Bijlagen regels
Bijlage 2 Bestemming Kantoor na wijziging van het plan
Artikel X Kantoor
X.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. kantoren tot een maximum van 1.000 m2 per vestiging;
-
b. verkeer en verblijf;
-
c. groenvoorzieningen;
-
d. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
e. openbare nutsvoorzieningen;
-
f. (ondergrondse) parkeervoorzieningen.
Binnen de bestemming zijn:
- seksinrichtingen;
- bedrijfswoningen;
- bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen,
niet toegestaan.
X.2 Bouwregels
-
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
1. gebouwen worden op een minimale afstand van 2 meter uit de perceelsgrens gebouwd;
-
2. het maximum bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 70% van het totale perceel;
-
3. de maximum bouwhoogte bedraagt 15 meter;
-
4. in afwijking van het bepaalde onder a.3. is ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende hoogte" ten oosten van De Middenweg en ten noorden van de Kanaalweg een hoogteaccent toegestaan met een minimum bouwhoogte van 20 m en een maximum bouwhoogte van 25 m;
-
b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat uitsluitend gebouwen mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
-
c. Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt, met dien verstande dat:
-
1. de hoogte van perceel- en erfafscheidingen ten hoogste
- 1 m bedraagt op minder dan 5 meter achter de voorgevelrooilijn;
- 2,5 m bedraagt voor het overige.
-
2. per 1.000 m2 kaveloppervlak maximaal 2 vlaggenmasten zijn toegestaan die geplaatst worden tegen de grens van de kavel met de openbare weg.
X.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
-
a. het bepaalde in lid X.2 onder a.3. waarbij de maximum bouwhoogte met 5 meter mag worden verhoogd, mits:
-
1. de bedrijfseconomische noodzaak om hoger te bouwen wordt aangetoond en;
-
2. de beeldkwaliteit niet wordt aangetast.
X.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de bouwvorm, zoals bepaald door goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm van karakteristieke panden;
- de beleving van groen en water;
- de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
- parkeerruimte op eigen erf;
- de sociale veiligheid;
nadere eisen stellen aan de plaats van overige bouwwerken.
Bijlage 3 Bestemming Maatschappelijk na wijziging van het plan
Artikel X Maatschappelijk
X.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
-
b. verkeer en verblijf;
-
c. groenvoorzieningen;
-
d. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
e. openbare nutsvoorzieningen;
-
f. (ondergrondse) parkeervoorzieningen.
Binnen de bestemming zijn:
- seksinrichtingen;
- bedrijfswoningen;
- zelfstandige kantoren;
- bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen,
niet toegestaan.
X.2 Bouwregels
-
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
1. gebouwen worden op een minimale afstand van 2 meter uit de perceelsgrens gebouwd;
-
2. het maximum bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 70% van het totale perceel;
-
3. de maximum bouwhoogte bedraagt 15 meter;
-
4. in afwijking van het bepaalde onder a.3. is ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende hoogte" ten oosten van De Middenweg en ten noorden van de Kanaalweg een hoogteaccent toegestaan met een minimum bouwhoogte van 20 m en een maximum bouwhoogte van 25 m;
-
b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat uitsluitend gebouwen mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
-
c. Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt, met dien verstande dat:
-
1. de hoogte van perceel- en erfafscheidingen ten hoogste
- 1 m bedraagt op minder dan 5 meter achter de voorgevelrooilijn;
- 2,5 m bedraagt voor het overige.
-
2. per 1.000 m2 kaveloppervlak maximaal 2 vlaggenmasten zijn toegestaan die geplaatst worden tegen de grens van de kavel met de openbare weg.
X.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
-
a. Het bepaalde in lid X.2 onder a.3. waarbij de maximum bouwhoogte met 5 meter mag worden verhoogd, mits:
-
1. de bedrijfseconomische noodzaak om hoger te bouwen wordt aangetoond en;
-
2. de beeldkwaliteit niet wordt aangetast.
X.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de bouwvorm, zoals bepaald door goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm van karakteristieke panden;
- de beleving van groen en water;
- de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
- parkeerruimte op eigen erf;
- de sociale veiligheid;
nadere eisen stellen aan de plaats van overige bouwwerken.
Bijlage 4 Bestemming Cultuur en ontspanning na wijziging van het plan
Artikel X Cultuur en ontspanning
X.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. al dan niet bedrijfsmatige activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning;
-
b. verkeer en verblijf;
-
c. groenvoorzieningen;
-
d. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
e. openbare nutsvoorzieningen;
-
f. (ondergrondse) parkeervoorzieningen.
Binnen de bestemming zijn:
- seksinrichtingen;
- bedrijfswoningen;
- zelfstandige kantoren;
- risicovolle inrichtingen en inrichtingen bedoeld in artikel 40 in combinatie met artikel 1 van de Wet geluidhinder;
- bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen,
niet toegestaan.
X.2 Bouwregels
-
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
1. gebouwen worden op een minimale afstand van 2 meter uit de perceelsgrens gebouwd;
-
2. het maximum bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 70% van het totale perceel;
-
3. de maximum bouwhoogte bedraagt 15 meter;
-
4. in afwijking van het bepaalde onder a.3. is ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende hoogte" ten oosten van De Middenweg en ten noorden van de Kanaalweg een hoogteaccent toegestaan met een minimum bouwhoogte van 20 m en een maximum bouwhoogte van 25 m;
-
b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat uitsluitend gebouwen mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
-
c. Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt, met dien verstande dat:
-
1. de hoogte van perceel- en erfafscheidingen ten hoogste:
- 1 m bedraagt op minder dan 5 meter achter de voorgevelrooilijn;
- 2,5 m bedraagt voor het overige.
-
2. per 1.000 m2 kaveloppervlak maximaal 2 vlaggenmasten zijn toegestaan die geplaatst worden tegen de grens van de kavel met de openbare weg.
X.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
-
a. Het bepaalde in lid X.2 onder a.3. waarbij de maximum bouwhoogte met 5 meter mag worden verhoogd, mits:
-
1. de bedrijfseconomische noodzaak om hoger te bouwen wordt aangetoond en;
-
2. de beeldkwaliteit niet wordt aangetast.
X.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de bouwvorm, zoals bepaald door goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm van karakteristieke panden;
- de beleving van groen en water;
- de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
- parkeerruimte op eigen erf;
- de sociale veiligheid;
nadere eisen stellen aan de plaats van overige bouwwerken.
Bijlage 5 Bestemming Horeca na wijziging van het plan
Artikel X Horeca
X.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. horeca, categorie 1 en 2;
-
b. verkeer en verblijf;
-
c. groenvoorzieningen;
-
d. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
e. openbare nutsvoorzieningen;
-
f. (ondergrondse) parkeervoorzieningen.
Binnen de bestemming zijn:
- seksinrichtingen;
- bedrijfswoningen;
- risicovolle inrichtingen en inrichtingen bedoeld in artikel 40 in combinatie met artikel 1 van de Wet geluidhinder;
- bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen,
niet toegestaan.
X.2 Bouwregels
-
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
1. gebouwen worden op een minimale afstand van 2 meter uit de perceelsgrens gebouwd;
-
2. het maximum bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 70% van het totale perceel;
-
3. de maximum bouwhoogte bedraagt 15 meter;
-
4. in afwijking van het bepaalde onder a.3. is ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende hoogte" ten oosten van De Middenweg en ten noorden van de Kanaalweg een hoogteaccent toegestaan met een minimum bouwhoogte van 20 m en een maximum bouwhoogte van 25 m;
-
b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat uitsluitend gebouwen mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
-
c. Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt, met dien verstande dat:
-
1. de hoogte van perceel- en erfafscheidingen ten hoogste:
- 1 m bedraagt op minder van 5 meter achter de voorgevelrooilijn;
- 2,5 m bedraagt voor het overige.
-
2. per 1.000 m2 kaveloppervlak maximaal 2 vlaggenmasten zijn toegestaan die geplaatst worden tegen de grens van de kavel met de openbare weg.
X.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
-
a. Het bepaalde in lid X.2 onder a.3. waarbij de maximum bouwhoogte met 5 meter mag worden verhoogd, mits:
-
1. de bedrijfseconomische noodzaak om hoger te bouwen wordt aangetoond en;
-
2. de beeldkwaliteit niet wordt aangetast.
X.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de bouwvorm, zoals bepaald door goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm van karakteristieke panden;
- de beleving van groen en water;
- de verkeersveiligheid en toegankelijkheid;
- parkeerruimte op eigen erf;
- de sociale veiligheid;
nadere eisen stellen aan de plaats van overige bouwwerken.