direct naar inhoud van Regels
Plan: Beschermde gezichten Hilversum Zuid en Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.19pbp01beschermdgz-va01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan ´Beschermde gezichten Hilversum Zuid en Oost´ met identificatienummer NL.IMRO.0402.19pbp01beschermdgz-va01 van de gemeente Hilversum;

1.2 beschermd gezicht

beschermd gezicht als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Monumentenwet 1988;

1.3 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.4 erf aan de achterkant van een hoofdgebouw

het erf gelegen tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de zijgevels van het hoofdgebouw

1.5 normale onderhoud

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden in verband met het behoud van de aard en het karakter daarvan.

1.6 verbeelding

de gewaarmerkte kaart met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;

Hoofdstuk 2 Van toepassing verklaring

De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing en aanvullend op de hieronder opgenomen bestemmingsplannen.

Bestemmingsplannen   Vaststelling Raad   Onherroepelijk  
Bosdrift   15 mei 2013   5 juli 2013  
Kamerlingh Onnesweg   12 juni 2013   2 augustus 2013  
Noord   21 april 2010   22 juli 2010  
Over 't Spoor   12 januari 2011   25 maart 2011  
Buitengebied   26 juni 2013   30 juli 2014  
Utrechtseweg   15 mei 2013   3 december 2014  

Het bestemmingsplan Bosdrift kent de dubbelbestemming 'Waarde- Cultuurhistorie' in artikel 28. Dit artikel is niet van toepassing voor het plangebied Hilversum Zuid, waar de dubbelbestemming 'Waarde- Beschermd gezicht', zoals bedoeld in artikel 2 van dit bestemmingsplan, geldt.

Hoofdstuk 3 Bestemmingsregels

Artikel 2 Waarde - Beschermd gezicht

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd gezicht' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de uitbouw van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.

2.2 Bouwregels
2.2.1 Verbod

In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen mogen de goot- en bouwhoogte, dakvorm, nokrichting, het dakaanzicht en oppervlakte van (hoofd)gebouwen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet worden gewijzigd.

2.2.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 2.2.1 is niet van toepassing voor zover de wijziging betreft:

  • a. het plaatsen van een bouwwerk of het plaatsen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, op een erf aan de achterkant van een hoofdgebouw.

2.3 Afwijken van de bouwregels
2.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2.2.1 voor:

  • a. het wijzigen van de goot- en bouwhoogte;
  • b. het plaatsen van een bouwwerk op een erf aan de zijkant van een hoofdgebouw;
  • c. een andere dakvorm en/of nokrichting, mits deze verandering een herstel of verbetering van het historisch daklandschap betreft;
  • d. het wijzigen van het dakaanzicht, waaronder zonnepanelen.

2.3.2 Toepassingsvoorwaarden

Een in lid 2.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend:

  • a. nadat advies van de commissie van welstand en monumenten is ingewonnen, en
  • b. de cultuurhistorische- en ruimtelijke waarden van het beschermd gezicht niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord.

2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
2.4.1 Vergunningsplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden;
  • b. het wijzigen van weg- of straatprofielen en/of oppervlakteverhardingen;
  • c. het graven en/of dempen van waterlopen en waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.

2.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 2.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering dan wel vergund zijn op het moment van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • c. op een erf aan de achterkant van een hoofdgebouw aanwezig zijn c.q. plaatsvinden;
  • d. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer;
  • e. bedoeld zijn in lid 2.4.1, maar de in lid 2.1 omschreven waarden niet aantasten.

2.4.3 Toepassingsvoorwaarden

Een in lid 2.4.1genoemde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend:

  • a. nadat advies van de commissie van welstand en monumenten is ingewonnen en;
  • b. de cultuurhistorische- en ruimtelijke waarden van het beschermd gezicht niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord.

2.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
2.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.

2.5.2 Toepassingsvoorwaarden
  • a. Een in lid 2.5.1 genoemde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend:
    • 1. nadat advies van de commissie van welstand en monumenten is ingewonnen, en;
    • 2. de cultuurhistorische- en ruimtelijke waarden van het beschermd gezicht niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord.
  • b. De in lid a onder 1 genoemde commissie adviseert in ieder geval:
    • 1. of door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het slopen de cultuurhistorische- en ruimtelijke waarden op onaanvaardbare wijze worden verstoord;
    • 2. over het verbinden van en de inhoud van regels aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
  • c. Indien blijkt dat door het slopen de cultuurhistorische- en ruimtelijke waarden van het beschermd gezicht op onaanvaardbare wijze worden verstoord, zal cultuurhistorisch onderzoek moeten uitwijzen of sprake kan zijn van (gedeeltelijke) sloop van het bouwwerk.
  • d. Indien uit het onderzoek als bedoeld onder c van dit lid blijkt dat slopen aanvaardbaar is, worden aan de omgevingsvergunning voor het slopen in ieder geval de volgende regels verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van maatregelen waardoor cultuurhistorische elementen bij gedeeltelijke sloop in het bouwwerk kunnen worden behouden; en/of;
    • 2. de verplichting de sloopwerkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het gebied van cultuurhistorisch onderzoek die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

2.6 Afwijken van de gebruiksregels

Indien de afwijkingsbevoegdheid zoals geregeld in de artikelen 19.4.3, 20.3.2, 21.4.3 en 22.4.3 van het bestemmingsplan Bosdrift van toepassing is, gelden de volgende aanvullende voorwaarden:

  • a. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van bedrijven, kantoren en/of maatschappelijke activiteiten mag niet meer bedragen dan 45% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw;

Hoofdstuk 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan ´Beschermde gezichten Hilversum Zuid en Oost´ van de gemeente Hilversum.