Plan: | Vivaldipark Noordoostpunt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.04bp03vivaldiNO-va01 |
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.
Aangezien het terrein grotendeels braak ligt en wordt gebruikt als trapveldje worden er nauwelijks beschermde soorten verwacht in het plangebied. Alleen in de beplanting langs de rand van het plangebied kunnen vogels broeden en zijn mogelijk vaste verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig.
De bouw van twee woningen leidt niet tot de aantasting van beschermde soorten. Wel dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron:www.vogelbescherming.nl).
Indien (in de toekomst) de beplanting wordt gekapt, is nader onderzoek nodig naar het voorkomen van vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en broedvogels.
Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een beschermd natuurgebied. Ten noorden van het plangebied maken de bossen wel deel uit van de EHS. Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren, worden negatieve effecten op de EHS uitgesloten. Het beschermd natuurmonument Bussumer en Westerheide ligt ten noordoosten van het plangebied. De tussenliggende bebouwing en infrastructuur vormen een buffer, zodat de ingrepen in het plangebied niet leiden tot verstoring van dit gebied.
Conclusie
Gezien bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van dit plan dan ook niet in de weg staan.