De op de verbeelding voor “wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
met daaraan ondergeschikt:
- verkeer en verblijf;
- tuinen en erven;
- groenvoorzieningen, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding:
- openbare nutsvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen.
Onder het wonen is het aan-huis-verbonden beroep uitsluitend begrepen voor zover:
- de uitoefening plaatsvindt in het hoofdgebouw of aan- en uitbouwen;
- het vloeroppervlak ten hoogste 20% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen betreft met een maximum van 50 m²;
- dit niet leidt tot een verhoging van de parkeerdruk of tot extra bouwverkeer in een mate waarin het woonklimaat onevenredig wordt aangetast;
- de uitstraling van het hoofdgebouw als woning behouden blijft.
Detailhandel kan uitsluitend deel uitmaken van een aan-huisverbonden beroep voor zover dit een geïntegreerd en ondergeschikt deel is van de beroepsuitoefening.