in de Nota Parkeernormen 2016; en
  • 3. indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.”

Daarnaast is rekening gehouden met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 8 maart 2017 ECLI:NL:RVS:2017:607, waaruit nogmaals door de Afdeling is aangegeven waaraan een parkeerregeling moet voldoen.

Omgevingsvergunningen die een uitgebreide procedure hebben doorlopen en de (voormalige) projectbesluiten maken geen onderdeel uit van het voorliggende parapluplan. In het kader van deze besluiten wordt een afweging ten aanzien van de goede ruimtelijke ordening gemaakt. Een onderdeel van de goede ruimtelijke ordening is het aspect parkeren, zodat het beleid 'Parkeernormennota Hoorn' van toepassing is op de omgevingsvergunningen die een uitgebreide procedure doorlopen.

In de gemeente Hoorn zijn enkele plangebieden nog niet voorzien van een digitaal plan. Deze analoge plannen (plannen op papier) kunnen geen onderdeel van het voorliggende parapluplan uitmaken, omdat deze analoge plannen nog niet voldoen aan de Ruimtelijke Standaarden zoals die nu gelden. Het is echter niet zo dat in deze plangebieden ontwikkelingen doorgang kunnen vinden zonder dat een beoordeling aan het beleid 'Parkeernormennota Hoorn' plaatsvindt. Uit jurisprudentie blijkt namelijk dat indien een bestemmingsplan geen parkeernormen bevat, in het kader van de beoordeling of sprake is van een goede ruimtelijke ordening gewicht kan worden toegekend aan de parkeerbehoefte van een ruimtelijke ontwikkeling. Dit staat los van de vraag of in het kader van de verlening van een omgevingsvergunning kan worden getoetst of voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Verwezen wordt naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 19 augustus 2015 ECLI:NL:RVS:2015:2643, rechtsoverweging 5.2.

2.2 Parkeernormennota Hoorn

De regeling voor de parkeernormen is gebaseerd op het beleid 'Parkeernormennota Hoorn' (hierna: de parkeernota), waarvoor door het college van burgemeester en wethouders op 22 mei 2018 een voorstel is gedaan aan de gemeenteraad om de Parkeernormennota vast te stellen en in werking te laten treden op 1 juli 2018. De gemeenteraad heeft op 28 juni 2018, in overeenstemming met het collegevoorstel, de Parkeernormennota vastgesteld. Het is een bewuste keuze geweest om de parkeernota vast te laten stellen door de gemeenteraad. Dit omdat het beleid doorwerkt in alle door de gemeenteraad vastgestelde ruimtelijke plannen. De parkeernota zoals dat geldt ten tijde van het opstellen van dit voorliggende paraplubestemmingsplan is als Bijlage 1 bij deze toelichting opgenomen. Deze bijlage is uitsluitend ter informatie toegevoegd.

In de parkeernota is het beleid vastgelegd ten aanzien van het benodigde parkeeraanbod bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente maar ook ten behoeve van de ruimtelijke plannen zoals bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen. De parkeernota is een instrument waarmee de gemeente Hoorn bij ruimtelijke ontwikkelingen transparante en eenduidige keuzes kan maken ten aanzien van het aantal te realiseren parkeerplaatsen. Het dient als toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Om die reden is het voorliggende parapluplan opgesteld.

Het doel van de parkeernota is het vastleggen van afspraken waarbij parkeerplaatsen worden gekoppeld aan ruimtelijke ontwikkelingen zodat deze ontwikkelingen gefaciliteerd kunnen worden zonder dat de parkeerdruk in de openbare ruimte hierdoor toeneemt. Hierbij wordt rekening gehouden met de stedelijke eigenschappen (autobezit, bevolkings- en bebouwingsdichtheid van de gemeente Hoorn) en toekomstige ontwikkelingen van de stad. Deze nota maakt het voor belanghebbenden, bedrijven en ontwikkelaars inzichtelijk welke parkeernormen gehanteerd worden bij nieuwbouw, verbouw en functiewijziging.


De parkeernota ziet op (ver- en nieuw-)bouwplannen en (gedeeltelijke) functiewijzigingen. In de regels is een koppeling gemaakt met het nodig zijn van een omgevingsvergunning voor het bouwen of een omgevingsvergunning voor het gebruik. Hiermee is voldaan aan het vereiste uit de jurisprudentie dat het van toepassing verklaren van beleid gekoppeld moet zijn aan een bevoegdheid. Daarnaast is de parkeernota ook van toepassing op uitbreidingsplannen. Hieronder wordt ook verstaan de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden van een bestemmingsplan, het toepassen van een uitwerkingsbevoegdheid en het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid. Het voorliggende parapluplan voorziet ook in de toepasbaarheid van de parkeernota in deze situaties.

Aan de hand van de parkeernota wordt een stappenplan doorlopen, zodat een parkeereis kan worden bepaald. de parkeernota bevat normen op basis waarvan een parkeereis wordt berekend. Deze normen die leiden tot een concrete invulling van de algemene term "voldoende parkeergelegenheid" die is opgenomen in de regels. Hiermee is voldaan aan voorwaarden uit de jurisprudentie voor het opnemen van de term "voldoende parkeergelegenheid" in de regels.

In de regels is bepaald dat rekening wordt gehouden met een eventuele beleidswijziging van de parkeernota. Hiermee is voldaan aan het vereiste uit de jurisprudentie dat dit feit expliciet in de regels geregeld moet zijn.

Hoofdstuk 3 Regeling laden en lossen

Het beleid 'Parkeernormennota Hoorn' voorziet niet in een regeling voor het laden en lossen van goederen. De regeling voor de laad- en losvoorzieningen van goederen sluit daarom aan op het algemene beleid zoals dat is opgenomen in de 'Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen' (hierna ASVV). Voor het bepalen wanneer sprake is van "in voldoende mate voorzien" is aangesloten bij het ASVV 2012 (uitgave van het CROW) dan wel de geldende versie op het moment van het indienen van de aanvraag.

Het is de bedoeling dat er bij het dimensioneren van de ruimte voor laden en/of lossen van goederen en de bereikbaarheid daarvan aangesloten moet worden bij de afmetingen en de eigenschappen van de ontwerpvoertuigen uit de ASVV.

Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 8 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:610, rechtsoverweging 8.3, volgt dat een planregel een verwijzing naar beleid of (parkeer)normen moet bevatten, zodat de te hanteren toetsingsnorm bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voldoende gewaarborgd is. Daarbij geldt er geen verplichting om een verwijzing naar gemeentelijk beleid te maken. Kortom: de aanbevelingen uit de ASVV kunnen worden toegepast, zodat bij het aspect laden en lossen duidelijk is welke normen in gemeente Hoorn worden gehanteerd.

Hoofdstuk 4 Juridische vormgeving

Het voorliggende parapluplan is feitelijk een aanvulling op alle in paragraaf 1.2 genoemde ruimtelijke plannen. Het parapluplan kan dan ook niet los worden gezien van deze plannen, maar alleen in samenhang worden gelezen. De regels behorende bij het voorliggende parapluplan waarborgen de juridische samenhang door middel van een zogenaamde "van toepassing verklaring". In de "van toepassing verklaring" is een aantal plannen opgenomen die ogenschijnlijk niet behoren tot de gemeente Hoorn. Het gaat hierbij om plannen in de gemeenten Koggeland en Drechterland. Uitgangspunt voor de "van toepassing verklaring" van het parapluplan is de gemeentegrens. Op een aantal plaatsen heeft een grenscorrectie plaatsgevonden. Om deze reden wordt in een enkel geval verwezen naar plannen van een buurgemeente.

De parkeernormen en de normen voor laad- en losvoorzieningen zijn van toepassing op omgevingsvergunningen voor het bouwen en het gebruik, die worden verleend op basis van de plannen die deel uit maken van het parapluplan. Daarnaast zijn de parkeernormen en de normen voor laad- en losvoorzieningen van toepassing op alle binnenplanse afwijkingsmogelijkheden, uitwerkingsbevoegdheden en de wijzigingsbevoegdheden die onderdeel uitmaken van de genoemde plannen.

De parkeernota en de mogelijkheden voor laden en lossen moeten op basis van de wetgeving (Besluit ruimtelijke ordening) gekoppeld zijn aan een bevoegdheid. Dat betekent dat het voorliggende parapluplan geen betrekking heeft op bestaande situaties. Deze bestaande situaties worden niet herzien op basis van het voorliggende parapluplan. Het gaat alleen om gewijzigde of nieuwe situaties. Het is dan ook belangrijk om altijd de bestemmingsregels in het betreffende plan te raadplegen en te beoordelen welke ruimte op basis van de regeling wordt geboden. Zo is het in een bedrijfsbestemming gebruikelijk om via een Staat van Bedrijven bedrijvigheid toe te staan. Voor een wisseling van gebruik binnen bestaande bebouwing ten aanzien van toegestane bedrijfsactiviteiten is geen omgevingsvergunning nodig. Er kan dan ook geen nieuwe parkeernorm worden opgelegd, omdat er geen sprake is van het uitoefenen van een bevoegdheid. Voorgaande wordt bevestigd in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 9 mei 2018, ECLI:NL:2018:1578.

Het voorliggend parapluplan zal uiteindelijk in alle afzonderlijke (nieuwe) plannen worden opgenomen.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het voorliggende parapluplan wordt als ontwerp ter inzage gelegd. De ingekomen zienswijzen worden beantwoord. De reactienota wordt als onderdeel van het vaststellingsbesluit opgenomen. Eventuele aanpassingen aan het parapluplan worden verwerkt.