Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bestemmingsplan ArenaPark
Het Bestemmingsplan ArenaPark wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Artikel 16 (Algemene gebruiksregels), sublid 16.4 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 16.4 (Parkeren), luidende:
16.4.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
16.4.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 16.4.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Artikel 4 Bestemmingsplan Bosdrift
Het Bestemmingsplan Bosdrift wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 6 (Gemengd - 2) wordt in lid 6.1 (Bestemmingsomschrijving), sub a. na het woord 'baliefunctie' het volgende toegevoegd: ', in ten hoogste 2 (hoofd)gebouwen'.
-
2. Aan artikel 6 (Gemengd - 2) wordt in lid 6.1 (Bestemmingsomschrijving), sub c. na de woorden 'Staat van Horeca-activiteiten' het volgende toegevoegd: ', in niet meer (hoofd)gebouwen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximum aantal horecavestigingen''.
-
3. Aan artikel 6 (Gemengd - 2), wordt onder vernummering van het lid 6.3 (Afwijken van gebruiksregels) tot 6.4 een nieuw lid 6.3 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd, luidende: Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 6.1 sub d., wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
4. In artikel 6 (Gemengd - 2) wordt aan lid 6.4 (nieuw) een sublid 6.4.1 Toestaan functies toegevoegd waaronder de bestaande regeling wordt gebracht ('Het bevoegd gezag ... van deze bestemming').
-
5. In artikel 6 (Gemengd - 2) worden aan lid 6.4 (nieuw) de leden 6.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten en 6.4.3 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten toegevoegd, luidende:
6.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.3 sub a en e (nieuw), voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
6.4.3 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.3 sub b (nieuw), voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
6. Aan artikel 7 (Gemengd - 3), wordt onder vernummering van het lid 7.4 (Afwijken van gebruiksregels) tot 7.5 en 7.5 (Wijzigingsbevoegdheid) tot 7.6, een nieuw lid 7.4 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd, luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 6.1 sub d., wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
7. In artikel 7 (Gemengd - 3) wordt aan lid 7.5 (nieuw) (Afwijken van de gebruiksregels) een sublid 7.5.1 Gebruik verdiepingen toegevoegd waaronder de bestaande regeling wordt gebracht ('Het bevoegd gezag .. gevestigde functie').
-
8. In artikel 7 (Gemengd - 3) worden aan lid 7.5 (nieuw) de leden 7.5.2 (aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten) en 7.5.3 (aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten) toegevoegd luidende:
7.5.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4 sub a en e (nieuw), voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
7.5.3 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4 sub b (nieuw), voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
9. In artikel 17 (Verkeer) wordt aan het lid 17.1 een sublid 'd.' toegevoegd luidende: terrassen behorende bij een (horeca)onderneming, gelegen in een aangrenzende bestemming;.
-
10. Artikel 32 (Algemene gebruiksregels), sublid 32.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 32.2 (Parkeren), luidende:
32.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
32.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 32.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
11. Aan artikel 32 (Algemene gebruiksregels), lid 32.4 (Seksinrichting), sublid 32.4.2 (Afwijken) wordt onder vernummering van a., b., c., d. en e. tot b., c., d., e. en f. een nieuw sub a. toegevoegd luidende: de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning';.
-
12. In artikel 32 (Algemene gebruiksregels), lid 32.4 (Seksinrichting) wordt de inhoud van sublid 32.4.3 (Wijzigingsbevoegdheid) geschrapt en vervangen door: Het bevoegd gezag kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening:
-
a. de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 53.3.2 b tot en met f; Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
-
b. de functieaanduiding 'seksinrichting', zoals bedoeld in artikel 19.1 verwijderen indien de bedrijfsvoering van de betreffende inrichting is beëindigd.
-
13. Uit artikel 33 (Algemene aanduidingsregels) wordt het sublid 33.1.2 (Bouwregels) geheel geschrapt en het sublid 33.1.3 (Gebruik) omgenummerd tot sublid 33.1.2.
-
14. In artikel 33 (Algemene aanduidingsregel) wordt aan sublid 33.1.3 (Gebruik) een sub 'a.' toegevoegd waaronder de bestaande regeling wordt gebracht ('Het is verboden ... motorvoertuig per perceel').
-
15. In artikel 33 (Algemene aanduidingsregels) wordt aan sublid 33.1.3 (Gebruik) een sub 'b.' toegevoegd luidende: Ter plaatse van de aanduiding 'Primair woongebied' mag naast de andere daar voorkomende bestemming ook worden gewoond..
Artikel 5 Bestemmingsplan Buitengebied 2013
Het Bestemmingsplan Buitengebied 2013 wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 14 (Recreatie - dagrecreatie), lid 14.1 (Bestemmingsomschrijving) wordt een sub f toegevoegd, luidende:
f. een wijngaard, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wijngaard';.
-
2. In artikel 23 (Wonen - 3) wordt aan lid 23.1 (Bestemmingsomschrijving) een sub 'c.' toegevoegd luidende: een recreatiewoning, ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';.
-
3. In artikel 25 (Wonen - Woonwagenterrein) worden, in het subsublid 25.2.1 (ten aanzien van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - 1) onder h., de woorden 'bijbehorende bouwwerken' vervangen door 'vrijstaande of aangebouwde bijbehorende bouwwerken, die niet voor bewoning bestemd zijn, bouwkundig ondergeschikt zijn en functioneel in dienst staan van het hoofdgebouw,'.
-
4. In artikel 25 (Wonen - Woonwagenterrein) worden, in het subsublid 25.2.2 (ten aanzien van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - 2) onder h., de woorden 'bijbehorende bouwwerken' vervangen door 'vrijstaande of aangebouwde bijbehorende bouwwerken, die niet voor bewoning bestemd zijn, bouwkundig ondergeschikt zijn en functioneel in dienst staan van het hoofdgebouw,'.
-
5. In artikel 25 (Wonen - Woonwagenterrein) wordt, in het subsublid 25.2.1 (ten aanzien van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - 1) onder 'i', vóór de woorden 'bijbehorende bouwwerken' het volgende ingevoegd: de onder h bedoelde.
-
6. In artikel 25 (Wonen - Woonwagenterrein) wordt, in het subsublid 25.2.2 (ten aanzien van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - 2) onder 'i', vóór de woorden 'bijbehorende bouwwerken' het volgende ingevoegd: de onder h bedoelde.
-
7. Artikel 44 (Algemene gebruiksregels), sublid 44.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 44.2 (Parkeren), luidende:
44.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
44.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 44.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
8. Aan artikel 44 (Algemene gebruiksregels), lid 44.3 (Seksinrichting), sublid 44.3.2 (Afwijken) wordt onder vernummering van a., b., c., d. en e. tot b., c., d., e. en f. een nieuw sub a. toegevoegd luidende: de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning';.
-
9. Aan artikel 44 (Algemene gebruiksregels), lid 44.3 (Seksinrichting) wordt een nieuw sublid 44.3.3 (Wijzigingsbevoegdheid) toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 44.3.2 b tot en met f. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
Artikel 6 Bestemmingsplan De Meent
Het Bestemmingsplan De Meent wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 5 (Centrum) wordt in lid 5.2.1 onder 2. tussen '(m)'' en het woord 'is' het woord 'anders' toegevoegd.
-
2. In artikel 14 (Wonen - 1) wordt in lid 14.2.1 achter het woord 'hoofdgebouwen' een ':' geplaatst en worden a. tot en met e. van lid 14.2.1 (ten aanzien van hoofdgebouwen) geheel geschrapt en vervangen door:
-
a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de goothoogte niet meer dan 6,00 meter bedraagt, tenzij met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' anders is aangegeven;
-
c. de bouwhoogte niet meer dan 10,00 meter bedraagt, tenzij met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' anders is aangegeven;
-
d. de bestaande dakhellingshoek moet worden gehandhaafd;
-
e. het bouwvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%) anders is aangegeven.
-
3. In artikel 17 (Wonen - 4) wordt in lid 17.2.1 achter het woord 'hoofdgebouwen' een ':' geplaatst en worden a. tot en met e. van lid 17.2.1 (ten aanzien van hoofdgebouwen) geheel geschrapt en vervangen door:
-
a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de goothoogte niet meer dan 6,00 meter bedraagt, tenzij met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' anders is aangegeven;
-
c. de bouwhoogte niet meer dan 10,00 meter bedraagt, tenzij met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' anders is aangegeven;
-
d. de bestaande dakhellingshoek moet worden gehandhaafd;
-
e. het bouwvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%) anders is aangegeven.
-
4. Artikel 23 (Algemene gebruiksregels), sublid 23.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 23.2 (Parkeren), luidende:
23.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
23.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 23.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
5. Aan artikel 23 (Algemene gebruiksregels), lid 23.4 (Seksinrichting), sublid 23.4.2 (Afwijken) wordt onder vernummering van a., b., c., d. en e. tot b., c., d., e. en f. een nieuw sub a. toegevoegd luidende: de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning';.
-
6. Aan artikel 23 (Algemene gebruiksregels), lid 23.4 (Seksinrichting) wordt een nieuw sublid 23.4.3 (Wijzigingsbevoegdheid) toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 23.4.2 b tot en met f. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
Artikel 7 Bestemmingsplan Herontwikkeling Anthony Fokkerweg
Het Bestemmingsplan Herontwikkeling Anthony Fokkerweg wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Artikel 9 (Algemene gebruiksregels), sublid 9.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 9.2 (Parkeren), luidende:
9.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
9.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 9.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Artikel 8 Bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg
Het Bestemmingsplan Kamerlingh Onnesweg wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 3 (Bedrijf) wordt in lid 3.1 sub b. achter 'wonen' toegevoegd: 'met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'wonen uitgesloten''.
-
2. Aan artikel 6 (Gemengd - 1) wordt een nieuw lid 6.4 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd, luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 6.1 sub d., wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
3. In artikel 6 (Gemengd - 1) worden aan lid 6.4 (nieuw) de leden 6.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten en 6.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten toegevoegd, luidende:
6.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.4 sub a en e (nieuw), voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
6.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.4 sub b (nieuw), voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
4. Aan artikel 7 (Gemengd - 2) wordt een nieuw lid 7.4 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd, luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 7.1 sub d., wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
5. In artikel 7 (Gemengd - 2) worden aan lid 7.4 (nieuw) de leden 7.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten en 7.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten toegevoegd, luidende:
7.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.4 sub a en e (nieuw), voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
7.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4 sub b (nieuw), voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
6. Aan artikel 10 (Kantoor), lid 10.1 (Bestemmingsomschrijving) wordt een sub d. en e. toegevoegd, luidende:
d. bedrijven behorende tot categorie 1 en 2 van de in de bijlage bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
e. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';.
-
7. Aan artikel 10 (Kantoor) wordt een nieuw lid 10.4 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd, luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 10.1 sub b., wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
8. In artikel 10 (Kantoor) worden aan lid 10.4 (nieuw) de leden 10.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten en 10.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten toegevoegd, luidende:
10.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.4 sub a en e (nieuw), voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
10.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.4 sub b (nieuw), voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
9. Aan artikel 11 (Maatschappelijk) wordt in lid 11.1 sub b. achter 'activiteit' toegevoegd: ', met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'wonen uitgesloten'.
-
10. Artikel 25 (Algemene gebruiksregels), sublid 25.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 52.2 (Parkeren), luidende:
25.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
25.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 25.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
11. Aan artikel 25 (Algemene gebruiksregels), lid 25.4 (Seksinrichting), sublid 25.4.2 (Afwijken) wordt onder vernummering van a., b., c., d. en e. tot b., c., d., e. en f. een nieuw sub a. toegevoegd luidende: de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning';.
-
12. Aan artikel 25 (Algemene gebruiksregels), lid 25.4 (Seksinrichting) wordt een nieuw sublid 25.4.3 (Wijzigingsbevoegdheid) toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 25.4.2 b tot en met f. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
Artikel 9 Bestemmingsplan Kerkelanden
Het Bestemmingsplan Kerkelanden wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 1 wordt bij het begrip 1.16 (bijbehorend bouwwerk) de begripsbepaling toegevoegd, luidende: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;.
-
2. Aan artikel 1 wordt bij het begrip 1.17 (bouwen) de begripsbepaling toegevoegd, luidende: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;.
-
3. In artikel 9 (Tuin), lid 9.2 (Bouwregels), sublid 9.2.1 (ten aanzien van (hoofd)gebouwen), onder sub e wordt het woord 'bijgebouwen' vervangen door de woorden 'bijbehorende bouwwerken'.
-
4. Artikel 23 (Algemene gebruiksregels), sublid 23.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 23.2 (Parkeren), luidende:
23.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkerenen het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
23.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 23.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
5. Aan artikel 23 (Algemene gebruiksregels), lid 23.4 (Seksinrichting), sublid 23.4.2 (Afwijken) wordt onder vernummering van a., b., c., d. en e. tot b., c., d., e. en f. een nieuw sub a. toegevoegd luidende: de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning';.
-
6. Aan artikel 23 (Algemene gebruiksregels), lid 23.4 (Seksinrichting) wordt een nieuw sublid 23.4.3 (Wijzigingsbevoegdheid) toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 23.4.2 b tot en met f. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
Artikel 10 Bestemmingsplan Kerkelanden winkelcentrum
Het Bestemmingsplan Kerkelanden winkelcentrum wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 1 (Begrippen) wordt een begripsomschrijving ingevoegd in de alfabetische rangschikking, luidende: bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;.
-
2. In artikel 4 (Gemengd) wordt in lid 4.3 (Afwijken van de gebruiksregels) de verwijzing 'in artikel 4.1 onder c.' vervangen door 'artikel 4.1 onder d.'.
-
3. Artikel 10 (Algemene gebruiksregels), sublid 10.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 10.2 (Parkeren), luidende:
10.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
10.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 10.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
4. Aan artikel 10 (Algemene gebruiksregels), lid 10.4 (Seksinrichting), sublid 10.4.2 (Afwijken) wordt onder vernummering van a., b., c., d. en e. tot b., c., d., e. en f. een nieuw sub a. toegevoegd luidende: de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning';.
-
5. Aan artikel 10 (Algemene gebruiksregels), lid 10.4 (Seksinrichting) wordt een nieuw sublid 10.4.3 (Wijzigingsbevoegdheid) toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 10.4.2 b tot en met f. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
Artikel 11 Bestemmingsplan Laapersboog
Het Bestemmingsplan Laapersboog wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Artikel 10 (Algemene gebruiksregels), sublid 10.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 10.2 (Parkeren), luidende:
10.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
10.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 10.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Artikel 12 Bestemmingsplan Melkfabriek
Het Bestemmingsplan Melkfabriek wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Artikel 13 (Algemene gebruiksregels), sublid 13.1 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 13.1 (Parkeren), luidende:
13.1.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
13.1.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 13.1.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Artikel 13 Bestemmingsplan Monnikenberg
Het Bestemmingsplan Monnikenberg wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Artikel 22 (Algemene gebruiksregels), sublid 22.3 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 22.3 (Parkeren), luidende:
22.3.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
22.3.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 22.3.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Artikel 14 Bestemmingsplan Noord
Het Bestemmingsplan Noord wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Artikel 24 (Algemene gebruiksregels), sublid 24.1 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 24.1 (Parkeren), luidende:
24.1.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
24.1.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 24.1.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
2. Aan artikel 24 (Algemene gebruiksregels) wordt een nieuw sublid 24.2 (Seksinrichting) toegevoegd, luidende:
24.2 Seksinrichting
24.2.1 Verbod
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken voor de exploitatie van een seksinrichting, tenzij anders in de regels is bepaald.
24.2.2 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.1 voor het gebruik van gronden en bouwwerken als seksinrichting, mits:
-
a. de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning':
-
b. de afstand van de seksinrichting tot een woning van een derde ten minste 15 meter bedraagt;
-
c. de seksinrichting niet binnen een afstand van 50 meter van een bestaande seksinrichting is gevestigd;
-
d. voldoende in parkeergelegenheid wordt voorzien op het terrein/erf van de seksinrichting;
-
e. geen sprake is van raamprostitutie;
-
f. het maximum aantal seksinrichtingen zoals genoemd in de Algemeen Plaatselijke Verordening niet wordt overschreden.
24.2.3 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 24.2.2 b tot en met f. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
Artikel 15 Bestemmingsplan Over 't Spoor
Het Bestemmingsplan Over 't Spoor wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 17 (Wonen - 1), lid 17.1 (Bestemmingsomschrijving) wordt een sub c. toegevoegd, luidende:
c. een kantoor, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';.
-
2. Artikel 25 (Algemene gebruiksregels), sublid 25.1 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 25.1 (Parkeren), luidende:
25.1.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
25.1.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 25.1.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
3. Aan artikel 25 (Algemene gebruiksregels) wordt een nieuw sublid 25.2 (Sexinrichting) toegevoegd, luidende:
25.2 Seksinrichting
25.2.1 Verbod
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken voor de exploitatie van een seksinrichting, tenzij anders in de regels is bepaald.
25.2.2 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.1 voor het gebruik van gronden en bouwwerken als seksinrichting, mits:
-
a. de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning':
-
b. de afstand van de seksinrichting tot een woning van een derde ten minste 15 meter bedraagt;
-
c. de seksinrichting niet binnen een afstand van 50 meter van een bestaande seksinrichting is gevestigd;
-
d. voldoende in parkeergelegenheid wordt voorzien op het terrein/erf van de seksinrichting;
-
e. geen sprake is van raamprostitutie;
-
f. het maximum aantal seksinrichtingen zoals genoemd in de Algemeen Plaatselijke Verordening niet wordt overschreden.
25.2.3 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 24.2.2 b tot en met f. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
Artikel 16 Bestemmingsplan regeling meervoudige bewoning
Het Bestemmingsplan regeling meervoudige bewoning wordt als volgt gewijzigd:
-
4. In de artikelen 2 lid 5, onder 2b; 3 lid 4 onder 2b; 6 lid 4, onder 2b; 7 lid 4, onder 2b; 11 lid 4, onder 2b; 13 lid 5, onder 2b; 16 lid 8, onder 2b; 17 lid 17, onder 2b; 18 lid 4, onder 2b en 20 lid 4, onder 2b, wordt de zinsnede 'het woongenot op en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig wordt aangetast', vervangen door 'de kwaliteit, het woongenot en de gebruiksmogelijkheden van de gebouwen en het woongenot op en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast'.
-
5. Aan de artikelen 2 lid 5, onder 4; 3 lid 4 onder 4; 4 lid 4 onder 2; 5 lid 4 onder 2; 7 lid 4 onder 4; 8 lid 4 onder 2; 9 lid 4 onder 2; 10 lid 4 onder 2; 12 lid 4 onder 2; 14 lid 4 onder 2; 15 lid 4 onder 2; 16 lid 8 onder 4; 17 lid 17 onder 4; 18 lid 4 onder 4; 19 lid 4 onder 2; 20 lid 4 onder 4 en 21 lid 4 onder 23, wordt achter het woord en tussen haaksjes '(parkeren)' het volgende toegevoegd: en de kwaliteit, het woongenot en de gebruiksmogelijkheden van de gebouwen niet onevenredig worden aangetast.
-
6. In de artikelen 2 lid 2 onder a; 3 lid 2 onder a; 4 lid 2 onder a; 5 lid 2 onder a; 6 lid 2 onder a; 7 lid 2 onder a; 8 lid 2 onder a 9 lid 2 onder a; 10 lid 2 onder a; 11 lid 2 onder a; 12 lid 2 onder a; 13 lid 2 onder a; 14 lid 2 onder a; 15 lid 2 onder a; 16 lid 2 onder a; 17 lid 2 onder a; 18 lid 2 onder a; 19 lid 2 onder a; 20 lid 2 onder a en 21 lid 2 onder a wordt de begripsomschrijving van inwoning: 'bewoning door niet meer dan één huishouden van een woonruimte die onderdeel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden als hoofdbewoner in gebruik is genomen en die niet groter is dan 25% van de vloeroppervlakte van de woonruimte van de woonruimte van die hoofdbewoner zonder inwoning' vervangen door 'bewoning door niet meer dan één huishouden van een woonruimte die onderdeel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden als hoofdbewoner in gebruik is genomen en die niet groter is dan 25% van de vloeroppervlakte van de woonruimte van die hoofdbewoner zonder inwoning (de beperking in vloeroppervlak geldt niet voor huisvesting in verband met mantelzorg)'.
Artikel 17 Bestemmingsplan Utrechtseweg
Het Bestemmingsplan Utrechtseweg wordt als volgt gewijzigd:
-
1. In artikel 30 (Algemene bouwregels) wordt aan lid 30.1 (ondergeschikte bouwdelen) na 'overschreden' het volgende toegevoegd: ', buiten beschouwing gelaten'.
-
2. Artikel 31 (Algemene gebruiksregels), sublid 31.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 31.2 (Parkeren), luidende:
31.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
31.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 31.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
-
3. Aan artikel 31 (Algemene gebruiksregels), lid 31.5 (Seksinrichting), sublid 31.5.2 (Afwijken) wordt onder vernummering van a., b., c., d. en e. tot b., c., d., e. en f. een nieuw sub a. toegevoegd luidende: de gronden en bouwwerken zijn bestemd voor 'Cultuur en ontspanning';.
-
4. Aan artikel 31 (Algemene gebruiksregels), lid 31.5 (Seksinrichting) wordt een nieuw sublid 31.5.3 (Wijzigingsbevoegdheid) toegevoegd, luidende: Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1. sub a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van gronden en bouwwerken wijzigen in 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting' mits voldaan wordt aan het bepaalde in sublid 31.5.2 b tot en met f. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering van de betreffende seksinrichting kan het bevoegd gezag de bestemming weer wijzigen in de oorspronkelijke bestemming van die gronden en bouwwerken (zoals die gold voor de wijziging in de bestemming 'Cultuur en ontspanning - seksinrichting').
Artikel 18 Bestemmingsplan Van Riebeek Bonairelaan
Het Bestemmingsplan Van Riebeek Bonairelaan wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Artikel 27 (Algemene gebruiksregels), sublid 27.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 27.2 (Parkeren), luidende:
27.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
27.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 27.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Artikel 19 Bestemmingsplan Vreelandseweg
Het Bestemmingsplan Vreelandseweg wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Aan artikel 3 (Bedrijf) wordt aan lid 3.1 (Bestemmingsomschrijving) sub f. achter de komma van het eerste woord 'wonen' toegevoegd: en aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit,.
-
2. Aan artikel 3 (Bedrijf), wordt onder vernummering van het lid 3.4 tot 3.5 (en 3.4.1 tot 3.5.1 en 3.4.2 tot 3.5.2) een nieuw lid 3.4 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 3.1 onder f., wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
3. Aan artikel 3.5 (nieuw) (Afwijken van de gebruiksregels) worden de leden 3.5.3 (aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten) en 3.5.4 (aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten) toegevoegd luidende:
3.5.3 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4 sub a en e, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
3.5.4 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4 sub b, voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
4. Aan artikel 6 (Bedrijventerrein - 1) wordt aan het eerste lid 6.1 (Bestemmingomschrijving) sub t achter het woord 'aanduiding' het woord 'bedrijfswoning' toegevoegd. De " achter het woord 'aanduiding' wordt geschrapt.
-
5. Aan artikel 9 (Detailhandel), wordt een nieuw lid 9.3 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd, luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 9.1 onder b., wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
6. Aan artikel 9 (Detailhandel) wordt een nieuw lid 9.4 (Afwijken van de gebruiksregels) toegevoegd luidende:
9.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.3 sub a en e, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
9.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4 sub b, voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
7. Aan artikel 10 (Gemengd - 1), wordt een nieuw lid 10.3 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 10.1 sub a, onder 1., wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
8. Aan artikel 10 (Gemengd - 1) wordt een nieuw lid 10.4 (Afwijken van de gebruiksregels) toegevoegd, luidende:
10.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteite
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.3 sub a en e, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
10.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.4 sub b, voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
9. Aan artikel 14 (Kantoor) wordt een nieuw lid 14.3 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 14.1 sub b, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
10. Aan artikel 14 (Kantoor) wordt een nieuw lid 14.4 (Afwijken van de gebruiksregels) toegevoegd, luidende:
14.4.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.3 sub a en e, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
14.4.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteite
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.4 sub b, voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
11. Aan artikel 20 (Water) wordt aan lid 20.1 (Bestemmingsomschrijving) sub f. achter het woord 'wonen' toegevoegd: en aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit.
-
12. Aan artikel 20 (Water) wordt een nieuw lid 20.4 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd luidende:
Het gebruik van ruimten in (hoofd)gebouwen ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 20.1 sub f, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woonschepen;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
13. Aan artikel 20 (Water) wordt een nieuw lid 20.5 (Afwijken van de gebruiksregels) toegevoegd luidende:
20.5.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.4 sub a en e, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
20.5.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.4 sub b, voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
14. Aan artikel 21 (Wonen - Woonarkenhaven) wordt aan lid 21.1 (Bestemmingsomschrijving) sub b. achter het tweede woord 'wonen' toegevoegd: en aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit.
-
15. Aan artikel 21 (Wonen - Woonarkenhaven) wordt een nieuw lid 21.4 (Specifieke gebruiksregels) toegevoegd, luidende:
Het gebruik van ruimten in de woonarken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, zoals bedoeld in artikel 21.1 sub b, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat:
-
a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 33% bedraagt van het vloeroppervlak van de ruimte die gebruikt wordt voor wonen met een maximum van 50 m²;
-
b. de activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoners van de desbetreffende woonruimte;
-
c. de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
-
d. de activiteit zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woonarken;
-
e. geen aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit plaatsvindt in de functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken;
-
f. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt.
-
16. Aan artikel 21 (Wonen - Woonarkenhaven) wordt een nieuw lid 21.5 (Afwijken van de gebruiksregels) toegevoegd luidende:
21.5.1 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteite
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.4 sub a en e, voor het toestaan van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit in functioneel ondergeschikte bijbehorende bouwwerken, voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
20.5.2 aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.4 sub b, voor het toestaan van niet meer dan één extra medewerker (1 fte; dienstverband), voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden dat de activiteit geen nadelige invloed mag hebben op de normale verkeersafwikkeling en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
17. Bijlage 1 (Parkeernormen) wordt vervangen door de versie Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010).
-
18. Artikel 35 (Algemene gebruiksregels), sublid 35.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 35.2 (Parkeren), luidende:
35.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
35.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 35.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
Artikel 20 Bestemmingsplan Woonwijk Anna's Hoeve
Het Bestemmingsplan Woonwijk Anna's Hoeve wordt als volgt gewijzigd:
-
1. Artikel 15 (Algemene gebruiksregels), sublid 15.2 (Parkeren) wordt geheel geschrapt en vervangen door een nieuw sublid 15.2 (Parkeren), luidende:
15.2.1 Algemeen
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning of een andere toestemming voor bouwen en/of gebruik moet ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's vaststaan dat in de juiste mate ruimte wordt gerealiseerd in, op of onder een gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, met dien verstande dat:
-
a. de juiste mate van ruimte wordt bepaald met behulp van de parkeernormen zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009 (aangepast aan 1e wijziging; ('Wabo-aanpassing' in 2010)) en indien deze beleidsregels worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging;
-
b. de in sub a bedoelde ruimten voor het parkeren van auto's afmetingen hebben die moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's;
-
c. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
15.2.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 15.2.1 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.