De regels bevatten de juridische regeling voor het gebruik van de gronden, bepalingen over de toegelaten bebouwing en een regeling over het gebruik van bebouwing. De regels, die zijn onderverdeeld in artikelen, worden hierna (indien nodig) toegelicht. Bij de opzet van de regels is aangesloten bij de SVBP2012 en de bepalingen van het Besluit ruimtelijke ordening. De artikelen bevatten bepalingen over de specifieke bestemmingen in het plan. De opbouw van deze artikelen is steeds gelijk, conform de eisen van de SVBP2012.
Indeling hoofdstukken
De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn:
- Inleidende regels;
- Bestemmingsregels;
- Algemene regels;
- Overgangs- en slotregels.
In de Inleidende regels worden de gebruikte begrippen beschreven (
artikel 1). Daarnaast worden regels gesteld ten aanzien van de wijze waarop gemeten moet worden (
artikel 2).
Uitgangspunt van het plan is dat binnen het plangebied niet meer dan 6.560 m2 bvo aan bebouwing gerealiseerd mag worden. Dit heeft geleid tot een zeer specifieke regeling waarbij binnen de bestemming 'Gemengd - 1' en 'Wonen' op de verbeelding per bouwvlak is opgenomen hoeveel m2 bebouwd mag worden. Specifiek voor 'Wonen' geldt dat de opgenomen bvo's evenredig verdeeld moeten worden over de hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken per hoofdgebouw. Omdat de exacte perceelgrenzen nog niet vastliggen is gekozen voor een verbale regeling.
'Gemengd - 1'
De bestemming '
Gemengd - 1' is opgenomen voor de gebouwen en gronden t.b.v. het werken in dit plan. Ter plaatse van deze bestemming zijn onder andere kantoren, dienstverlening, en bedrijven van ten hoogste categorie 2 van de in de bijlage bij de regels opgenomen 'staat van Bedrijfsactiviteiten' toegestaan.
Voor het bouwen geldt dat hoofdgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd, waarbij het bouwvlak voor 100% mag worden bebouwd. De maximale goot- en bouwhoogte staat op de verbeelding aangegeven. De bijbehorende bouwwerken mogen binnen het achtererfgebied worden gebouwd, niet minder dan 1,00 meter achter de voorgevelrooilijn met een maximum oppervlak van 50 m². Daarnaast gelden verschillende bouwhoogtes, variërend van 4,00 tot 5,00 meter, voor de bijbehorende bouwwerken en vrijstaande bijbehorende bouwwerken. Binnen deze bestemming mogen tevens bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
'Groen'
De groenstroken binnen het plangebied zijn voorzien van de bestemming 'Groen'. Binnen deze bestemming zijn groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming (groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen) worden gebouwd. Het gaat hier nadrukkelijk niet om bouwwerken die ten dienste van de naastgelegen bestemmingen ‘Gemengd-1’ of ‘Wonen’ zijn, zoals bijvoorbeeld een overkapping voor haardhout. Ook een gebouw, bijvoorbeeld een tuinhuisje, is niet toegestaan binnen de groenbestemming. De bouwhoogte van de bouwwerken voor groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen mag niet meer dan 2 meter bedragen. Voor het groen met name aan de randen van het gebied is voor een goede inpassing qua privacy binnen deze bestemming een regeling opgenomen dat afschermend groen moet worden aangelegd en in stand gehouden. Afschermend groen is veelal bladhoudend waarmee direct vrij zicht op een buurperceel wordt voorkomen. Daarvoor geldt bovendien een verplichting om dit groen overeenkomstig een inrichtingsplan in te richten.
'Tuin'
Aan de voorzijde van de woningen is voor de tuinen de bestemming '
Tuin - 1' opgenomen. Hier zijn tuinen met de daarbij behorende voorzieningen toegestaan. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Er mag een erker worden gebouwd met een hoogte van ten hoogste de begane grondlaag van het hoofdgebouw. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een bouwhoogte van 1,00 meter. Binnen de bestemming 'Tuin - 1' mag niet geparkeerd worden. Voor de woningen in het ‘binnen gebied’ is de bestemming ‘Tuin – 2‘ opgenomen. Deze regeling is identiek aan de regeling voor ‘Tuin – 1’ met dien verstande dat binnen ‘Tuin – 2’ wel geparkeerd mag worden in de tuin.
'Verkeer'
De wegen en parkeervoorzieningen binnen het plangebied zijn bestemd met de bestemming '
Verkeer - Verblijfsgebied'. Naast het wegverkeer en de parkeervoorzieningen is openbaar groen binnen deze bestemming toegestaan. Voor de gronden met deze bestemming geldt dat uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3,00 meter, met uitzondering van verlichting en verkeersregulatie die niet meer dan 6,00 meter mogen bedragen.
'Wonen'
Binnen de bestemming '
Wonen' is het wonen in twee-onder-één-kapwoningen en gestapelde woningen toegestaan, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit met de daarbij behorende voorzieningen. Onder de daarbij behorende voorzieningen vallen alle voorzieningen die behoren bij het wonen zoals een pad naar de woning of een terras in de achtertuin. Maar bijvoorbeeld ook tuinmeubilair.
Voor het bouwen geldt dat hoofdgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. Het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd. Op de verbeelding staat het maximum aantal wooneenheden aangeduid. Ook de maximum goot- en bouwhoogte staat op de verbeelding aangegeven. Het is niet toegestaan om zelfstandige woningen voor meervoudige bewoning te verbouwen en/of te gebruiken. Ook de verbouw en/of gebruik voor onzelfstandige woonruimte is dus niet toegestaan. De bijbehorende bouwwerken mogen binnen het achtererfgebied worden gebouwd, niet minder dan 1,00 meter achter de voorgevelrooilijn met een maximum oppervlak van 50 m². Daarnaast gelden verschillende bouwhoogtes, variërend van 4,00 tot 5,00 meter, voor de bijbehorende bouwwerken en vrijstaande bijbehorende bouwwerken. Binnen deze bestemming mogen tevens bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
'Waarde - Archeologie'
De dubbelbestemming '
Waarde - Archeologie' is opgenomen voor de noordelijk gelegen gronden. Ter plaatse van deze dubbelbestemming zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de aanwezige archeologische waarden.
'Waarde - Beeldbepalende boom'
Op twee plaatsen binnen het plangebied zijn beeldbepalende bomen aanwezig. Voor het behoud van deze aanwezige beeldbepalende bomen is de dubbelbestemming '
Waarde - Beeldbepalende boom' opgenomen.
'Waarde - Beschermd stadsgezicht'
De planlocatie maakt onderdeel uit van een beschermd stadsgezicht. Derhalve is de dubbelbestemming '
Waarde - Beschermd stadsgezicht' opgenomen. Deze gronden zijn mede bestemd voor het behoud, het herstel en de uitbouw van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
'Antidubbeltelregel'
De antidubbeltelregel (
artikel 12) strekt ertoe te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw een tweede keer zou kunnen worden gebruik gemaakt. Aangesloten is bij de standaard antidubbeltelregel die in het Bro is opgenomen.
'Algemene bouwregels'
De algemene bouwregels (
artikel 13) bevat een regeling die bepaalt dat ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing worden gelaten bij de toetsing van maten die volgens het plan zijn gegeven. Het gaat bijvoorbeeld om overstekende goten, luifels, kozijnen en dergelijke.
'Algemene gebruiksregels'
In de algemene gebruiksregels (
artikel 14) is bepaald welk gebruik in ieder geval als verboden en welk gebruik als toegestaan wordt aangemerkt. Daarnaast is bepaald dat bij een gebouw ten behoeve van het parkeren en het stallen van auto's parkeervoorzieningen in de juiste mate ruimte moeten worden aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Daarbij dient te worden voldaan aan de 'Beleidsregels Parkeren bij ruimtelijke ontwikkelingen Hilversum 2017' die als
bijlagen bij de regels bijlage 2 zijn opgenomen.
'Algemene afwijkingsregels'
Artikel 13 bevat de algemene afwijkingsregels en heeft onder meer tot doel enige flexibiliteit in de regels aan te brengen. Via een door burgemeester en wethouders te verlenen afwijking kunnen onder meer geringe wijzigingen in de maatvoering voor bouwwerken worden aangebracht en kunnen onder meer (openbare) nutsvoorzieningen, waterstaatkundige- of verkeerstechnische voorzieningen en waterstaatkundige of verkeerstechnische voorzieningen en straatmeubilair, kunstobjecten, informatievoorzieningen en/of reclame worden gerealiseerd.
'Overgangsregels'
Het overgangsrecht dat in het Besluit ruimtelijke ordening is opgenomen, staat in
artikel 16. Indien de in het plan opgenomen regels, voor wat betreft gebruik of bebouwing, afwijken van een bestaande, legale situatie, dan zijn daarop de overgangsbepalingen van toepassing. De overgangsbepaling heeft tot doel bestaande belangen te respecteren totdat realisering van de nieuwe bestemmingsbepalingen dan wel bebouwingsbepalingen plaatsvindt.
Voor bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, is bepaald dat deze gedeeltelijk mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de bestaande afwijking niet wordt vergroot. Gehele vernieuwing is in principe uitgesloten, waaronder ook gefaseerde vernieuwing van een bouwwerk wordt verstaan. Het doel van het overgangsrecht is dat het bestaande bouwwerk in de bestaande staat in stand mag worden gehouden. Uitsluitend na het tenietgaan van het bouwwerk door een calamiteit, waarmee onder andere brand of extreme weersomstandigheden wordt bedoeld, is onder voorwaarden gehele vernieuwing toegestaan. Vergunningsplichtige bouwwerken, die zonder vergunning zijn opgericht, kunnen door overgangsrecht niet gelegaliseerd worden. Bouwen zonder vergunning is immers een overtreding van de Wabo die niet door een regeling in een bestemmingsplan ongedaan kan worden gemaakt.
Voor het gebruik dat onder het overgangsrecht valt, is bepaald dat dat gebruik mag worden voortgezet. Het gebruik mag eveneens worden gewijzigd voor zover de afwijking ten opzichte van het toegestane gebruik niet vergroot wordt. Hiervoor is reeds aangegeven dat illegale bouwwerken niet gelegaliseerd kunnen worden door overgangsrecht. Voor gebruik is dat in principe wel mogelijk maar vanuit het oogpunt van handhaving ongewenst. Gezien het voorgaande is in de overgangsbepaling opgenomen dat het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan van het overgangsrecht, is uitgesloten. Ook na het van kracht worden van dit plan kan dus nog met succes handhavend worden opgetreden tegen gebruik dat reeds in strijd was met het voorgaande bestemmingsplan.
'Slotregel'
In de regels van het bestemmingsplan wordt in de Slotregel (
artikel 17) aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.