Plan: | Kinderboerderij Melkmeent 9 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.01bp04melkmeent-va01 |
De provincie Noord-Holland heeft een bodemtoets ontwikkeld voor de afweging van bodemaspecten in bestemmingsplannen. Het gaat om de aspecten bodemopbouw, bodemkwaliteit, milieubeschermingsgebieden en archeologie. Deze aspecten zijn met uitzondering van archeologie opgenomen in deze bodemparagraaf. Archeologie is toegelicht in paragraaf 3.6. Over de omgang met water (grond-, hemel-, vuilwater) hebben de gemeente Hilversum en het waterschap Waternet afspraken gemaakt. De afspraken zijn verwerkt in deze paragraaf.
Bodemopbouw en geohydrologische situatie
De gemeente Hilversum maakt onderdeel uit van de geografische eenheid het Gooise stuwwallencomplex met onder andere fysisch geografische eenheden zoals stuwwallen. Het gebied wordt daarom gekenmerkt door grote en kleine verschillen in reliëf. De bodem van Hilversum bestaat hoofdzakelijk uit matig fijne tot zeer grove zanden.
De bodem rondom het stedelijk gebied van Hilversum bestaat dan ook voornamelijk uit haarpodzolgronden, fijn zand. De zanden maken deel uit van het watervoerende pakket, dat haar basis heeft op een diepte van NAP -160 meter. Naast de genoemde zanden bevat de bodem grindbestanddelen. Tot een diepte van 50 meter onder het maaiveld is gestuwd materiaal aanwezig. Hierin kunnen plaatselijk fijnzandige, lemige en slib houdende lagen voorkomen.
Op de lager gelegen gebieden van Hilversum, zoals de Hilversumse Meent, komt (van oorsprong) veengrond voor. Door de lage ligging treedt het infiltratiewater afkomstig van de heuvelrug hier uit in de vorm van kwel. Door ontginning, ontwatering en de daarmee gepaard gaande oxidatie is het veen op het Hilversums grondgebied vrijwel verdwenen.
De Meent is ingericht als poldersysteem. Het poldersysteem in De Meent heeft een hoogte van circa NAP -0,9 meter. Het plangebied heeft een peil van NAP -0,7 meter.
Grondwaterbeschermingsgebieden
In Hilversum liggen grondwaterbeschermingsgebieden van een tweetal grondwaterwinningen voor drinkwatervoorziening: waterwinning Laren en waterwinning Loosdrecht. Het plangebied is niet in deze grondwaterbeschermingsgebieden gelegen.
Aardkundige waarden
In afbeelding 8 zijn de aardkundige waarden weergegeven. De Aardkundige Monumenten en de Aardkundig waardevolle gebieden genieten extra planologische bescherming zodat de aardkundige waarden in de toekomst niet aangetast worden. De aanwezigheid van Aardkundige waarden hoeft geen belemmering in het gebruik van de bodem te vormen, zolang er maar sprake is en blijft van duurzaam bodembeheer. Op afbeelding 8 is te zien dat het plangebied geen onderdeel is van een Aardkundig waardevol gebied of een Aardkundig monument.
Afbeelding 8: Aardkundige waarden (monumenten én waardevolle gebieden)
Bodem- en grondwaterverontreiniging
Binnen het plangebied zijn op dit moment geen bodembedreigende activiteiten of uitgevoerde bodemonderzoeken bekend. De gemeente heeft in 2008 een bodemfunctieklassekaart opgesteld. De locatie heeft hierbij de bodemfunctieklasse landbouw/natuur gekregen.
Beschrijving huidige watersysteem
De waterhuishouding is sterk afhankelijk van de geomorfologie en de geologie. Het watersysteem in Hilversum is in grote lijnen te zien als een wisselwerking tussen de hoger gelegen heuvelrug en de lager gelegen veenweidegebieden, waaronder De Meent. De heuvelrug fungeert grotendeels als een infiltratiegebied, waardoor het regenwater onderdeel gaat uitmaken van de grondwatervoorraad. Op lager gelegen delen, zoals de veenweidegebieden komt het water als kwel aan de oppervlakte.
Hilversum ligt volledig in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Binnen het beheersgebied geldt de AGV Keur 2011 van het waterschap.
Oppervlaktewater
Het water uit de polders wordt afgemalen op boezemwateren, die zorgen voor de (boven)regionale afvoer. Het buitengebied vormt een essentiële schakel in de waterberging van het stedelijk gebied, aangezien in het stedelijke gebied onvoldoende waterberging aanwezig is om het regenwater van de verharding via een gescheiden rioolstelsel te kunnen bergen.
De belangrijkste hoofdwaterlopen zijn de 's-Gravelandse Vaart, de Karnemelksloot, Melkmeent, Griendkade en Luie Gat. De 's-Gravelandse Vaart, de Karnemelksloot en het Luie Gat zijn boezemwateren met hogere waterpeilen, waarop de poldergebieden worden uitgemalen. Deze watergangen hebben aan weerszijdes kades, en zijn op de legger van AGV aangeduid als secundaire waterkering. Er liggen geen waterkeringen in het plangebied.
Grondwater
De grondwater stromingsrichting is hoofdzakelijk noordwestelijk. In het plangebied reguleert het slootpeil de grondwaterstand dat wordt gehandhaafd op NAP -0,7 meter. Het grondwater zal tussen de sloten opbollen, als gevolg van neerslag en kwel en een hoogte hebben van ca. NAP -0,5 meter.