direct naar inhoud van 5.7 Bodem en watersysteem
Plan: Kamerlingh Onnesweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.09bp00kamerlinghon-va01

5.7 Bodem en watersysteem

5.7.1 Bodem

Het plan moet voorzien in het realiseren én behouden van een duurzame bodemkwaliteit. Bodem die schoon is, moet schoon blijven en er moet op een juiste manier worden omgegaan met de aanwezige verontreinigingen. In geval van gebieden met verontreiniging dient de chemische bodemkwaliteit en het gebruik op elkaar afgestemd te worden. De bodem hoeft daarvoor niet in alle gevallen te worden schoongemaakt, maar wordt dan alleen geschikt gemaakt voor de huidige of toekomstige functie.

Wanneer er op een willekeurige locatie binnen het plangebied (her)ontwikkeling gaat plaatsvinden, dient er onderzoek gedaan te worden naar de kwaliteit van de bodem van de betreffende locatie. Hierbij dienen de op dat moment geldende landelijke normen te worden gehanteerd. Deze normen waarborgen onder andere dat bij (her)ontwikkeling op een locatie altijd de provincie en de gemeente worden geraadpleegd voor bodeminformatie. Omdat de gemeente heeft besloten geen nieuwe bodemkwaliteitskaart op te stellen zal de actuele bodemkwaliteit in de meeste gevallen bepaald moeten worden door het uitvoeren van een (verkennend) bodemonderzoek.

Daarnaast geldt dat vrijwel alle riolen in Hilversum (met uitzondering van de riolen in de wijk Kerkelanden en de Hilversumse Meent) boven het grondwater liggen. Dit heeft tot gevolg dat uit eventuele lekke riolen rioolwater uittreedt en verontreiniging van de bodem en grondwater kan veroorzaken. Deze lekke riolen worden met voorrang vervangen.

5.7.2 Waterparagraaf

Het bestemmingsplan heeft een consoliderend karakter. Binnen het bestemmingsplan vinden enkel kleine ontwikkelingen/reconstructies plaats. Denk hierbij aan het (her)bouwen van een bebouwing binnen de bestaande bouwvlakken of het bouwen van een erker. Het verhard oppervlak neemt dan ook niet structureel toe en het watersysteem verandert ook niet. Wel dient rekening gehouden te worden met de beleidslijnen ten aanzien van de omgang met (hemel)water en ter plaatse van het drinkwaterbeschermingsgebied met de regels in de Provinciale Milieuverordening.

Onderzoek wijst uit dat afkoppelen en op eigen perceel infiltreren van regenwater kan leiden tot bodem- en grondwaterverontreinigingen, omdat afstromend regenwater niet altijd schoon is. Daarom wil de gemeente hier in de toekomst genuanceerder mee omgaan.

Voorwaarden bij infiltratie zijn het aanleggen van lokale zuiveringsvoorzieningen (wadi's, helofyten, bezinkvoorzieningen, e.d.), het tegengaan van uitlogende (bouw)materialen en het vermijden van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Het afkoppelbeleid wordt in samenwerking met Provincie en Hoogheemraadschap in het kader van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP periode 2009-2014) aangepast aan deze nieuwe inzichten. Voor de toekomstige invulling van het afkoppelbeleid wordt verwezen naar het GRP.

Voor het opstellen van dit bestemmingsplan heeft afstemming plaatsgevonden met het Waternet, als vertegenwoordiging van het Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht. Tijdens een overleg d.d. 10 februari 2011 is een aantal afspraken gemaakt ten aanzien van de toelichting en de bestemmingsmethodiek van wateraspecten.