direct naar inhoud van 5.8 Bodem en watersysteem
Plan: ArenaPark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.16bp01arenapark-va01

5.8 Bodem en watersysteem

Bodem

Het plangebied ligt binnen het voormalig Sportparkkwartier, de ontwikkeling van deze buurt dateert van voor 1900. Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Hilversum, vastgesteld op 27 september 2005, blijkt in dit gebied de bovengrond over het algemeen maximaal matig verontreinigd, de ondergrond maximaal licht.

Dit bestemmingsplan legt voor een groot deel van het plangebied de bestaande situatie vast. Daarnaast is het plangebied door middel van diverse artikel 19 vrijstellingsprocedures op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) ten behoeve van (voornamelijk) kantoorgebouwen sinds 2000 gefaseerd (her)ingericht. Enkele bouwplannen waarvoor vrijstelling is verleend moeten nog worden gebouwd. In al deze gevallen zijn er dus geen wijzigingen in de bestaande (bodem-) situatie. Alleen voor het zuidwestelijk deel van het plangebied biedt het bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden.

Het zuidwestelijk deel van het plangebied is momenteel braakliggend. In het verleden zijn hier de volgende bodemonderzoeken uitgevoerd:

  • Uit verkennend bodemonderzoek (november 2000, Mol Milieu begeleiding, zie bijlage 10 en 11 is gebleken dat de bodem licht is verontreinigd. Het grondwater bleek licht verontreinigd met zware metalen. Vervolgonderzoek werd niet nodig geacht;
  • Delen van het gebied zijn in 2005 afgegraven in het kader van opruimwerkzaamheden, zodat bodemprofiel en bodemarchief zijn verstoord. Bij een partijkeuring van grond (september 2005, UDM Adviesbureau, zie bijlage 12 is lokaal afval- en asbesthoudende grond aangetroffen. Deze verontreinigde grond is afgevoerd (oktober 2005, UDM Adviesbureau, zie bijlage 13.

Naar aanleiding van bovenstaande gegevens wordt het volgende geconcludeerd:

  • de chemische bodemkwaliteit vormt naar verwachting geen belemmering voor de mogelijk gemaakte ontwikkelingen. Gezien de partijkeuring is het echter niet uit te sluiten dat de bodem lokaal verontreinigd is met asbest;
  • bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen dient ter beoordeling een actueel bodemonderzoek aangeboden te worden;
  • wanneer tijdens bouwwerkzaamheden bronnering wordt toegepast, dient aandacht te worden geschonken aan de kwaliteit van het bronneringswater (stedelijke grondwaterverontreinigingen).

De conclusie is dat er vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wat betreft de chemische bodemkwaliteit geen principieel bezwaar bestaat tegen het plan.


Watersysteem

In het plangebied zijn alleen in het zuidwestelijke deel nog nieuwe ontwikkelingen mogelijk (de derde fase). Naast de afvoer van vuilwater via aansluiting op het vuilwaterriool zal het infiltreren van hemelwater hier de grootste prioriteit dienen te krijgen. Dat betekent dat in principe geen gebruik gemaakt kan worden van overstorten op het riool. Nieuwbouwplannen zullen op deze wensen in moeten spelen.

De gebouwen in deze derde fase worden gebouwd volgens de principes van Duurzaam Bouwen (zie ook paragraaf 5.6.1), hetgeen onder andere inhoudt dat gebruik gemaakt wordt van duurzame materialen die de kwaliteit van het afstromende hemelwater niet nadelig beïnvloeden. Ook het grondpakket op de parkeergarage functioneert als buffer. De groenstructuren in het plangebied kunnen eveneens worden benut voor de infiltratie van hemelwater door de aanleg van wadi´s of vijvers. Door overmatige onderkeldering kan de infiltratiecapaciteit afnemen hetgeen moet worden voorkomen.