direct naar inhoud van Regels
Plan: Herziening Landgoederen en groene gebieden, eerste herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0397.BPh2landgoederen-0201

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Herziening Landgoederen en groene gebieden, eerste herziening met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh2landgoederen-0201 van de gemeente Heemstede.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 overige begrippen

met uitzondering van de begrippen als bedoeld in lid 1.1 en 1.2 zijn de begrippen uit het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

De wijze van meten als bedoeld in artikel 2 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Bedrijf - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen en terreinen van:
  • a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van Bedrijfsactiviteiten) onder categorie 1 en 2 en bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen zijn, met uitzondering van zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. uitsluitend een hoveniersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding ‘hovenier’;
  • c. uitsluitend een gemeentewerf , ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gemeentewerf’;
  • d. uitsluitend een milieustraat, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - milieustraat’;
  • e. uitsluitend een 50 kV station, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 50 kV station’;
  • f. uitsluitend een rioolwaterzuiveringsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf rioolwaterzuiveringsinstallatie’;
  • g. uitsluitend een molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - molen’;
  • h. uitsluitend een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met daaraan ondergeschikt:

  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. restauratieve voorzieningen;
  • l. water;
  • m. openbare nutsvoorzieningen;
  • n. (ontsluitings)wegen, straten en paden;

met de daarbij behorende:

  • o. tuinen en terreinen;
  • p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Voor het bouwen op de in artikel 3.1.1, genoemde gronden gelden de volgende regels:
  • a. een (hoofd)gebouw moet binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwvlak ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding “maximum bebouwingspercentage (%)” aangegeven bebouwingspercentage; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak.
  • c. de goothoogte van een gebouw in een bouwvlak mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximum goothoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen;
  • d. de (bouw)hoogte van een gebouw in een bouwvlak mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximum bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen.
  • e. de dakhelling mag niet meer bedragen dan 70°;
  • f. dakkapellen zijn toegestaan op:
    • 1. het achterdakvlak en op zijdakvlakken die niet aan de weg of aan openbaar groen of water zijn gelegen;
    • 2. het voordakvlak en op zijdakvlakken die aan de weg of aan openbaar groen of water zijn gelegen, mits de breedte niet meer bedraagt dan 50 % van de gevel onder het betreffende dakvlak;
  • g. dakkapellen zijn niet toegestaan:
    • 1. op 2 verschillende hoogtes in een dakvlak;
    • 2. op een dakvlak met een helling van minder dan 30°;
  • h. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m3 bedragen.

3.2.2 Voor het bouwen van de in artikel 3.1.1, onder p. bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  • a. de hoogte van perceel- en terreinafscheidingen, gelegen achter de voorgevellijn, mag ten hoogste 2 meter bedragen;
  • b. de hoogte van perceel- en terreinafscheidingen, gelegen vóór de gevellijn/voorgevel mag ten hoogste 1 meter bedragen, met dien verstande dat een haagondersteunende constructie ten hoogste 2 meter mag bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of masten zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen. Indien met een maatvoeringsaanduiding een andere hoogte is aangeduid, mag de hoogte van deze bouwwerken ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximum bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen;
  • d. de hoogte van masten mag ten hoogste 7 meter bedragen.

3.2.3 Voor ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
  • a. een kelder moet binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. buiten het bouwvlak mag geen onderbouwing worden gebouwd.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in 3.2.3 onder b. onder de volgende voorwaarden:

  • a. de maximale oppervlakte van de onderbouwing is 70 m²;
  • b. voor zover de gronden zijn aangeduid met een maatvoeringaanduiding, mag buiten het bouwvlak ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding “maximum bebouwingspercentage (%)” aangegeven percentage aan onderbouwing worden gebouwd;
  • c. de maximale diepte is 4 meter;
  • d. het bevoegd gezag vraagt de waterbeheerder om advies.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden ten behoeve van geluidszoneringsplichtige en/of risicovolle inrichtingen;
  • b. het gebruik van de in artikel 3.2.1, onder a. genoemde bedrijfsgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf;
  • d. het gebruik van gronden en gebouwen voor opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, waaronder detailhandel in volumineuze goederen, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt van motorbrandstoffen;
  • g. gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • h. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • i. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Het bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1, onder a. voor:

de vestiging van in de bijlage 1 genoemde bedrijven, die zijn opgenomen in categorie 3, dan wel bedrijven die naar aard en omvang van de te verrichten bedrijfsactiviteiten en naar invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) gelijkwaardig zijn aan deze categorie..

3.5.2 Het bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4 onder g. ten behoeve van de vestiging van een seksinrichting, indien:
  • a. met de vestiging van een seksinrichting het totale aantal seksinrichtingen in de gemeente van twee niet wordt overschreden;
  • b. de onderlinge afstand tussen het pand, waarin de seksinrichting wordt gevestigd en enig ander pand, gemeten waar die afstand het kortst is, minimaal 25 meter is;
  • c. de seksinrichting wordt geëxploiteerd in aaneengesloten ruimten, waarvan de totale bruto vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de vloeroppervlakte van het betreffende gebouw, inclusief de daarbij behorende aan- en uitbouwen, met een maximum van 75 m²;
  • d. voor bezoekers van de seksinrichting voldoende parkeergelegenheid op het terrein of perceel behorende tot de seksinrichting, dan wel voldoende parkeergelegenheid in de directe omgeving aanwezig is;
  • e. de seksinrichting niet wordt geëxploiteerd in de vorm van raamprostitutiebedrijf;
  • f. de seksinrichting niet wordt gevestigd en geëxploiteerd in een bijgebouw.

Artikel 4 Leiding - Effluent

De regels van artikel 27 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Leiding - Hoogspanning

De regels van artikel 26 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Leiding - Water

De regels van artikel 25 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Waarde - Archeologie 2

De regels van artikel 29 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Waarde - Archeologie 4

De regels van artikel 31 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Waarde - Archeologie 5

De regels van artikel 32 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Waarde - Archeologie 6

De regels van artikel 33 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Waterstaat - Waterkering

De regels van artikel 34 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 12 Van toepassing verklaring

De algemene regels als bedoeld in Hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan “Herziening Landgoederen en Groene Gebieden” van de gemeente Heemstede met identificatienummer NL.IMRO.0397.BPh1landgoederen-0201 vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 2017 en onherroepelijk geworden op 13 juni 2018 zijn van overeenkomstige toepassing.

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht een omgevingsvergunning verlenen om van dit bestemmingsplan af te wijken.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Herziening Landgoederen en groene gebieden, eerste herziening'.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad op 22 december 2021

afbeelding "i_NL.IMRO.0397.BPh2landgoederen-0201_0001.jpg"