Plan: | Anna´s Hoeve RWZI |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.10bp02annarwzi-oh01 |
Natuur - gebiedsbescherming
In de PlanMER wordt geconstateerd dat er geen fysieke aantasting plaats vindt van natuurbeschermingsgebied Laarder Wasmeer. Verder wordt geconcludeerd dat er door de realisatie van de RWZI geen grotere uitstralingseffecten te verwachten zijn.
Natuur - soortenbescherming
In de planMER is vermeld dat in onderzoeken uit 2004 en 2005 is geconstateerd dat in het gehele gebied Anna´s Hoeve ringslangen voorkomen. Maar zowel de locatie waar de ringslangen waren gesignaleerd, als de locatie waar compenserende maatregelen waren voorzien, liggen buiten het plangebied van de RWZI.
In het kader van dit bestemmingsplan is een quick scan natuur voor het gehele gebied Anna´s Hoeve uitgevoerd (Quick-scan natuur Anna's Hoeve te Hilversum, Grontmij Nederland B.V., projectnummer 299597, 27 september 2010). Uit deze quick scan kwam naar voren dat nader onderzoek noodzakelijk is.
In nadere onderzoeken door bureau Schenkeveld (begin 2011) wordt geconcludeerd dat:
Aangezien er geen negatieve effecten zijn te verwachten is het niet noodzakelijk compensatie te plannen of een ontheffing ex Art. 75 Flora en Faunawet ten behoeve van de beschermde diersoorten aan te vragen.
Door verstorende werkzaamheden, zoals kappen van bomen, buiten het broedseizoen uit te voeren wordt verstoring van broedende vogels voorkomen.
Landschap en recreatie
De nieuwe RWZI komt te liggen tussen de 25 meter hoge grondberg en het Laarder Wasmeer en bestaat uit losse gebouwen en bakken. De grondberg krijgt een recreatieve functie. De berg fungeert op deze manier als een buffer tussen de oostrand van Hilversum en het Laarder Wasmeer. Ten oosten van de RWZI komt een fietspad. Bij de realisatie van het fietspad wordt gewerkt met brede houtsingels als buffer tussen het Laarder Wasmeer aan de ene kant en de bergbezinkbassins en de RWZI aan de andere kant. De beleving vanaf het fietspad zal groen zijn. In de PlanMER wordt geconcludeerd dat het landschap er ten opzichte van de feitelijke situatie op vooruit gaat. Ten opzichte van de MBR gaat het landschap er enigszins op achteruit.