direct naar inhoud van 5.5 Duurzaamheid en leefbaarheid
Plan: Bosdrift 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01

5.5 Duurzaamheid en leefbaarheid

5.5.1 Duurzaamheid

Duurzaam bouwen staat voor het ontwikkelen en beheren van de gebouwde omgeving met respect voor mens en milieu, en is daarmee een integraal onderdeel van de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Dit betekent dat de gezondheids- en milieuaspecten in alle fasen van de inrichting van de gebouwde omgeving, de bouw en het gebruik (inclusief sloop) betrokken dienen te worden. Hierbij wordt gestreefd naar een duurzame (stedelijke) ontwikkeling die leidt tot een extensiever energieverbruik / lage milieubelasting, integraal ketenbeheer en behoud en versterking van de kwaliteit van de gebouwde omgeving (ruimtelijke kwaliteit). Duurzaam bouwen betekent ook dat de gerealiseerde kwaliteit in de toekomst wordt gehandhaafd, zodat ook toekomstige generaties daarin delen.

Energiebesparing vormt bij duurzaam bouwen een belangrijk item. Hierbij kan gedacht worden aan compacte bouwvormen, gunstige lichttoetreding en zongerichte verkaveling. Ook waterbesparing is een belangrijk aspect. Het installeren van waterbesparende voorzieningen is hiervan een voorbeeld.

Voor een bestemmingsplan geldt de verplichting tot het maken van een 'waterparagraaf'. Tevens moet worden aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met het advies van de waterbeheerder. Waterhuishoudkundige aspecten worden in dit bestemmingsplan integraal betrokken en rechtstreeks vertaald in de onderwerpen 'blauw', 'duurzaamheid' (watergebruik), 'watersysteem', 'riolering' en 'externe veiligheid en waterkeringen'. Deze onderwerpen vormen tezamen met de beschrijving hoe is omgegaan met het advies van de waterbeheerder de watertoets.

5.5.2 Leefbaarheid

Geluid

Aangezien met voorliggend bestemmingsplan geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen worden mogelijk gemaakt, heeft het aspect geluid geen gevolgen voor het bestemmingsplan. Indien in het plangebied nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden waarbij nieuwe geluidgevoelige bestemmingen worden toegevoegd dient voldaan te worden aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB of dient een hogere waarde conform de Wet geluidhinder vastgesteld te worden. In het bestemmingsplan worden evenwel geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt.

Geur

In het plangebied zijn er geen inrichtingen opgenomen die geurhinder kunnen veroorzaken. Er is daarom geen sprake van op te nemen geurcontouren.

Licht

In het plangebied zijn er geen inrichtingen opgenomen die lichthinder kunnen veroorzaken. Er is daarom geen sprake van op te nemen lichtcontouren.

Lucht

Het plan voldoet aan de Wet luchtkwaliteit. Hiervoor is een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat in de bestemmingsplansituatie Bosdrift geen sprake is van overschrijding van de grenswaarden, zoals gesteld in bijlage 2 van de Wet milieubeheer. Er wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, artikel 5.16 lid 1 onder a. De luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor de actualisatie van het bestemmingsplan. De norm is ontleend aan de Wet luchtkwaliteit.

Trilling

In het plangebied zijn er geen inrichtingen opgenomen die trillingshinder kunnen veroorzaken.

Milieubeoordeling

Het bestemmingsplan Bosdrift 2013 is conserverend van aard. Dit wil zeggen dat de huidige juridische-planologische mogelijkheden uit de geldende bestemmingsplannen één op één worden overgenomen. Er worden met dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. In het bestemmingsplan zitten nog enkele ongebruikte bouwmogelijkheden. Toetsing van deze plannen aan de criteria van Bijlage III van de Europese m.e.r. richtlijn leidt tot de conclusie dat het gebruik maken van de bouwmogelijkheden per saldo geen of weinig milieugevolgen zullen hebben en er derhalve voor dit bestemmingsplan geen m.e.r.-beoordeling nodig is.