direct naar inhoud van 3.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Bosdrift 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01

3.1 Ruimtelijke structuur

3.1.1 Historie

Voordat het gebied bebouwd werd bestond het uit bouwland en heide. De infrastructuur in het plangebied bestond destijds uit heidewegen en enkele wegen vanuit de kom naar de engen toe. In het huidige plangebied zijn nog steeds voorbeelden van die wegen aanwezig, namelijk Bosdrift, de Loosdrechtseweg en de Vreelandseweg.

In 1890 is in het stadsdeel Bosdrift de Nieuwe Algemene Begraafplaats aangelegd naar het ontwerp van J. Springer. De ontwikkeling van deze stadswijk volgde in eerste instantie op de opkomst van de industrie rond 1900 en daarmee gepaard gaande noodzaak tot huisvesting van arbeiders. Rond 1900 werden ten oosten van deze begraafplaats arbeiderswoningen gebouwd. In de periode 1900-1930 zijn rondom deze arbeiderswoningen en de begraafplaats middenstandswoningen gebouwd.

Door het van kracht worden van de Woningwet (1901) en door de snelle bevolkingsgroei, werden er vanaf 1911 volkswoningbouwcomplexen in het gebied aangelegd, met name in de buurt Oosterstraten en tussen de Gijsbrecht van Amstelstraat, Eikbosserweg, Diependaalselaan en Bosdrift.

De oudste bebouwing ligt in het noorden, terwijl de jonge bebouwing, waarvan een deel pas na de Tweede Wereldoorlog is gerealiseerd, zich bevindt aan de zuidzijde. Het zuidwestelijke deel tussen de Eikbosserweg, Diependaalselaan en Bosdrift is aangelegd naar een in 1915 door Dudok gemaakte wijziging op het uitbreidingsplan van 1905.

Karakteristieke bebouwing binnen dit stadsdeel zijn de vele gemeentelijke en door particuliere woningbouwverenigingen gebouwde volkswoningbouwcomplexen, waarbij veelal de bijbehorende openbare gebouwen als scholen of een badhuis, het complex een meerwaarde verschaffen. Daarnaast vormt de Nieuwe Algemene Begraafplaats een belangrijke structuur binnen het stadsdeel. Ook de door Dudok ontworpen groenstrook is een karakteristieke structuur binnen het plangebied. De strook loopt vanaf het buitengebied de woonwijk in via de Lijsterbeslaan en de Kastanjelaan.

De wijk Oosterstraten-Nieuwstraten is eind 19e eeuw geleidelijk ontstaan zonder dat hieraan een bestemmingsplan ten grondslag lag. In deze wijk werden de eerste uitbreidingen ten zuiden van het dorp gerealiseerd. Vanaf 1880 bouwt men hier eenvoudige arbeidershuisjes langs lange, nauwelijks verharde straten. Oosterstraten en Nieuwstraten, beide ontstaan in 1883, vormen één eenheid. De bebouwing is net als de rest van Bosdrift, karakteristiek voor de volkswoningbouw uit de periode rond 1900.

We beschrijven het plangebied hieronder aan de hand van de deelgebieden Bosdrift, Oosterstraten-Nieuwstraten en de Bloemenbuurt.

3.1.2 Stedenbouwkundige structuur

Het plangebied bestaat op hoofdlijnen uit de volgende deelgebieden:

  • 1. Bosdrift
  • 2. Oosterstraten-Nieuwstraten
  • 3. Bloemenbuurt

Bosdrift

Gebied in hoofdlijnen

Deze grote wijk aan de zuidzijde van Hilversum bestaat overwegend uit woningbouw. In dit gebied komen zowel buurten met korte rijtjes arbeiderswoningen voor als middenstandswoningen, blokken gestapelde woningbouw afgewisseld met rijwoningen, woningen uit de jaren ‘70 en villa’s. In het noordelijk deel van het gebied komen ook arbeiderswoningen voor. Bosdrift sluit aan op de arbeiderswoningen die ten behoeve van de opkomst van de industrie aan het begin van de twintigste eeuw aan de rand van het centrum gebouwd zijn en loopt tot aan de rand van de stad. Het deelgebied wordt begrensd door de Loosdrechtseweg, Taludweg, Koningsstraat, Eikbosserweg, Gijsbrecht van Amstelstraat, Hilvertsweg, Bosdrift, Kolhornseweg, Eikenlaan, Holleweg en de Zuiderheideweg.

Bosdrift wordt gestructureerd door een aantal continue lange lijnen met deels een historische oorsprong. Deze lijnen zijn in oost/west richting de Gijsbrecht van Amstelstraat, Neuweg, Diependaalselaan, Kolhornseweg en in de noord/zuid richting de Loosdrechtseweg, Oude Loosdrechtseweg, Admiraal de Ruyterlaan, Bosdrift, Hilvertsweg en Eikbosserweg.

De Algemene begraafplaats aan Bosdrift neemt een bijzondere plek in in de structuur. Dit is een ontwerp van J. Springer en heeft een plattegrond met gebogen wegen en een fraaie beplanting

Bebouwing in hoofdlijnen

De bebouwing bestaat voornamelijk uit seriematige woningbouw. De architectuur van de woningen is gebaseerd op herhaling van de woning als basiseenheid waarbij er binnen het blok accenten voorkomen. Bij de vooroorlogse woningbouw zijn hoeken veelal verbijzonderd en geven rooilijnverspringingen, wisselende dakvlakken en uitbouwen ritmiek aan de bouwblokjes. Bij de naoorlogse gestapelde woningen zijn met name de entreepartijen en trappenhuizen de accenten. De hoekwoningen van de rijen zijn hier op een raam na gelijk aan de tussenwoning. De woningen zijn één tot twee lagen hoog met een dak waarbij de nokrichting evenwijdig is aan de straat. De detaillering is zorgvuldig met ontwerpaandacht voor alle details. De vooroorlogse bebouwing heeft een overwegend fijne detaillering met gootklossen, siermetselwerkverbanden, fijn gedetailleerde kozijnen en mee ontworpen erfafscheiding. De naoorlogse woningbouw heeft bakstenen gevels, soms gecombineerd met puien over meerdere lagen. Het kleurgebruik is terughoudend.

Bijzondere gebouwen

Het gebied Bosdrift is voornamelijk een woongebied en heeft bijbehorende voorzieningen als scholen en kerken. De meeste hebben geen bijzondere cultuurhistorische waarde. Zo staat aan de Van Ghentlaan de Pniëlkerk. Dit is een eenvoudig bakstenen volumen met een licht hellend zadeldak. De detaillering is fijn. De ramen vormen een apart vlak in de zijgevel met robuuste omlijsting. De begraafplaats Zuiderhof heeft een bijzonder vormgegeven bebouwing en is ontworpen door Dudok. De architectuur van de gebouwen is strak en eenvoudig. Het is opgebouwd uit samengestelde witte blokvormige volumes, waarbij de aula in de middenas van de begraafplaats ligt met daarnaast een serene zuilengalerij.

Deelgebieden

In het gebied zijn de verschillende uitbreidingsperioden herkenbaar met ieder hun eigen karakteristiek. De oudste bebouwing ligt tegen het centrum aan terwijl de jongste bebouwing, waarvan een deel pas na de tweede wereldoorlog is gerealiseerd, zich aan de zuidwestzijde van dit stadsdeel bevind. Ten oosten van de Algemene begraafplaats aan de Bosdrift werd de eerste bebouwing in dit gebied gerealiseerd. Het betrof goedkope arbeidersbouw. Naast de arbeiderswoningen werden er ook middenstandswoningen gerealiseerd. Deze kwamen vooral ten noorden van de Gijsbrecht van Amstelstraat te liggen. De wijk heeft zich na de oorlog uitgebreid naar het zuidwesten, in grote lijnen volgens het uitbreidingsplan van 1933.

Arbeiderswoningen

Het gebied heeft een dichte bebouwing van kleine aaneen gebouwde woningen in blokken van één tot twee bouwlagen hoog met kap met daartussen poorten. De woningen staan langs lange noord/zuidlopende straten met enkele korte doorsteken. De woningen zijn in principe met hun voorgevel georiënteerd op de weg. De bebouwing is gevarieerd en afwisselend en heeft grotendeels, ondanks dat veel woningen deel uitmaken van rijen of blokken, een individueel karakter. De opbouw is in het algemeen eenvoudig. Er komen blokjes gestapelde woningen voor van drie tot vier lagen met plat dak. In het gebied komen verschillende kapvormen voor. De overheersende nokrichting is evenwijdig aan de weg, waarbij een haakse richting voorkomt als accent en voor ritmiek in de straat zorgt.Veel woningen zijn vergroot door (woningbrede) dakkapellen, dakopbouwen en geveloptrekkingen. Gevels hebben in het algemeen een traditionele opbouw met staande ramen. De architectonische uitwerking is afwisselend.

Naoorlogse bebouwing

In het zuidelijke deel van de wijk staat naoorlogse bebouwing. Herhaling van woningen is standaard voor dit gebied.Woningen in het naoorlogse deelgebied maken deel uit van rijen en blokken. Ze vormen composities waarbij de rijen en blokken herhaald voorkomen. Rijen hebben een simpele opbouw van twee lagen met zadeldak. De gestapelde woningen zijn maximaal vijf lagen hoog met een flauw hellend zadeldak of plat dak. Ze zijn met hun voorgevel georiënteerd op de belangrijkste openbare ruimte. De voorgevellijn en nokrichting zijn recht en evenwijdig aan de weg. De woningen aan de Diependaalselaan en de Kolhornseweg staan in uitzondering hierop in clusters haaks op de weg. Binnen de rijen zijn weinig accenten. Hoekwoningen zijn voor het merendeel gelijk aan de tussenwoning op een raam in de zijgevel na. Bij de gestapelde woningbouw is de entree in de gevel veelal verbijzonderd. Op- en aanbouwen komen weinig voor.

‘t Hoogt van ‘t Kruis west

Aan de zuidoostrand van het gebied Bosdrift liggen aan de Eikenlaan vrijstaande woningen en villa’s in een heuvelachtig bosgebied. De bebouwing sluit aan bij het gebied Eikbosserweg / Eikenlaan en op het villapark in het gebied Utrechtseweg. De Algemene Begraafplaats Zuiderhof aan de Bosdrift hoort ook tot dit gebied. De woningen in het gebied zijn georiënteerd op de weg. De bebouwing in dit deelgebied is individueel, afwisselend en varieert in opbouw. De woningen hebben een onderbouw van één tot twee lagen met kap. Verschillende kapvormen komen voor. De nokrichting is afwisselend haaks en evenwijdig aan de weg.

Van der Zaenlaan

In het zuidoosten van het gebied Bosdrift ligt het deelgebied Van der Zaenlaan. Dit is een in zichzelf gekeerd buurtje met geschakelde eengezinswoningen en het wooncomplex Zuiderheide. De woningen staan langs meanderende straten en per straat komt er één woningtype voor. Kenmerkend voor de woningen zijn de samengestelde a-symmetrische dakvlakken, doorgetrokken dakvlakken, aanbouwen aan de voorzijde en dakkapellen. Het buurtje heeft een grillig stratenpatroon met weinig doorgaande wegen. Woningen grenzen met de achterzijde aan de doorgaande wegen. De woningen worden herhaald en zijn geschakeld waarbij de voorgevellijnen verspringen. De opbouw van de woningen bestaat uit een onderbouw van één tot twee lagen met een zadeldak. De dakvlakken zijn veelal a-symmetrisch en samengesteld, waarbij de nokrichting per blok of cluster gelijk is. Aanbouwen onder een doorlopend dakvlak en dakkapellen komen veel voor en zijn in het algemeen mee ontworpen en per cluster of blok van hetzelfde model.

Tuinwijk

Het gebied ten zuiden van de Taludweg en tussen Bosdrift en de Loosdrechtseweg is een wijk met tuinstadachtige bebouwing De verkaveling is ruim en is afwisselend open en gesloten. De wijk is zorgvuldig vormgegeven. De ruimtelijke kwaliteit van dit gebied bestaat vooral uit de zorgvuldige samenhang tussen stedenbouw en woningbouw door onder andere kleine voorgevellijnverspringingen, afwisselende hoogtes en verbijzonderde hoeken. De meeste bebouwing heeft een onderbouw van één tot twee lagen en een nadrukkelijke kap met overstekken. Gevels hebben een horizontale geleding door onder andere raamstroken direct onder de kap en enkele verticale accenten. De detaillering is zorgvuldig en veelal uitgewerkt tot het kleinste niveau. De overgang tussen openbaar en privé is veelal mee ontworpen en bestaat veelal uit lage muurtjes met penanten en daartussen hekwerken. Deze zijn per cluster in samenhang.

Eikbosserweg

De Eikbosserweg is een oude radiaal die van de kern van Hilversum naar het bos en de heidevelden aan de rand van Hilversum loopt. Aan deze weg staat afwisselende bebouwing. De woningen zijn individueel en afwisselend en hebben een geringe onderlinge afstand of zijn tegen elkaar gebouwd. De woningen zijn afwisselend en gedifferentieerd en bestaan uit een onderbouw van twee lagen met een samengesteld dak. De hoofdvorm is compact waarbij de begane grondlaag hoger is dan de laag erboven. De gevels zijn representatief, soms symmetrisch van opzet en een aantal woningen heeft een statige uitstraling. Een deel van de woningen heeft door staande ramen en topgevels een duidelijke verticale geleding. Maar ook woningen met een horizontale geleding met verticale accenten in Amsterdamse Schoolstijl komen voor.

De structuur van het deelgebied Bosdrift wordt in onderstaand figuur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01_0002.png"

Figuur 2: Structuur Bosdrift (bron: Welstandsnota Hilversum 2011)

Oosterstraten-Nieuwstraten

Gebied in hoofdlijnen

Het gebied Oosterstraten - Nieuwstraten is een niet planmatig ontwikkelde buurt direct ten zuiden van het centrum met arbeiderswoningen afgewisseld met incidentele nieuwbouw. Langs de Havenstraat, die het gebied als het ware in tweeën deelt staan grotere winkelwoonhuizen met een rijkere architectonische uitwerking dan de rest van het gebied. Het gebied wordt grofweg begrensd door de wegen Vaartweg, Elleboogstraat, Ruitersweg, Neuweg, Koningsstraat, Mauritslaan en Badhuislaan.

Het gebied Oosterstraten - Nieuwstraten is een niet planmatige uitbreiding op de bebouwing in het centrum. De wegenstructuur van dit gebied is gebaseerd op het oude kavelpatroon en eigendomsverhoudingen. Het heeft een traditioneel stedelijke verkaveling waarbij de sterke scheiding tussen privézijde en openbare zijde. De straten zijn smal en de woningen worden slechts door een smalle stoep van de rijbaan gescheiden en hebben geen voortuinen. De Havenstraat / Bosdrift is een belangrijke oude structuurlijn die van oudsher de kern van Hilversum verbond met het bos en de heidevelden. Het profiel van de weg is smal. Het gebied heeft geen grote openbare ruimte als pleinen en plantsoenen. In het gebied staat overwegend aaneengesloten bebouwing van twee bouwlagen met kap. Zowel in architectonische uitwerking als in bouwhoogte is de afwisseling groot.

Bebouwing in hoofdlijnen

Het gebied heeft een dichte bebouwing van kleine aaneen gebouwde woningen. Ze bestaan veelal uit lange blokken woningen van één tot twee bouwlagen hoog en zijn voorzien van een kap veelal met een nokrichting evenwijdig aan de straat. Ze worden afgewisseld door kleine bedrijfjes en individuele dorpsachtige woningen. De rooilijn volgt de weg en heeft kleine verspringingen tussen de hoofdmassa’s. De panden zijn in principe met hun voorgevel georiënteerd op de weg. De bebouwing is gevarieerd en afwisselend en heeft grotendeels ondanks dat veel woningen deel uitmaken van rijen of blokken een individueel karakter. De opbouw is in het algemeen eenvoudig. De oudere woningen hebben een opbouw van één tot twee lagen met kap. Nieuwere bebouwing is veelal breder en hoger. Er komen blokjes gestapelde woningen voor van drie tot vier lagen met plat dak. In het gebied komen verschillende kapvormen voor. De overheersende nokrichting is evenwijdig aan de weg, waarbij een haakse richting voorkomt als accent en voor ritmiek in het de straat zorgt.Veel woningen zijn vergroot door (woningbrede) dakkapellen, dakopbouwen en geveloptrekkingen. Gevels hebben in het algemeen een traditionele opbouw met staande ramen.

De architectonische uitwerking is afwisselend. Siermetselwerkverbanden, fijn gedetailleerde gootklossen, daklijsten en kozijnen komen voor. Met name oudere panden hebben een fijne detaillering. Deze is bij wijzigingen veelal verloren gegaan. Nieuwere panden hebben een zorgvuldige en veelal sobere architectonische uitwerking. In het algemeen is het materiaal- en kleurgebruik terughoudend, hoewel er ook opvallende of fel materiaal- en kleurgebruik voorkomt.Gevels zijn in hoofdzaak van baksteen, soms geschilderd of gepleisterd in een lichte kleur of gecombineerd met houten delen. Hellende daken zijn gedekt met dakpannen. Houtwerk is geschilderd. De winkelwoonhuizen aan de Havenstraat hebben een statiger karakter dan de buurten achter de Havenstraat. Ze vormen een min of meer gesloten gevelwand met veelal hoge en rijk gedetailleerde panden. De opbouw is veelal twee lagen met een samengestelde kap met een hoge verdiepingshoogte van met name de begane grondlaag. De winkels en bedrijven hebben veelal een afwijkende gevel op de begane grond. De detaillering en het materiaal- en kleurgebruik wijkt veelal af van de bovenbouw. Luifels, zonwering en reclameborden zorgen voor een sterke horizontale scheiding. De etalagepuien lopen veelal door tot aan de hoeken van het pand waardoor de massa niet meer duidelijk begrensd is. Reclame komt veel voor en maakt in negatieve zin een opvallend onderdeel uit van het straatbeeld.

De structuur van het deelgebied Oosterstraten-Nieuwstraten wordt in onderstaand figuur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01_0003.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01_0004.png"

Figuur 3: Structuur Oosterstraten-Nieuwstraten (bron: Welstandsnota Hilversum 2011)

Bloemenbuurt

Gebied in hoofdlijnen

Dit aan de zuidzijde van Hilversum gelegen gebied bestaat overwegend uit volkswoningbouwcomplexen en middenstandswoningen en is een in 1912-1935 tot stand gekomen planmatige stadsuitbreiding met architectonische samenhangende bebouwing. In het noordelijk deel van het gebied komen ook arbeiderswoningen voor. De Bloemenbuurt sluit aan op de arbeiderswoningen die ten behoeve van de opkomst van de industrie aan het begin van de twintigste eeuw aan de rand van het centrum gebouwd zijn en loopt tot aan de rand van de stad. Het gebied wordt begrensd door de Bosdrift, Hilvertsweg, Gijsbrecht van Amstelstraat, Eikbosserweg en Kolhornseweg. De Bloemenbuurt wordt gestructureerd door een aantal lange lijnen met deels een historische oorsprong. In oost/west richting lopen de Gijsbrecht van Amstelstraat, Neuweg, Diependaalselaan, Kolhornseweg en in noord/zuid richting Bosdrift, Hilvertsweg en Eikbosserweg. De overgang tussen bebouwing en het landschap is met de groene insteken Bosdrift, Hilvertsweg en Lijsterbeslaan vormgegeven. Tussen de structurerende lijnen lopen de verschillende buurtjes geleidelijk in elkaar over waarbij de grenzen veelal over de achterterreinen lopen. Bij de ensembles en complexen sluiten het openbare gebied, de stedebouwkundige opzet en de architectuur van de bebouwing op elkaar aan, waarbij de bijbehorende openbare gebouwen als een kerk, een school of een badhuis het complex of ensemble een meerwaarde verschaffen. Door de verkaveling en de vele zichtlijnen op deze openbare gebouwen te richten fungeren deze hiervan als herkennings- en oriëntatiepunt in het gebied. Langs de Gijsbrecht van Amstelstraat komen veel winkels en horeca voor. Door de luifels, uithangborden, etalagepuien en reclame is het beeld heel afwisselend.

Bebouwing in hoofdlijnen

De architectuur van de woningen is gebaseerd op herhaling van de woning als basiseenheid waarbij met name bij de complexen en ensembles verbijzonderingen in de openbare ruimte worden vertaald in accenten in de architectuur. De woningen vormen afgewogen composities met herhalingen, accenten en symmetrie-assen. Bij stedenbouwkundige aanleidingen komen onder andere hoogteverschillen in de massa, nokverdraaiingen, poorten en gevellijnverspringingen voor. De woningen zijn één tot twee lagen hoog met veelal een nadrukkelijke kap. De voorgevellijn is per cluster is samenhang waarbij verspringen voorkomen. Opbouw en gevels hebben een horizontale geleding met verticale accenten. De rand van het dak is benadrukt door overstekken en een uitkragende dakgoot. De overgang tussen openbaar en privé is met zorg vormgegeven door middel van bijvoorbeeld portieken, luifels en tuinmuurtjes.

Bijzondere gebouwen

In de Bloemenbuurt staan veel bijzondere gebouwen. Naast de kerken Clemenskerk, Diependaalsekerk en Zuiderkerk zijn binnen veel volkswoningbouwcomplexen openbare gebouwen opgenomen als de Oranjeschool, Geraniumschool, Dr. H. Bavinckschool, de Julianaschool en een badhuis. De kerken zijn oriëntatiepunten in de wijk. De Zuiderkerk staat in de as van de Orchideestraat en heeft een robuuste opbouw met bescheiden een rechthoekige toren met een langgerekt puntdak die aan de voorzijde van de kerk is uitgebouwd.

De structuur van het deelgebied Bloemenbuurt wordt in onderstaand figuur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01_0006.png"

Figuur 4: Structuur Bloemenbuurt (bron: Welstandsnota Hilversum 2011)

3.1.3 Groenstructuur

Het plangebied vormt een stadsdeel waarin huizen, laanbomen, en groenstructuur in het grootste deel een harmonieus geheel vormen. Op een aantal plaatsen is een duidelijke oriëntatie aanwezig van de stedelijke zijde.

De groenstructuur van het plangebied wordt bepaald door zeven wegen met groenbeplanting en middenbermen. Aan de zuidzijde van het plangebied vormt de Kolhornseweg de grens tussen het plangebied en de heide en bossen uit het buitengebied. Vanuit de Kolhornseweg gaan drie groene radialen de stad in die in directe verbinding staan met het buitengebied, namelijk: de Admiraal de Ruyterlaan, de Bosdrift en de Hilvertsweg. Daarnaast worden de westzijde en de oostzijde van het plangebied begrensd door wegen met een groen karakter. De Loosdrechtseweg aan de westzijde heeft een vrij uitgebreide groenbegeleiding van bomen en brede bermen. De Eikbosserweg aan de oostzijde is een ruim opgezette laan met huizen en groenbegeleiding van bomen.

Binnen het plangebied liggen verder als belangerijke groene elementen de Algemene begraafplaats Bosdrift en de Kastanjevijver. De grotere groene elementen zijn door brede lanen, met groene middenbermen met het buitengebied verbonden.

Groenstructuur en ecologie in detail

Nieuwe Algemene Begraafplaats Bosdrift: De begraafplaats heeft een groen bosachtig karakter met markante bomen. Het is een rustig gebied door de functie, de grootte en het geringe aantal entrees. Dit zorgt ervoor dat de begraafplaats mede geschikt is voor vogels. De begraafplaats en de omliggende wijk zijn dan ook zeer vogelrijk.

Kastanjevijver: De Kastanjevijver is het enige open water in het plangebied en een waardevolle plek voor Bosdrift. Om de vijver zijn verharde taluds, paden, gras en bomen gesitueerd. De vijver is gelegen in een Dudokwijk heeft een statig cultureel karakter. De Kastanjevijver is omringd door wegen en de formele groenstructuur waardoor de vijver ecologisch vrij geisoleerd ligt.

Rooms-Katholieke Begraafplaats St. Barbara: De Begraafplaats St. Barbara is kleiner dan de Nieuwe Algemene Begraafplaats Bosdrift. De begraafplaats is vrij open van karakter, met wat laag blijvende begroeiing en omzoomd met dichte boom- en struikbeplanting. De begraafplaats biedt goede ecologische mogelijkheden voor de flora en fauna door de aanwezigheid van de Hoorneboegse Heide.

Algemene Begraafplaats Zuiderhof: De Algemene Begraafplaats Zuiderhof is omringd door de Hoorneboegse Heide en vormt hier een geheel mee. Het aanwezige formele groen op de begraafplaats is minder waardevol dan de randvegetatie die kenmerken heeft van de bosvegetatie in het buitengebied.

Speel-buurtpark Neuweg: Dit buurtpark uit omstreeks 1994 is deels verhard en heeft een gevarieerde gebruiksfunctie. Omdat het buurtpark is gelegen in een dicht bebouwde woonwijk heeft het aanwezige groen een relatief belangrijke gebruikswaarde. Daarnaast heeft het ook een ecologische functie.

Overig groen: De kleinere groenelementen worden gevormd door de tuinen en beplanting om verschillende kerken, scholen, bejaardentehuizen en andere instellingen. De plantsoenen van het Busken-Huetplein en het Lavendelplein maken eveneens deel uit van het overig groen.

3.1.4 Waterstructuur

Het plangebied kent door het ontbreken van grotere waterlopen geen waterstructuur. De Kastanjevijver is het enige oppervlaktewater in dit vrij grote gebied.

3.1.5 Verkeersstructuur

De wegen binnen Bosdrift hebben een belangrijke verkeersfunctie. De wegen worden gekenmerkt door het intensieve gebruik door gemotoriseerd verkeer en (brom)fietsverkeer.

De Bosdrift vormt samen met de Hilvertsweg een radiaal die in het noorden van het plangebied overgaat in de Havenstraat. Op het gedeelte ten noorden van de Neuweg geldt op de Bosdrift eenrichtingsverkeer richting het centrum. De andere belangerijke radiaal in het plangebied wordt gevormd door de Neuweg en het verlengde daarvan. Op het gedeelte ten noorden van de kruising tussen de Hilvertsweg en de Neuweg geldt op de Neuweg eenrichtingsverkeer richting het zuiden.

Als één van de in- en uitvalswegen van Hilversum heeft de Diependaalselaan een belangrijke verkeersfunctie, waarbij volledige scheiding van verkeerssoorten is toegepast. Ook in de Havenstraat vindt een volledige scheiding tussen verkeerssoorten plaats. De Gijsbrecht van Amstelstraat kent alleen tussen de Bosdrift en de Neuweg een volledige scheiding tussen verkeerssoorten. Op de overige belangrijke wegen in het plangebied vindt een gemengde verkeersafwikkeling plaats.