direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Veegbestemmingsplan 2016
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

In dit hoofdstuk zijn de aanleiding, doelstelling en functie van het bestemmingsplan opgenomen.

1.1 Aanleiding veegbestemmingsplan

In de periode van 2009 tot 2013 zijn alle bestemmingsplannen van de gemeente geactualiseerd. In de afgelopen jaren is door het 'gebruik van' de plannen (o.a. bij het verlenen van omgevingsvergunningen) gebleken dat in sommige gevallen (vaak onvermijdelijke) onvolkomenheden in de regelingen voorkomen. Om dit te herstellen is besloten een zogenoemd veegbestemmingsplan te maken.

1.2 Doelstelling

De doelstelling van dit bestemmingsplan is in één keer meerder correcties/wijzigingen in de Hilversumse bestemmingsplannen aan te brengen.

1.3 Functie van het bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan fungeert als een plan dat als een paraplu over andere bestemmingsplannen heen hangt. De bestemming en bijbehorende regels in dit plan zijn van toepassing op gedeelten van die bestemmingsplannen. Deze onderliggende bestemmingsplannen blijven gewoon gelden; alleen dat wat in dit paraplubestemmingsplan wordt geregeld, komt in de plaats van en/of ter aanvulling op de regelingen in die bestemmingsplannen over dit onderwerp.

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (kaart), regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridische plan. De plantoelichting heeft geen rechtskracht.

Een bestemmingsplan wordt met de daarbij behorende toelichting langs elektronische weg vastgelegd. Het bestemmingsplan wordt in die vorm vastgesteld. Een volledige papieren versie van het bestemmingsplan wordt gelijktijdig vastgesteld. Indien de inhoud van het langs elektronische weg vastgelegde bestemmingsplan na vaststelling en die van de papieren versie daarvan tot een verschillende uitleg aanleiding geeft, is de eerstbedoelde inhoud beslissend.

Hoofdstuk 2 Geldende bestemmingsplannen

Het paraplubestemmingsplan gaat over 18 bestemmingsplannen. In de tabel (hieronder) zijn die bestemmingsplannen genoemd, met de data van vaststelling door de gemeenteraad.

Bestemmingsplannen   Vaststelling Raad  
Buitengebied   26 juni 2013  
Arenapark   4 juli 2012  
De Meent   15 mei 2013  
Noord   21 april 2010  
Over 't Spoor   12 januari 2010  
Melkfabriek   12 januari 2011  
Kamerlingh Onnesweg   12 juni 2013  
Herontwikkeling Anthony Fokkerweg   10 december 2014  
Kerkelanden   12 juni 2013  
Kerkelanden winkelcentrum   5 november 2014  
Vreelandseweg   26 september 2012  
Bosdrift   15 mei 2013  
Utrechtseweg   15 mei 2013  
Laapersboog   12 december 2012  
Woonwijk Anna's Hoeve   16 oktober 2013  
Van Riebeek Bonairelaan   26 september 2013  
Monnikenberg   12 juni 2013  
Regeling meervoudige bewoning   30 maart 2016  

 

Hoofdstuk 3 De aanpassingen

3.1 De aanpassingen in de regels

Zoals in paragraaf 1.2 is gezegd heeft dit (paraplu) bestemmingsplan tot doel in één keer diverse correcties/wijzigingen in verschillende bestemmingsplannen aan te brengen.

In deze paragraaf worden daar waar dat nodig is de correcties/wijzigingen per bestemmingsplan toegelicht. Naast correcties/wijzigingen in de regels wordt ook ingegaan op de correcties/wijzigingen die zijn aangebracht aan de verbeeldingen (plankaarten) van de betreffende bestemmingsplannen.

Aanpassing per bestemmingsplan

In artikel 4 is het bestemmingsplan Bosdrift aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. Onderdelen 1 en 2 zorgen er voor dat er weer een 'maximumstelsel' wordt teruggebracht in het bestemmingsplan Bosdrift voor het aantal horeca- en kantoorvestigingen in de winkelcentra Heigallerij en Chatham. Dat was al zo in het vorige bestemmingsplan Bosdrift van 13 mei 1998. Door deze wijziging wordt dat dus weer overeenkomstig de oude regeling.

  • 2. In onderdelen 3, 5, 6 en 8 wordt het bestemmingsplan Bosdrift bij een aantal bestemmingen aangevuld met een regeling over aan-huis-verbonden beroepen. Het bestemmingsplan van 15 mei 2013 bevat een regeling voor beroep en bedrijf aan huis. Dat is nader toegelicht in paragraaf 6.2.2.3 van de toelichting van dat bestemmingsplan. Werken in huis is toegestaan onder bepaalde voorwaarden. Werken is (onder voorwaarden) sowieso (bij recht) toegestaan in het hoofdgebouw (de woning). In bijgebouwen (de zogenoemde functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken bij een woning; denk aan een berging of garage) mag, weer onder voorwaarden, ook worden gewerkt. Maar daarvoor is wel eerst een omgevingsvergunning nodig. Bij niet alle woonbestemmingen/aanduidingen was deze regeling opgenomen in het bestemmingsplan Bosdrift. Dat wordt met deze onderdelen gerepareerd.

  • 3. Omdat in artikel 6 (Gemengd - 2) van het bestemmingsplan Bosdrift, in verband met de regeling voor beroep en bedrijf aan huis, twee afwijkingsregels worden toegevoegd was het nodig om de bestaande regeling (Toegestane functies)) in een sublid onder te brengen. Onderdeel 4 regelt dat.

  • 4. Ongeveer het zelfde (als bij 3 bedoeld) wordt geregeld in onderdeel 7.

  • 5. In onderdeel 9 wordt geregeld dat terrassen bij horecagelegenheden binnen de aangrenzende bestemming 'Verkeer' (openbaar gebied) kunnen worden gemaakt. Het bestemmingsplan Bosdrift voorziet daar niet in.

  • 6. In het bestemmingsplan Bosdrift is in artikel 33 geregeld dat ter plaatse van de aanduiding 'Primair woongebied' gronden en opstallen, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd zijn voor het behoud van ruimtelijke karakteristieken behorende bij het woongebied. Dat houdt onder andere in dat gebouwen met bijvoorbeeld een bedrijfsbestemming ook mogen worden gebruikt voor wonen. Dat gebruik is ten onrechte geregeld in een bouwregel. Onderdelen 10 tot en met 12 zorgen er voor dat de regel wordt ondergebracht in de gebruiksregel.

In artikel 5 is het bestemmingsplan Buitengebied 2013 aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. Aan de Lage Vuurscheweg 82 staat een recreatiewoning. Op de verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan Buitengebied 2013 staat die woning als zodanig aangeduid. In het betreffende artikel 23 (wonen - 3) is dat niet verwerkt. Dat wordt in onderdeel 1 gerepareerd.

  • 2. In onderdelen 2 tot en met 5 wordt een verschrijving hersteld in artikel 25 (Wonen - Woonwagenterrein) van het bestemmingsplan Buitengebied 2013. Die verschrijving kwam aan het licht tijdens de behandeling van een bezwaarschrift tegen het verlenen van een omgevingsvergunning voor het verplaatsen van een woonwagen op Egelshoek. Daarbij werd geconstateerd dat het begrip 'bijbehorend bouwwerk' dat is gebruikt in artikel 25 niet voldoet aan de doelstelling van dat artikel. In het artikel is de oppervlakte van hoofdbebouwing (woonwagen en uitbreidingen daarvan) beperkt. Er is een aparte regeling opgenomen voor bijgebouwen. Maar voor die bijgebouwen is gebruik gemaakt van het begrip 'bijbehorend bouwwerk' (overeenkomstig de definitie daarvan in het Besluit omgevingsrecht). Een bijgebouw is een gebouw dat functioneel is verbonden met het hoofdgebouw (de woonwagen) maar daaraan ondergeschikt is (een berging bijvoorbeeld). Een bijbehorend bouwwerk is veel meer dan dat. Daaronder valt ook een uitbreiding van de woonwagen. Daardoor is onbedoeld een verslechtering van de bouwmogelijkheden (ten opzichte van de mogelijkheden in het vorige bestemmingsplan Buitengebied van 2002) ontstaan.

In artikel 6 is het bestemmingsplan De Meent aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. In onderdeel 1 wordt een verschrijving hersteld. In het betreffende artikel 5 is het woord 'anders' toegevoegd. Zonder dat woord heeft de regel immers geen betekenis. In het bestemmingsplan De Meent is een algemene bouwhoogte bepaald van 10.00 meter. De bouwhoogte van een gebouw kan verschillen van die algemene hoogte (10.00 meter). Die hoogte is dan apart aangeduid. Die aparte hoogte geldt in dat geval. Dat is dan dus anders bepaald.

  • 2. In onderdeel 2 en 3 zijn redactionele wijzigingen aangebracht in de artikelen 14 en 17. Door de wijziging is het duidelijker geworden wat wordt bedoeld met het handhaven van bepaalde dakhellingen. Daardoor is het ook niet meer nodig dat op de kaart een aparte aanduiding over die dakhelling wordt opgenomen.

In artikel 8 is het bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. In onderdeel 1 wordt een omissie in de regels van de bestemming 'Bedrijf" hersteld. In het vorige bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg (1998) werd aan diverse locaties de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden 1' (B1) gegeven. Die locaties waren bestemd voor bedrijven zoals deze waren genoemd in een Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 2 van de regels bij dat bestemmingsplan). Daarnaast waren dienstwoningen mogelijk, voor zo ver die ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig waren. In dat bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg (oud) is naast een kaart met primaire bestemmingen ook gebruik gemaakt van een kaart met dubbelbestemmingen. Die kaart met deze medebestemmingen gaf aan een heel groot deel van het gebied een mede bestemming 'primair woongebied'. Dat was vooral zo bestemd om de mogelijkheid te geven om kleine bedrijven die tussen woningen waren gevestigd bij bedrijfsbeëindiging voor een ander gebruik (wonen) geschikt te maken. Dat was in die tijd gebruikelijk. Die dubbelbestemming gold niet voor iedere locatie in het gebied, er waren een paar locaties uitgezonderd. In het nieuwe bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg van 2013 is niet 'gewerkt' met die dubbelbestemming wonen in de vorm van kaarten. Daar is aan de regel van de bedrijfsbestemming (in de bestemmingsomschrijving) die dus ook voor de kleinere locaties in het gebied gelden de woonbestemming toegevoegd. Voor een paar locaties had dat dus in de tekst van de regels uitgezonderd moeten worden, net zoals dat in het vorige bestemmingsplan op de kaart was gedaan. Dat is niet gebeurd. In onderdeel 1 wordt dat hersteld. Naast de verandering in de regels is ook een verandering op de verbeelding (plankaart) nodig. Er wordt een aanduiding op de verbeelding toegevoegd: 'wonen uitgesloten'. Zie ook bij de toelichting op de wijzigingen van de verbeeldingen.

  • 2. In onderdeel 8 wordt dezelfde omissie zoals bedoeld bij onderdeel 1 hersteld. In dit geval gaat het om de bestemming 'Maatschappelijk'.

In artikel 9 is het bestemmingsplan Kerkelanden aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. In het bestemmingsplan Kerkelanden ontbraken de begrippen 'bijbehorend bouwwerk' en 'bouwen'. Deze begrippen zijn door onderdelen 1 en 2 toegevoegd.

  • 2. In alle nieuwe bestemmingsplannen wordt gebruik gemaakt van het begrip 'bijbehorend bouwwerk'. Dat is een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak. Die definitie is ontleend aan het Besluit omgevingsrecht. In artikel 9 van het bestemmingsplan Kerkelanden wordt nog het begrip 'bijgebouw' gebruikt. Een bijgebouw is een 'bijbehorend bouwwerk'. In onderdeel 3 wordt dat rechtgezet.

In artikel 10 is het bestemmingsplan Kerkelanden winkelcentrum aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. In het bestemmingsplan Kerkelanden winkelcentrum ontbrak het begrip 'bouwen' in artikel 1. Dat begrip is door onderdeel 1 ingevoegd.

  • 2. In artikel 4 van het bestemmingsplan Kerkelanden winkelcentrum is een verwijzing niet goed. In onderdeel 2 wordt die verschrijving hersteld.

In artikel 14 is het bestemmingsplan Noord aangepast. Het gaat om de volgende wijziging.

In het bestemmingsplan Noord is geen regeling opgenomen voor seksinrichting. In alle andere vergelijkbare bestemmingsplannen wel. In onderdeel 2 wordt die regeling alsnog opgenomen. Komt er op neer dat, net als in alle andere vergelijkbare gebieden van Hilversum, een algemeen verbod geldt om gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken voor de exploitatie van een seksinrichting. Zie ook bij 'Algemene aanpassingen'.

In artikel 15 is het bestemmingsplan Over 't Spoor aangepast. Het gaat om de volgende wijziging.

In het bestemmingsplan Over 't Spoor is geen regeling opgenomen voor seksinrichting. In alle andere vergelijkbare bestemmingsplannen wel. In onderdeel 2 wordt die regeling alsnog opgenomen. Komt er op neer dat, net als in alle andere vergelijkbare gebieden van Hilversum, een algemeen verbod geldt om gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken voor de exploitatie van een seksinrichting. Zie ook bij 'Algemene aanpassingen'.

In artikel 16 is het bestemmingsplan Regeling meervoudige bewoning aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. Ter verbetering van het bestemmingsplan Regeling meervoudige bewoning zijn in onderdelen 1 en 2 twee regels ingevoegd in dat bestemmingsplan waardoor het buiten twijfel is dat ook de te verbouwen gebouwen voor meervoudige bewoning moeten voldoen aan voldoende kwaliteit, zoals dat in de toelichting in paragraaf 3.3 van het bestemmingsplan Regeling meervoudige bewoning is opgenomen. Doel van die paragraaf is een kader scheppen voor afwijkingen van het algemene verbod op verbouwingen tot meervoudige bewoning. Meervoudige bewoning mag geen onevenredige overlast veroorzaken op aangrenzende percelen en panden. Maar het woongenot en de gebruiksmogelijkheden van de verbouwde woonruimten zelf mogen ook niet dusdanig zijn dat de kwaliteit niet wordt gewaarborgd. Vandaar dat in het beleidskader voorwaarden zijn opgenomen voor onder andere de oppervlakte van zelfstandige woningen (appartementen) en onzelfstandige woonruimten (kamers). De onderdelen 1 en 2 regelen onmiskenbaar dat dus ook de woonruimte zelf die kwaliteit hebben.

  • 2. In het bestemmingsplan Regeling meervoudige bewoning worden in de toelichting (hoofdstuk 4.1) begrippen uitgelegd. Uitleg is onder andere gegeven aan het begrip 'inwoning'. Er staat: 'Een eigenaar of huurder van een zelfstandige woning kan iemand (al dan niet tijdelijk) hebben 'inwonen', bijvoorbeeld in de situatie van een student of familielid (bijvoorbeeld mantelzorg) 'op kamers'. Die vorm van meervoudige bewoning is toegestaan, met uitzondering van huurwoningen die worden verhuurd door bijvoorbeeld een woningcorporatie waarbij contractueel is vastgelegd dat inwoning (en onderhuur) is verboden. Voorwaarde is altijd dat de eigenaar of huurder er ook zelf woont (de hoofdbewoner is) en de omvang van de inwoning niet meer dan 25% van de zelfstandige woning bedraagt. Deze beperking van 25% geldt niet als sprake is van huisvesting in verband met mantelzorg. Omdat in deze vorm ook sprake is van meer dan één huishouden woonachtig in een gebouw/woning is 'inwoning' uitgezonderd in het begrip 'meervoudige bewoning'. De 'inwoner' voert doorgaans immers een eigen huishouding en is dus één huishouden, maar telt in dit geval niet mee als meervoudige bewoning. De regeling 'meervoudige bewoning' is ook niet van toepassing bij iedere andere vorm van huisvesting in verband met mantelzorg (bijvoorbeeld een zelfstandige woning in achtertuin van en bij andere zelfstandige woning). De regeling 'meervoudige bewoning' is dus niet van toepassing op bewoning van maximaal 25% (tenzij sprake is van huisvesting in verband met mantelzorg; dan geldt deze beperking van 25% niet) van de zelfstandige woning door maximaal 1 extra huishouden, naast het huishouden van de hoofdbewoner zelf.' Dat de beperking van 25% niet geldt voor huisvesting in verband met mantelzorg is niet duidelijk in de regels terecht gekomen. In onderdeel 3 wordt beoogd die onduidelijkheid weg te nemen door in de definitie van 'inwoning' (dat een vorm van huisvesting in verband met mantelzorg kan zijn) expliciet te maken dat de 25% regel niet geldt voor huisvesting in verband met mantelzorg.

In artikel 17 is het bestemmingsplan Utrechtseweg aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. In artikel 30 van het bestemmingsplan Utrechtseweg zijn algemene bouwregels opgenomen. Eén daarvan is de regel waarbij ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing worden gelaten bij de toepassing van de regels (bij hoogtebepalingen bijvoorbeeld). De regel is echter redactioneel niet goed geschreven (er ontbreken drie laatste woorden). Dat wordt in onderdeel 1 hersteld.

 In artikel 19 is het bestemmingsplan Vreelandseweg aangepast. Het gaat om de volgende wijzigingen.

  • 1. In artikel 3 van het bestemmingsplan Vreelandseweg is de bestemming 'Bedrijf" opgenomen. Op basis van de bestemmingsomschrijving mag op gronden en opstallen binnen die bestemming waar tevens een aanduiding 'wonen' is opgenomen ook worden gewoond. Het ligt voor de hand dat in een dergelijke woning naast dat er wordt gewoond ook de regeling met betrekking beroep en bedrijf aan huis geldt. Dat is in de regel ten onrechte niet expliciet opgenomen. Dat wordt met onderdeel 1 hersteld.

  • 2. In onderdelen 2, 3, 5 tot en met 10, en 12 tot en met 16 wordt het bestemmingsplan Vreelandseweg bij een aantal bestemmingen aangevuld met een regeling over aan-huis-verbonden beroepen. Het bestemmingsplan van 2013 bevat een regeling voor beroep en bedrijf aan huis. Dat is nader toegelicht in paragraaf 6.2.2.3 van de toelichting van dat bestemmingsplan. Werken in huis is toegestaan onder bepaalde voorwaarden. Werken is (onder voorwaarden) sowieso (bij recht) toegestaan in het hoofdgebouw (de woning). In bijgebouwen (de zogenoemde functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken bij een woning; denk aan een berging of garage) mag, weer onder voorwaarden, ook worden gewerkt. Maar daarvoor is wel eerst een omgevingsvergunning nodig. Bij niet alle woonbestemmingen/aanduidingen was deze regeling opgenomen in het bestemmingsplan Vreelandseweg. Dat wordt met deze onderdelen gerepareerd.

  • 3. In artikel 6 van het bestemmingsplan Vreelandseweg is de bestemming 'Bedrijventerrein - 1' opgenomen. In onderdeel t van lid 6.1 is een woord weggevallen. Het gaat om de aanduiding zelf die in dit onderdeel wordt beoogd te worden geregeld (de bedrijfswoning). Deze verschrijving wordt in onderdeel 4 gerepareerd.

  • 4. Het bestemmingsplan Vreelandseweg maakt, net als veel andere bestemmingsplannen, gebruik van bijlagen bij de regels. Zo is de parkeernota met het voor Hilversum geldend parkeerbeleid in een bijlage opgenomen. In de regels wordt naar de bijlage verwezen. In het bestemmingsplan Vreelandseweg is niet de juiste versie van het parkeerbeleid opgenomen. De juiste versie wordt door onderdeel 17 alsnog in de bijlage opgenomen.

Algemene aanpassingen

Parkeerregel

In nagenoeg alle bestemmingsplannen is een algemene parkeerregel opgenomen (bij de algemene gebruiksregels). Die regel komt er op neer dat bij het bouwen (van bijvoorbeeld (uitbreidingen van) woningen, kantoren of bedrijven) altijd moet worden voldaan aan de gemeentelijke parkeereisen, zoals die in de parkeernota zijn opgenomen. In de algemene parkeerregel wordt verwezen naar de gemeentelijke parkeernota 2009 (Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; (‘Wabo-aanpassing’ 2010)). Als die nota tussentijds wijzigt moet het bestemmingsplan, die dan nog verwijst naar de 'oude' beleidsregels, ook gewijzigd worden. Sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 september 2015 (201410585/1/R6) is het mogelijk om in de planregels te verwijzen naar de meest recente beleidsnota: de zogenoemde dynamische verwijzing. Dat is in dit veegbestemmingplan verwerkt.

Seksinrichtingen

Ook is in nagenoeg alle bestemmingsplannen een algemene regel opgenomen over seksinrichtingen. Die inrichtingen zijn in het algemeen verboden maar kunnen worden toegestaan als wordt voldaan aan de (regionale) strenge voorwaarden. Een seksinrichting is voorts alleen toegestaan als het betreffende pand ook een passende bestemming heeft: dat is de bestemming 'Cultuur en ontspanning'. Wordt aan de voorwaarden voldaan dan kan een seksinrichting alleen worden gevestigd als dus ook die passende bestemming aan het pand is gegeven. Dat is in bijna nooit het geval waardoor de regel een welhaast loze regeling is. Dit veegbestemmingsplan herstelt dat.

Algemene regels van artikel 21

In artikel 21 (Algemene regels) wordt bepaald dat indien alleen bestemmingen of aanduidingen op de plankaart (verbeelding) van de bestemmingsplannen zijn gewijzigd, de regels die horen bij die bestemmingen en aanduidingen uit die onderliggende bestemmingsplannen van toepassing zijn.

In lid 3 van artikel 21 is nog aangegeven dat het kan voorkomen dat die regels uit die onderliggende bestemmingsplannen zelf ook kunnen zijn gewijzigd (door dit veegbestemmingsplan).

Zie verder in het volgende hoofdstuk.

3.2 De aanpassingen op de verbeeldingen

Aanpassingen aan verbeeldingen (plankaarten)

Algemeen

Ook op de verbeeldingen zijn aanpassingen aangebracht. Dat was bijvoorbeeld nodig als ten onrechte geen bouwvlak was opgenomen of wel in de regels een verwijzing is opgenomen naar een aanduiding op de verbeelding maar dat niet op de verbeelding is doorgevoerd (of andersom).

Als alleen de verbeelding (plankaart) is gewijzigd gelden de regels in het betreffende 'onderliggende' bestemmingsplan. Als bijvoorbeeld op de verbeelding van een bestemmingsplan via dit veegbestemmingsplan 2016 een aanduiding is toegevoegd en in de regels van het onderliggende bestemmingsplan deze niet voorkomt, is de regel uit dit veegbestemmingsplan, die op die aanduiding is gericht, van toepassing geworden.

Als op de verbeelding van een bestemmingsplan via dit veegbestemmingsplan alleen een bestemming of aanduiding is toegevoegd, dan gelden bij die verbeelding of aanduiding de regels van het onderliggende bestemmingsplan. Dus als via dit veegbestemmingspan alleen een bestemming 'Verkeer' is toegevoegd op een verbeelding van een bestemmingsplan dan zijn de regels van het onderliggende bestemmingsplan daarop van toepassing.

De correctie/aanpassingen

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Bosdrift is op het perceel Gijsbrecht van Amstelstraat 244 bij de woonbestemming een bouwvlak toegevoegd. Die was onterecht niet op de plankaart terecht gekomen.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0001.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0002.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Bosdrift is op het perceel Zonnebloemstraat 2 bij de woonbestemming een bouwvlak toegevoegd. Die was onterecht niet op de plankaart terecht gekomen.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0003.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0004.jpg"  

Op de verbeelding bij de Begraafplaats St. Barbara was de feitelijke situatie niet goed opgenomen. Dat wordt in dit veegbestemmingsplan alsnog gedaan. Aan de inrichting van de begraafplaats wijzigt niets.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0005.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0006.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied 2013 is op het perceel Nieuwe Crailoseweg 6 een 'maximum bebouwingspercentage en bouwhoogte' toegevoegd. Dat was ten onrechte niet op de verbeelding terecht gekomen.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0007.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0008.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied 2013 is op het perceel Noodweg 50 een aanduiding 'Bedrijfswoning' toegevoegd. Deze woning is er en is niet op de verbeelding opgenomen. Dat wordt alsnog toegevoegd.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0009.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0010.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Buitengebied 2013 is op het perceel Van Ghentlaan 301 ook een aanduiding 'Bedrijfswoning' toegevoegd. Ook die aanduiding is ten onrechte niet op de verbeelding terecht gekomen.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0011.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0012.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg wordt Jan van der Heijdenstraat 1 de aanduidingen 'Bedrijf' (lichte bedrijfjes) en 'Dienstverlening' toegevoegd. Dat is overeenkomstig huidig legaal gebruik. Op het perceel was alleen de kantoorbestemming gelegd.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0013.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0014.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg wordt op percelen ter hoogte van de Mussenstraat de woonbestemming weer geschrapt. Dat is uiteraard niet gedaan op de locatie waar binnen dit gebied (legaal) gewoond wordt. Zie ook de uitleg in paragraaf 3.1 bij de uitleg van artikel 6.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0015.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0016.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg wordt op percelen langs de Anthon Philipsweg (Philipslocatie) de woonbestemming ook geschrapt. Het vorige bestemmingsplan liet op die plek ook geen woonbestemming toe. Zie ook de uitleg in paragraaf 3.1 bij de uitleg van artikel 6.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0017.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0018.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg wordt op het perceel Seinstraat 2 (Morgensterkerk) de woonbestemming ook geschrapt net zoals dat in het oude bestemmingsplan was geregeld. Zie ook de uitleg in paragraaf 3.1 bij de uitleg van artikel 6.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0019.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0020.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Over 't Spoor wordt op de percelen Lorentzweg 45-45a en 55a-57 de aanduiding 'kantoor' toegevoegd. Die aanduiding, die wel op de kaart van het vorige bestemmingsplan stond, is ten onrechte niet op de plankaart terecht gekomen.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0021.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0022.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Utrechtseweg is ter hoogte van Hoogt van 't Kruis alsnog een maximum goot- en bouwhoogte toegevoegd. Dat was al geregeld in het oude bestemmingsplan.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0023.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0024.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Utrechtseweg is op het perceel Rembrandtlaan 31a ook alsnog een maximum goot- en bouwhoogte toegevoegd. Dat is net zo als bij het oude bestemmingsplan.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0025.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0026.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Utrechtseweg is op de percelen Acasiapark 20-60 de maximum goot- en bouwhoogte toegevoegd.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0027.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0028.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Utrechtseweg is op een perceel aan Binnendoor de maximum bouwhoogte opgenomen.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0029.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0030.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Utrechtseweg is op een perceel aan de Roosendaalstrat 31-47 de maximum bouwhoogte opgenomen.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0031.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0032.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Utrechtseweg is op een perceel aan de Jab van Gooyenlaan 1-23 de maximum goot- en bouwhoogte opgenomen.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0033.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0034.jpg"  

Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan Riebeeck Bonairelaan is bij het tuinentrum Gooiersgroen aan de Van Riebeeckweg 34 de aanduiding 'tuincentrum' (tc) toegevoegd en het bouwvlak aangepast overeenkomstig de huidige situatie.

Was Wordt

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0035.jpg"   afbeelding "i_NL.IMRO.0402.19pbp03veegbp2016-va01_0036.jpg"  

Zienswijze- en wijzigingennota

Het Ontwerp van het Veegbestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen. In die periode konden reacties (zienswijzen) worden ingediend. Daarvan is gebruik gemaakt. De ingediende reacties zijn opgenomen in de zienswijzen-wijzigingennota 'Ontwerp Veegbestemmingsplan 2016'. In deze nota zijn de reacties verwoord en is het gemeentelijk commentaar daarop gegeven. Een aantal reacties heeft geleid tot wijzigingen in het uiteindelijke Veegbestemmingsplan. De zienswijzen- en wijzigingennota is opgenomen in de bijlage bij deze toelichting.