Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Zevenhuizerlaan 54 + 54a
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0399.bpzevenhlaan5454a-0401

5.1 Bodem

5.1.1 Algemeen

De tijd dat elke vervuiling moest worden aangepakt ligt achter ons. Belangrijkste criterium
hierbij is of de vervuiling zodanig is dat er sprake is van risico's voor gezondheid of milieu. In
de praktijk blijken er vrijwel nooit risico's te zijn voor de gezondheid van mensen.
Milieurisico's (verspreiding en ecologie) komen wel voor, maar meestal gaat het erom dat
eventuele vervuilingen afstemming vereisen met bepaalde ontwikkelingen.
Op dit moment is er sprake van een omslag van saneren naar beheren en behoeven alleen de
zogeheten "ernstige vervuilingen" in meer of mindere mate aangepakt te worden. De
maatregelen worden daarbij afgestemd op de functie.

5.1.2 Regelgeving

Het nationale bodembeleid is geregeld in de Wet bodembescherming (Wbb). Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is, waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Om te bepalen wat de kwaliteit van de bodem in het plangebied is is een onderzoek uitgevoerd.

5.1.3 Onderzoek

Voor het plangebied is door Van Dijk Geo- en Milieutechniek BV. een bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie (rapportnummer 750270 dd. 28 maart 2012 als bijgevoegd in de bijlagen).
 
Uit de samenvatting van dit onderzoek blijkt dat er lichte verontreiniging in de toplaag met PAK en PCB en in de onderlaag met PCB aanwezig zijn. Licht verontreinigd grondwater met molybdeen, xylenen en soms dichlooretheen. De aangetroffen verontreinigingen zijn gering. Er is milieuhygiënisch gezien geen bezwaar tegen voorziene nieuwbouw. De ondergrondse tanks dienen na sloop van de bestaande woning en voorafgaand aan de nieuwbouw te worden verwijderd. Verdere aanbevelingen staan vermeld in de bijlage 1 op pagina 11 van het onderzoek.