direct naar inhoud van Toelichting
Plannaam: Heerhugowaard zuid
Plannummer: NL.IMRO.0398.BV52HHWZUID-VA01
Plantype: beheersverordening
Status: vastgesteld

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

De beheersverordening is een vormvrij alternatief voor een bestemmingsplan waarmee het bestaande recht binnen een gebied opnieuw wordt vastgesteld. Het is niet mogelijk om met een beheersverordening nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Hiervoor dient met een omgevingsvergunning afgeweken te worden van de beheersverordening, of een nieuw bestemmingsplan vastgesteld te worden. De mogelijkheden om in afwijking van de beheersverordening een ontwikkeling mogelijk te maken zijn daarmee niet anders dan de mogelijkheden voor het afwijken van een bestemmingsplan.

Het opnemen van het bestaand gebruik in ruime zin betekent dat alle bestaande rechten en plichten uit het bestemmingsplan van toepassing blijven.

Het is niet mogelijk om in de beheersverordening uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden op te nemen, deze zijn immers gericht op het mogelijk maken van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid' bevat geen uitwerkingsplichten en geen wijzigingsbevoegdheden.

Gelet op het conserverend karakter van de beheersverordening heeft de wetgever het niet wenselijk geacht bezwaar of beroep tegen de verordening mogelijk te maken. Het uitgangspunt is immers dat er geen wijzigingen van de bestaande rechten en plichten uit het voorheen geldende plan plaatsvinden. Van de wettelijke voorgeschreven participatiemogelijkheden kon bij dat bestemmingsplan gebruik gemaakt worden.

Hoofdstuk 2 Uitgangspunten beheersverordening

De volgende uitgangspunten zijn voor de beheersverordening in acht genomen:

• Bestaand planologisch toegestane gebruik

De beheersverordening 'Heerhugowaard - Zuid' verklaart het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Het bestaand planologisch gebruik is geregeld in het bestemmingsplan, de sindsdien verleende omgevingsvergunningen voor het afwijken van het bestemmingsplan en de in de beheersverordening opgenomen nieuwe planologische beschrijving van de bestemmingen. De bestaande rechten en plichten blijven hierdoor ongewijzigd.

• Tijdelijk van aard

Om het planologisch regime voor het gebied actueel te houden, is de beheersverordening ingezet. Tevens wordt hiermee voorkomen dat de legessanctie van artikel 3.1 lid 4 Wro in werking treedt. De beheersverordening heeft slechts een beperkte beoogde geldigheidsduur; namelijk tot de inwerkingtreding van een omgevingsplan ingevolge de Omgevingswet die naar verwachting in 2019 in werking treedt.

• Ontwikkelingen in het plangebied

Voorwaarde voor de mogelijkheid tot vaststellen van een beheersverordening is de omstandigheid dat binnen het plangebied geen nieuwe planologische ontwikkelingen op korte termijn worden verwacht. De beheersverordening is conserverend van aard. Voor zover zij ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt, gaat het om bestemmingen die ook al in het voorheen geldende bestemmingsplan zijn geregeld. Voor zover in de toekomst wel nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, zal daarvoor een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure worden opgestart, of de ontwikkeling wordt door middel van een omgevingsvergunning in afwijking van de beheersverordening mogelijk gemaakt

• Bekende documenten gebruiken

Het bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid' is opgenomen in de bijlagen bij de regels van de beheersverordening. Er is bewust voor gekozen om de huidige documenten nagenoeg ongewijzigd op te nemen. Hiermee wordt voorkomen dat met het vertalen van de regels naar de beheersverordening onbedoelde wijzigingen plaatsvinden. Dit kan gebeuren tijdens het vertalen van de regels naar het huidige recht, maar ook bij het opnieuw intekenen van de kaart.

In deze beheersverordening zijn slechts een paar aanvullingen op de bestemmingsregels voor de woonbestemmingen opgenomen om deze gelijk te schakelen met de actuele bestemmingsplannen.

• Geen uitwerkingsplichten of wijzigingsbevoegdheden

Conform de wettelijke beperkingen van de beheersverordening kunnen uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden uit het bestemmingsplan niet worden opgenomen in de beheersverordening. In het bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid' waren een aantal uitwerkingsgebieden opgenomen. Een groot aantal gebieden zijn uitgewerkt en hebben een bestemming gekregen die past binnen het bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid'. Een aantal gebieden zijn nog niet uitgewerkt (gedeelten van plandeel 3, het oostelijk deel van plandeel 4 en de zuidelijke punt van het Carré in het verlengde van de Hemelboog. Voor deze gebieden wordt een apart bestemmingsplan opgesteld, aangezien deze uitwerkingsgebieden niet in een beheersverordening mogen worden opgenomen. Alle uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden uit het oorspronkelijke bestemmingsplan 'Heerhugowaard – Zuid' vervallen.

Hoofdstuk 3 Procedure

Omdat de beheersverordening geen nieuwe planologische ontwikkelingen mogelijk maakt, heeft de wetgever het niet nodig geacht inspraak-, bezwaar- of beroep mogelijk te maken. Door het vaststellen van een beheersverordening leeft het bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid' voort. Bij het opstellen van bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid' heeft een ieder zienswijzen naar voren kunnen brengen en zijn deze overwegingen meegenomen bij de vaststelling van het bestemmingsplan in 2008. Doordat het juridisch planologisch kader met het vaststellen van de beheersverordening geactualiseerd wordt zonder significante wijzigingen, veranderd de rechtspositie van de gebruikers niet zodanig dat er beroepsmogelijkheden wenselijk zijn.

Het oude bestemmingsplan Heerhugowaard-Zuid wordt naast deze beheersverordening tevens vervangen door het bestemmingsplan "Heerhugowaard, ontwikkelgebieden". Dat ontwerp-bestemmingsplan wordt gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze 6 weken wordt ook, ter informatie, deze beheersverordening ter inzage gelegd op basis van afdeling 3:4 Algemene wet bestuurrecht. Zodat het totaaloverzicht over de planologische regelingen voor het gebied Heerhugowaard - Zuid blijft bestaan. Er bestaat dan nog de mogelijkheid om te reageren. Deze reacties zullen door de gemeenteraad bij de besluitvorming betrokken worden.

In het kader van de procedure voor het bestemmingsplan heeft er een nadere afweging plaatsgevonden over de bedrijfszoneringen voor enkele bedrijven die in het plangebied van deze beheersverordening zijn opgenomen. Deze nadere afweging was noodzakelijk in verband met de gewijzigde planvorming voor plandeel 4B van de Stad van de Zon en de toegenomen mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen. Deze afweging wordt volledigheidshalve eveneens opgenomen in deze beheersverordening om duidelijkheid te geven over de bestaande rechten van de bedrijven en de gevolgen daarvan voor de bewoners van de nieuwe woningen.

Langs de Jan Glijnisweg zijn al diverse woningen aanwezig van derden die belemmeringen opleveren. Het vestigen van andere bedrijven in een hogere categorie of met zwaardere milieueffecten is door de aanwezigheid van deze woningen niet mogelijk. De mogelijkheden voor ontwikkeling of verandering van activiteiten op deze percelen is daardoor beperkt. Bij de beoordeling over de aan te houden afstanden zijn de bestaande bedrijven leidend.

Er zijn slechts een beperkt aantal bedrijven toegestaan. Andere vormen van bedrijven binnen categorie 2 zijn uitsluitend toegestaan na een nadere afweging.

Het betreft de bedrijven die genoemd zijn in de bijlage 1 'Lijst van toegestane bedrijven' van het bestemmingsplan. In deze lijst zijn slechts een beperkt aantal bedrijfsvormen opgenomen. Over deze bedrijven is advies ingewonnen bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland (RUD). Door de RUD is het volgende aangegeven:

Er zijn een beperkt aantal nieuwe activiteiten toegestaan op de percelen aan de Jan Glijnisweg volgens het vigerende bestemmingsplan. Het betreft de bedrijven in de categorie 1 en categorie 2 die genoemd zijn in de bijlage 1 'Lijst van toegestane bedrijven' van het bestemmingsplan. Deze lijst correspondeert met de omschrijvingen uit lijst 1 van de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG. De volgende activiteiten worden genoemd:

- Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen <10 MVA

- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C;

- Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven;

- Autowasserij;

- Autobeklederij;

- Handel in auto- en motorfietsonderdelen en accessoires;

- Groothandel in metalen en halffabricaten <2000 m2 bedrijfsoppervlak;

- Groothandel in hout en bouwmaterialen, algemeen <2000 m2 bedrijfsoppervlak;

- Pomp- en compressorstations van pijpleidingen;

- Personenautoverhuurbedrijven;

- Verhuurbedrijven voor roerende goederen, niet eerder genoemd.

En verder de opslagen uit de categorie 1 en 2 zoals genoemd in de bijlage van lijst 1 van de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG:

- Propaan, butaan, LPG: Bovengronds < 2 m3;

- Brandbare vloeistoffen (in tanks) bovengronds: K3-klasse <10 m3;

- Brandbare vloeistoffen (in tanks) ondergronds: K1/K2/K3-klasse.

En verder de installaties uit de categorie 1 en 2 zoals genoemd in de bijlage van lijst 1 van de handreiking 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG:

- Rioolgemalen;

- Zendinstallaties GSM en UMTS;

- Zendinstallaties FM en TV.

Nieuwe bedrijven zullen aan het Activiteitenbesluit moeten voldoen. Wanneer hinder optreedt zal het bedrijf maatregelen moeten nemen. Met de bestaande bedrijven aan de Jan Glijnisweg hoeft strikt gezien geen rekening te worden gehouden omdat ze niet vallen onder het Activiteitenbesluit. De bedrijven kunnen namelijk niet gehinderd worden in hun bedrijfsactiviteiten. De bedrijven en de mogelijke hinder naar de omgeving dienen in het kader van een goede ruimtelijke ordening wel beschreven te worden. Het belangrijkste bedrijf is de verhuur van opslagruimten. Het betreft extensieve opslag welke hoofdzakelijk inpandig geschiedt. Continue geluidproductie door ventilatoren of voertuigbewegingen wordt bij deze loodsen niet verwacht. Opslag van gevaarlijke stoffen is in deze opslagruimten niet toegestaan. Er zijn geen nutsvoorzieningen in de loodsen aanwezig. Er mogen geen activiteiten ontplooid worden in opslagruimten.

De overige activiteiten zijn van een andere categorie (categorie 3.1 en hoger) en worden niet toegestaan volgens de bestemmingen op de betreffende percelen. Tot een ontwikkeling met de gebiedstypering 'rustige woonwijk' zal de normale richtafstand toegepast worden op het aspect geluid. Voor een milieucategorie 2 bedrijf geldt een richtafstand van 30 meter. Tot de geprojecteerde bouwvlakken is deze afstand aangehouden. Wanneer rekening wordt gehouden met het maximaal aan te bouwen deel in de vergunningsvrije zone dan worden nagenoeg alle richtafstanden gehaald.

De hinderveroorzakende aspecten die voor kunnen komen bij de overblijvende activiteiten zijn vervoersbewegingen van personenvervoer en transport. Groothandels en autoservicebedrijven kennen een potentieel geringe tot potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking voor personenvervoer (P) ofwel goederenvervoer (G). De afschermende werking van de bestaande bebouwing en de gunstige ligging van de inritten vanuit de Jan Glijnisweg ten opzichte van Plandeel 4B zorgen ervoor dat de kans op hinder klein is.

Uit het advies van de RUD blijkt dat er bij de (gewijzigde) verkaveling geen onaanvaardbare hinder ontstaat en de bestaande bedrijven ruim passen binnen de genoemde afstand.

De VNG-richtlijn gaat uit van het referentiekader van een rustige woonwijk. De zone langs de Jan Glijnisweg komt hier niet volledig mee overeen. Het karakter van deze weg breng meer omgevingslawaai met zich mee. Het referentieniveau is daardoor hoger.

De Jan Glijnisweg is een weg die de grens vormt tussen het buitengebied en het bestaand bebouwd gebied. Het is een bestaande weg die gekenmerkt wordt door veel verkeer en verspreide bedrijfsactiviteiten. Daarnaast worden de gronden aan de oostzijde van de weg agrarisch gebruikt. Deze achtergrondactiviteiten betekenen dat er voor de nieuwe woningen in de wijk in de nabijheid van het bestaande lint langs de Jan Glijnisweg te maken hebben met meer omgevingslawaai dan het geval is bij een rustige woonwijk.

Dat is van belang aangezien het niet reëel is om van bedrijven te verlangen dat zij stiller zijn dan de omgeving. Gezien het aanwezige omgevingslawaai is er aanleiding om een kleinere zonering aan te houden. De bedrijven die in een rustige woonwijk op 30 meter van woningen moeten staan om te kunnen in deze omgeving dichterbij staan zonder dat dit tot onaanvaardbare overlast leidt. Er wordt daarom een correctie van 10% toegepast op de normering.

De woningen moeten met op een afstand van 31 meter van de bedrijven komen te staan. Als gevolg daarvan kan het zijn dat er vergunningvrij bebouwing wordt opgericht die dichter bij de bedrijven komt te staan dan de 30 meter die volgt vanuit de Staat van Bedrijven en Inrichtingen. Deze overschrijding leidt echter niet tot onaanvaardbare overlast en wordt daarom geaccepteerd. De bedrijven worden hierdoor niet beperkt en mochten bewoners gebruik maken van de vergunningvrije mogelijkheden, dan nemen zij bewust het risico dat zij hierdoor meer overlast zullen ervaren.

Hoofdstuk 4 Toelichting op de regels

4.1 Inleidende regels

In artikel 1 van de regels zijn de regels (voorschriften) en verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid' van toepassing verklaard, alsmede de nadien verleende vrijstellingen, ontheffingen, afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het afwijken. Deze bepalingen sluiten aan bij het uitgangspunt het planologisch bestaand gebruik vast te leggen met de beheersverordening en daarmee de rechten en plichten van de burgers gelijk te houden. Sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid' zijn er besluiten verleend die bouwen en gebruik in strijd met de regels van het plan mogelijk maken. De rechten die voortvloeien uit deze verleende besluiten veranderen niet door het vaststellen van de beheersverordening.

In artikel 2 van de regels is een aantal begrippen gedefinieerd die in de beheersverordening genoemd worden. In de van toepassing verklaarde bestemmingsplanregels (voorschriften) zijn ook begrippen gedefinieerd. Deze begripsbepalingen blijven van toepassing voor het betreffende bestemmingsplan. Met deze bepaling wordt verwarring over de verschillende definities van het plan voorkomen.

In artikel 3 van de regels is nieuw begrip opgenomen te weten: één huishouden. Dit begrip speelt een rol bij het in artikel 5.5 genoemde strijdig gebruik van de woning.

4.2 Bestemmingsregels

Artikel 1 geeft aan welke regels en vergunningen vervangen worden door deze beheersverordening.

Artikel 2 geeft aan wat bedoeld wordt als er verwezen wordt naar het plan (het oude bestemmingsplan) en de beheersverordening (de nu vast te stellen regeling).

Artikel 3 vult de begrippen aan van het bestaande plan. Deze aanvullingen zijn opgenomen om het bestaande plan te laten aansluiten op de manier waarop er in Heerhugowaard omgegaan wordt met bestaande gebieden.

Artikel 4 van de beheersverordening regelt dat de in het plan opgenomen Beschrijving in Hoofdlijnen (BIH) vervalt. De inhoud die de BIH regelt is niet meer volledig. Overigens is dit instrument in 2008 bij de herziening van de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening geschrapt. De BIH regelt het gebruik van de woning voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en/of dienstverlenende instelling.

In de afgelopen jaren zijn de gebruiksmogelijkheden uitgebreid met ook het toestaan van een webwinkel, gastouderopvang, bed en breakfast en mantelzorg. Daarnaast zijn de gebruiksmogelijkheden tegenwoordig ondergebracht in een specifieke gebruiksregel binnen de bestemmingsregels voor wonen. Voor het bestaande tuincentrum in het plangebied is een passende bestemming opgenomen die bestaande onduidelijkheid wegneemt en beter aansluit op het bestaande gebruik als tuincentrum. Deze is ook regionaal afgestemd.

In artikel 4 is een aantal bestemmingsregels opgenomen waaronder de specifiek gebruiksregel voor de bestemmingen met wonen. De regels zijn eensluidend aan de standaardregels zoals we die tegenwoordig hanteren. Ook afwijkingsmogelijkheden gebaseerd op de actualisatieplannen zijn meegenomen. Daarmee wordt voorkomen dat ongelijkheid wordt gecreëerd.

4.3 Algemene regels

4.3.1 Parkeerbepaling

Stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de parkeerbepaling) in de bouwverordening vormen geen toetsingskader meer voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen. Bestaande vigerende plannen vallen onder het overgangsrecht, zodat de parkeerbepaling hier wel op van toepassing blijft. De beheersverordening valt echter niet onder dit overgangsrecht. Om die reden is het noodzakelijk in de beheersverordening een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen te toetsen aan het Heerhugowaards parkeerbeleid dat de CROW norm volgt. Dit parkeerbeleid is ook van toepassing voor het besluitgebied. De bestaande rechten en plichten van de burgers veranderen hiermee niet.

4.3.2 Overgangs- en slotregels

De wetgever heeft in artikel 5.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaald dat in de beheersverordening moet worden voorzien in overgangsrecht, zoals dit in artikelen 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening is vastgesteld.

Omdat de beheersverordening in overgangsregels voorziet, vervallen de overgangsregels uit het bestemmingsplan 'Heerhugowaard - Zuid'.

4.3.3 Haalbaarheid

De beheersverordening is conserverend van karakter en verklaart enkel het planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Voor het bestaande tuincentrum in het plangebied is een passende bestemming

opgenomen die bestaande onduidelijkheid wegneemt en beter aansluit op de huidige inzichten. Zoals bij een bestemmingsplan met enkel conserverende bestemmingen bestaat ook bij een conserverende beheersverordening geen noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan.