direct naar inhoud van 4.4 Gemeente
Plan: Kinderboerderij Melkmeent 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.01bp04melkmeent-va01

4.4 Gemeente

4.4.1 Toekomstvisie Hilversum 2015

In de toekomstvisie kiest de gemeente voor een stabilisatie van het inwonersaantal rond 80.000 inwoners en een stabilisatie en versterking van de werkgelegenheid. In de nota zijn hoofdlijnen uitgezet ten behoeve van komende beleidsontwikkelingen en zijn binnen die hoofdlijnen speerpunten en sleutelprojecten aangegeven die kunnen worden geconcretiseerd. Onevenwichtigheden aanpakken en tegelijk de bestaande kwaliteiten die Hilversum heeft, behouden en versterken is daarbij de leidraad. Doelgericht, maar ook zorgvuldig en behoedzaam toewerken naar een compacte en tegelijk complete stad die duurzaam in evenwicht zal zijn. Waar sprake is en blijft van hoogwaardig wonen en werken in het groen, voor jong en oud en alles daartussenin. De toekomstvisie Hilversum 2015 is op 10 november 1999 door de gemeenteraad vastgesteld.

4.4.2 Kenniscentrum Hilversum, Economische visie 2007 - 2020

De Economische visie 2007 - 2020 is een meerjarenvisie met een kader waaraan economische besluitvorming moet worden getoetst. De raad heeft deze visie 9 mei 2007 vastgesteld. Daarbij is gekozen voor de scenario's:

  • 'Hilversum werkstad' om voldoende werkgelegenheid binnen de gemeentegrenzen te houden;
  • 'focus' op bepaalde vormen van bedrijvigheid.

Een van de speerpunten van bedrijvigheid is toerisme (naast multimedia en zorg). De visie stelt dat er vooral kansen liggen voor dagrecreatie. Vooral de natuurgebieden rondom Hilversum zijn trekkers. De economische potentie van het buitengebied kan beter worden benut door op beperkte schaal laagdrempelige horecavoorzieningen aan de rand van het buitengebied toe te staan en de bereikbaarheid van de natuurgebieden per fiets te verbeteren. Daarnaast wordt het ontwikkelen van innovatieve dag- en verblijfsrecreatieve arrangementen en activiteiten door het regionaal expertisecentrum aangemoedigd.

4.4.3 Uitwerkingsnota Detailhandel en Horeca

In september 2008 heeft de gemeenteraad de Uitwerkingsnota Detailhandel en Horeca vastgesteld. De gemeente hecht veel waarde aan een goed functionerend detailhandels- en horeca-aanbod. Winkels, horeca en de warenmarkt vormen de motor van de binnenstad. Op buurt- en wijkniveau dragen de voorzieningen sterk bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Tot slot beperkt een goed aanbod op korte afstand van de woning de verkeersbewegingen.

In de nota zijn de hoofdlijnen van beleid voor winkels, horeca en de warenmarkt aangegeven. Het daagt uit tot een veelheid aan acties en maatregelen. Centraal staan het bevorderen van een goed ondernemersklimaat, een goede overlegstructuur en het blijvend voorzien in de benodigde randvoorwaarden. Verder zijn voor winkels, horeca en de warenmarkt de prioriteiten benoemd.

Het concentratiebeleid voor de binnenstad heeft bijgedragen tot het ontstaan van een sterk en herkenbaar uitgaansgebied en het verminderen van overlastgevende horeca in woongebieden. Dit neemt niet weg dat ook buiten de concentratiegebieden horeca soms gewenst of mogelijk is. Dergelijke horeca mag de positie en kwaliteit van de horecaconcentratiegebieden niet ondermijnen.

Volgens de nota kan voor bijzondere locaties vrijstelling worden gegeven voor een beperkt aantal bijzondere horecabedrijven met een bovenwijkse functie op bijzondere locaties en/of in bijzondere (bijvoorbeeld monumentale) panden. Het gaat om bedrijven die toegevoegde waarde hebben en in principe geen bedreiging vormen voor horeca in de concentratiegebieden.

De ondersteunende horecavoorziening die dit bestemmingsplan mogelijk maakt, is zo'n bijzondere locatie.

4.4.4 Uitwerkingsnotitie toerisme en recreatie, binnenpret en buitenkansen

Toerisme is een speerpunt van het economische beleid. De kern van de visie is er daarom op gericht om ervoor te zorgen dat Hilversum samen met de regiogemeenten en het bedrijfsleven gebruik maken van deze kansen. De notitie is 9 januari 2008 vastgesteld door de raad. Het benutten ervan kan door aan te sluiten bij de unieke kwaliteiten die stad Hilversum heeft op de gebieden van multimedia, zorg, cultuurhistorie, natuur en winkelen. Er zijn vooral kansen in het dagtoerisme, waaronder ook zakelijk dagtoerisme. De gemeente kiest bewust niet voor het ontwikkelen van nieuwe grootschalige attracties. De hoofdredenen hiervoor zijn het gebrek aan uitbreidingsruimte en de verkeersaantrekkende werking.

Voor de volgende kansen (speerpunten) is door de gemeente in samenwerking met het bedrijfsleven gekozen:

  • het leggen van regionale en lokale verbindingen tussen attracties; Om het verblijfsrecreatieve aanbod in de gemeente Hilversum te verbreden wil de gemeente onderzoeken of er in de gemeente ruimte is voor het vestigen van enkele kleinschalige, onderscheidende hotels in een ander marktsegment dan de nu veel voorkomende klasse (4 sterren). Ook zal de gemeente onderzoeken of er in de stad Bed & Breakfast gevestigd kunnen worden.
  • ontwikkeling en profilering van Mediastad Hilversum als attractieve (dag)bestemming; Om de bezoekers op het Media Park zelf langer vast te kunnen houden wordt daarom door de gemeente de ontwikkeling van een beperkt aantal aanvullende voorzieningen (in zijn totaliteit maximaal 7.500 m2) mogelijk gemaakt, zoals de ontwikkeling van een hotel, detailhandel, horeca en een businesscentrum. Daarnaast kan de link tussen media en binnenstad worden versterkt door samen met het reguliere bedrijfsleven actief acquisitie beleid te richten op innovatieve detailhandel- en horecaconcepten gericht op de multimediasector.
  • het ontwikkelen van nieuwe product-markt-combinaties tussen zorg en toerisme in regionaal verband; Door de schone lucht en groene ruimte kunnen patiënten beter herstellen. Zorg en toerisme zijn dus al decennia lang vervlochten met elkaar. De regio en de gemeente Hilversum hebben gekozen voor de verdere uitbouw van zowel de zorgsector als de toeristische sector.
  • het versterken van de centrumpositie van de binnenstad voor de regio; De Hilversumse binnenstad vervult binnen de regio een centrumpositie op het gebied van winkelen en uitgaan. Een groot deel van de regionale bestedingen op deze terreinen vindt plaats in de Hilversumse binnenstad. Het is voor de Hilversumse binnenstadondernemer van belang dat Hilversum deze positie behoudt en waar mogelijk uitbouwt.
  • het beter bereiken van de internationale toerist die komt voor de jonge monumenten.

Hilversum staat nationaal en internationaal bekend als stad van jonge monumenten van architectuur en stedenbouw. In samenwerking met het bedrijfsleven wil de gemeente deze aantrekkelijke kant van Hilversum bij de (internationale) doelgroep meer voor het voetlicht brengen.

4.4.5 Beleidsregels Parkeernormen Hilversum

Deze beleidsregels hebben betrekking op het stellen van een eis tot het aanbrengen van parkeer-/stallingsruimte voor auto’s op ‘eigen terrein’, alsmede de wijze van bepalen van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen, in verband met aanvragen betrekking hebbend op bouwen en/of gebruik.

Ook wordt een eis gesteld aan de afmetingen van de parkeer-/stallingsruimte en wordt een verplichting geformuleerd inzake laad- of losruimte.

Het doel van dit beleid is dat in parkeer-/stallingsruimte voor auto’s, dan wel laad- of losruimte, op eigen terrein moet worden voorzien als daartoe behoefte ontstaat ten gevolge van bouwen, waarvoor een vergunning is vereist, en/of gebruik, waarvoor een ontheffing nodig is op grond van de Wro. Op deze wijze wordt in het bijzonder de parkeerdruk in de openbare ruimte beperkt, en wordt de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de benodigde parkeerplaatsen primair bij de ‘veroorzaker’ van de parkeervraag gelegd.

4.4.6 Nota aanvullend fietsbeleid

Het gaat goed met het gebruik van de fiets in Hilversum. Naast het continueren van investeringen in nieuwe fietsvoorzieningen en het economische en culturele klimaat van de Hilversum zijn extra impulsen noodzakelijk om het fietsgebruik verder te laten groeien. Niet het fietspad maar de fietser staat hierbij centraal. Hoe kan de Hilversummer worden verleid om te gaan fietsen? De komende vijf jaar zijn hiervoor tientallen miljoenen euro's beschikbaar gesteld. Dit bedrag is naar verwachting voldoende om een groot aantal projecten op de korte termijn te realiseren. De grootste investering betreft het completeren van het recreatieve fietspadennetwerk. De nota is 16 oktober 2008 vastgesteld door de raad.

4.4.7 Structuurvisie Archeologie 'De ondergrondse stad'

De gemeente Hilversum heeft het archeologisch erfgoed en mogelijke verstoringen daarvan in kaart gebracht. Op 11 mei 2011 heeft de gemeenteraad de met Structuurvisie Archeologie ‘De ondergrondse stad’ ingestemd. Een belangrijk uitgangspunt is daarbij dat de verstoorder betaalt.

‘De ondergrondse stad’ is een logisch gevolg van internationale afspraken over behoud en bescherming van het archeologisch erfgoed die al in 1992 in het Europese Verdrag van Malta werden gemaakt en in 2006 zijn verankerd in nationale wetgeving. Als gevolg van deze afspraken gaat de gemeente de kennis over de ontwikkeling van het landschap en de bewoningsgeschiedenis gebruiken om vindplaatsen van archeologisch erfgoed in kaart te brengen. Inmiddels is een archeologische beleidskaart ontwikkeld die het mogelijk maakt archeologisch onderzoek in te plannen.

Wanneer sprake is van verstoring van de bodem (bijvoorbeeld bij bebouwing) dan stelt de archeologische beleidskaart (en bijbehorende regels) de initiatiefnemer in staat om te beoordelen waar onderzoek moet plaatsvinden. Allereerst wordt onderzocht of erfgoed aanwezig is, vervolgens om welk erfgoed uit welke periode het gaat. Uiteindelijk wordt het erfgoed opgegraven, worden de sporen van bewoning en gebruik vastgelegd en dienen de voorwerpen als illustratiemateriaal voor de geschiedenis van Hilversum.

In paragraaf 5.6 van deze toelichting is opgenomen op welke wijze is omgegaan met archeologie in het plangebied.

4.4.8 Duurzaamheid en de gebouwde omgeving

Duurzaam bouwen staat voor het ontwikkelen en beheren van de gebouwde omgeving met respect voor mens en milieu, en is daarmee een integraal onderdeel van de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Dit betekent dat de gezondheids- en milieuaspecten in alle fasen van de inrichting van de gebouwde omgeving, de bouw en het gebruik (inclusief sloop) betrokken dienen te worden. Hierbij wordt gestreefd naar een duurzame (stedelijke) ontwikkeling die leidt tot een extensiever energieverbruik / lage milieubelasting, integraal ketenbeheer en behoud en versterking van de kwaliteit van de gebouwde omgeving (ruimtelijke kwaliteit). Duurzaam bouwen betekent ook dat de gerealiseerde kwaliteit in de toekomst wordt gehandhaafd, zodat ook toekomstige generaties daarin delen. Energiebesparing vormt bij duurzaam bouwen een belangrijk item. Hierbij kan gedacht worden aan compacte bouwvormen, gunstige lichttoetreding en zongerichte verkaveling. Ook waterbesparing is een belangrijk aspect. Het installeren van waterbesparende voorzieningen is hiervan een voorbeeld.

De gemeente Hilversum is voornemens om toekomstige nieuwbouw te toetsen met duurzaam bouwen-meetinstrument 'GPR-gebouwen'. Hierbij is het halen van de gemiddelde score van een 7 of 8 de ambitie. Dit is echter nog geen vastgesteld beleid. Te zijner tijd wordt dit opgenomen in de Visie duurzame stedenbouw. Tevens is de gemeente Hilversum voornemens om in de toekomst te gaan werken met het meetinstrument DPL (duurzaamheids Profiel van een Lokatie) en dit te gaan hanteren voor het integreren van duurzaamheid in de ruimtelijke planning. DPL is een computerprogramma dat de duurzaamheid van een wijk meet op de verschillende duurzame aspecten als: materialen, energie, groen in de wijk, sociale cohesie, duurzame bedrijven, milieukwaliteit etc. Dit DPL-instrument kan worden ingezet bij gebiedontwikkeling en hierin kunnen de ambities voor duurzaamheid tijdens het planproces worden gevoerd gezamenlijk met de verschillende planscenario´s, en een sterkte-zwakte analyse.

4.4.9 Gemeentelijk Rioleringsplan 2009 - 2014

In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2009 - 2014 is deels het van belang zijnde waterbeleid voor de gemeente opgenomen. De gemeente stelt als eis dat een maximale inspanning wordt gedaan om het hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. Waar infiltratie mogelijk is moet zoveel mogelijk water worden afgevoerd naar de bodem.

Onderdeel van het proces van onderhavig bestemmingsplan is de watertoets waarin de verschillende wateraspecten aan de orde komen. Met betrekking tot het bestemmingsplan is overlegd met de betreffende waterbeheerder. In paragraaf 3.7.2 is beschreven wat de gevolgen voor de waterhuishouding zijn en hoe water is vastgelegd in voorliggend bestemmingsplan.

4.4.10 Welstandsnota Hilversum 2008

De welstandsnota is op 23 april 2008 door de raad vastgesteld met als doel vooraf helderheid te bieden over de welstandscriteria die door de gemeente worden gehanteerd bij het beoordelen van bouwinitiatieven. Waarbij behoudt van de bestaande kwaliteiten voorop staat. Het is belangrijk dat het bestemmingsplan en de welstandsnota goed op elkaar zijn aangesloten. Daarom is in Hilversum de afspraak gemaakt dat bestemmingsplannen vooraf om advies aan de commissie voor welstand en monumenten worden voorgelegd, waarbij het in eerste instantie gaat om de kwalitatieve paragrafen en de wijzigingsbevoegdheden.

Omdat in een bestemmingsplan de bestemming aan de grond wordt gegeven met de daarbij behorende bebouwings- en gebruiksmogelijkheden, behoren welstandscriteria niet via het bestemmingsplan, maar via de welstandsnota geregeld en eventueel gewijzigd te worden.

In de Welstandsnota is de volgende beschrijving opgenomen van het Hilversumse veenweidegebied:

'De bebouwing in dit deel van het buitengebied is onnadrukkelijk. Het zijn vooral woonhuizen en boerderijen met bijgebouwen van wisselende vormgeving en kwaliteit.

Het groene karakter is het meest van belang voor de zandgronden en veenweiden. De onnadrukkelijke aanwezigheid van de bebouwing is hier op zijn plaats. Het beleid is gericht op beheer. Terughoudende architectuur is op zijn plaats, evenals landschappelijke inpassing.'

Het welstandsniveau voor het buitengebied van Hilversum is regulier. Bij de beoordeling is de landschappelijke inpassing, afstemming op het cluster in opbouw, detaillering en kleur- en materiaalgebruik van belang.

Op 12 juli 2012 is het concept-ontwerpbestemmingsplan voorgelegd aan de Commissie Welstand en Monumenten. De commissie is enthousiast over de voorgestane ontwikkeling en is van mening dat de maximale goothoogte van de bebouwing dient aan te sluiten bij de typologie van de bestaande agrarische bebouwing. Schuren hebben veelal een goothoogte van 2,80 meter. De commissie adviseert in het bestemmingsplan deze goothoogte aan te houden.

Het advies is gevolgd, met dien verstande dat een goothoogte van maximaal 3 meter geldt. Deze hoogte sluit aan bij de toegestane maximale goothoogte van bijgebouwen in het bestemmingsplan 'Buitengebied' voor de bestemming 'Agrarisch gebied met landschapswaarden'.

De ontwikkeling van een kinderboerderij met nevenactiviteiten is passend binnen het gemeentelijke beleid.