Plan: | Weg acker 42 en 48 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0396.UPwegacker42en48-VA01 |
De gemeente Heemskerk is eigenaar van twee vrije kavels aan de Weg acker 42 en 48 in de wijk Waterakkers-Lunetten. Voor deze kavels wordt een procedure van openbare verkoop bij inschrijving gevoerd. In het geldende bestemmingsplan "Woongebied II" (2012) zijn beide percelen bestemd als "Wonen - Uit te werken". Om de voor de bouw van de woningen benodigde omgevingsvergunning te kunnen verlenen is het voorliggende uitwerkingsplan opgesteld.
De bouwkavels aan de Weg acker 42 en 48 liggen centraal in het zuidelijke deel van Heemskerk. Het betreft de volgende kadastrale percelen:
De kadastrale percelen zijn ontstaan d.d. 8 september 2016 middels splitsing. Op de luchtfoto zijn beide percelen weergegeven.
Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan "Woongebied II", vastgesteld op 12 juli 2012 (NL.IMRO.0396.BPwoongebiedII2010-VA01). De gronden van de kavels aan de Weg acker 42 en 48 zijn bestemd als "Wonen - Uit te werken" en voorzien van de dubbelbestemming "Waarde - archeologie - 4".
Wonen - Uit te werken
De gronden mogen worden gebruikt voor woningen in niet-gestapelde vorm met bijbehorende bijgebouwen, aanbouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en werken (tuinen, wegen, parkeerplaatsen en straatmeubilair).
Voor de kavels zijn uitwerkingsregels opgesteld:
Voor de kavels zijn de volgende bouwregels opgesteld.
Waarde - archeologie - 4
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 2.500 m2 en dieper dan 0,40 meter is een archeologisch onderzoek vereist en een omgevingsvergunning nodig.
Het bestemmingsplan bestaat uit drie onderdelen, te weten: regels, verbeelding en toelichting. De verbeelding vormt samen met de regels het juridisch bindende deel van het uitwerkingsplan. De toelichting heeft geen juridische status, maar dient ter motivering en verduidelijking van hetgeen in de verbeelding is geregeld.
In de toelichting wordt achtereenvolgens ingegaan op het plangebied (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt de koppeling gemaakt naar het juridisch bindend deel van het bestemmingsplan, de verbeelding en de regels (hoofdstuk 3). De economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan wordt besproken in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt het plan getoetst aan de verschillende beleidskaders. Hoofdstuk 6 bevat de toetsing van het plan aan de verschillende omgevingsaspecten, zoals bodem, archeologie en ecologie.
De kavels Weg acker 42 en 48 liggen in de woonwijk Waterakkers / Lunetten in Heemskerk omgeven door woningen, water, groenvoorzieningen en verkeersareaal. In de huidige situatie is het terrein van zowel Weg acker 42 als 48 onbebouwd en begroeid. Beide percelen worden door de gemeente in bouwrijpe staat opgeleverd.
Voor beide kavels wordt uitgegaan van de bouw van een vrijstaande woningen die qua bouwhoogte en typologie (architectuur) aansluit op de naastgelegen woningen. Door de bouw van de twee woningen wordt de rij woningen aan de Weg Acker op een logische wijze afgerond.
Uitgangspunt voor de woningen is een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale nokhoogte van 9 meter. De woning mag alleen worden gebouwd in een vierkant (footprint hoofdgebouw) van 9 bij 9 meter, met een berging/garage en parkeerplaatsen op eigen terrein. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is van belang voor de doorzichten vanaf de straat naar het achterliggende water, om die reden is in het uitwerkingsplan een bouwvlak vastgelegd waarbij een afstand van 3 meter tussen het bouwvlak en de zijlingse perceelsgrens is aangehouden.
In dit hoofdstuk wordt een koppeling gemaakt tussen de in hoofdstuk 2 beschreven elementen en de verbeelding met bijbehorende regels. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal en analoog beschikbaar moet zijn. De Wro en de onderliggende regelgeving stellen eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP2012 kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.
Conform de SVBP2012 bestaat de juridische regeling uit vier hoofdstukken. In de onderstaande paragrafen wordt per hoofdstuk de inhoud van de verschillende artikelen toegelicht.
Het eerste hoofdstuk bevat de definities van begrippen (artikel 1), die voor het algemene begrip, de leesbaarheid en de uitleg van het plan van belang zijn, en de wijze van meten (artikel 2). Een aantal begrippen en wijzen van meten is in de SVBP2012 voorgeschreven en overeenkomstig overgenomen in dit plan.
Onderstaand volgt een toelichting per bestemmingsartikel.
Tuin - 2
De voortuinen van de woningen zijn bestemd als Tuin - 2. Ter plaatse van deze bestemming zijn uitsluitend vlaggenmasten toegestaan van maximaal 6 m hoog.
Wonen - 1
De gronden binnen Wonen - 1 zijn bestemd voor woningen inclusief de mogelijkheid om een aan huis gebonden beroep uit te oefenen. Voor de woningen aan de Weg acker 42 en 48 geldt dat alleen vrijstaande woningen zijn toegestaan, dit is aangeduid met de bouwaanduiding "vrijstaand". Ten aanzien van hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden diverse bouwregels. Bijgebouwen mogen niet gebruikt worden als woonruimte. Mantelzorg is enkel met een omgevingsvergunning toegestaan. In de specifieke gebruiksregels is een regeling opgenomen voor aan huis gebonden beroepen. Het is mogelijk hiervan af te wijken.
Waarde - Archeologie 2 t/m 4
Ter bescherming van de archeologische waarden in het plangebied is de bestemming Waarde- Archeologie opgenomen. In paragraaf 6.2 wordt uitgelegd waarom voor bepaalde gronden een beschermingsregeling is opgenomen. De dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 4 is gebaseerd op de gemeentelijke archeologische waardenkaart. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is slechts onder voorwaarden toegestaan. Voor diverse werken en werkzaamheden geldt een omgevingsvergunningplicht voor werken en werkzaamheden.
Flexibiliteit
Ten behoeve van de flexibiliteit en bruikbaarheid in de praktijk is in hoofdstuk 3 van de regels voorzien in een aantal algemene regels. Het betreft de anti-dubbeltelregel (artikel 6), de algemene bouwregels (artikel 7), algemene gebruiksregels (artikel 8), algemene afwijkingsregels (artikel 9), algemene wijzigingsregels (artikel 10) en de overige regels (artikel 11).
De algemene bouwregels bestaat uit de leden 'toegelaten bouwwerken met afwijkende maten' en 'overschrijding bouwgrenzen'. In de algemene gebruiksregels is opgenomen wat onder strijdig gebruik verstaan wordt. Met de algemene afwijkingsregels kan het bevoegd gezag diverse afwijkingen toestaan. De algemene wijzigingsregels bevatten regels omtrent het wijzigen van de dubbelbestemming Waarde-Archeologie 4. De overige regels bestaan uit de werking wettelijke regelingen en de uitsluitend aanvullende werking bouwverordening.
Conform artikel 1.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is ook voor uitwerkingsplannen het wettelijk vereiste vooroverleg ex artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening nodig. Het voorontwerp uitwerkingsplan 'Weg acker 42 en 48' wordt in dat kader verzonden aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In verband met het beheergerichte karakter van het bestemmingsplan en de omstandigheid dat geen provinciale en/of nationale belangen in het geding zijn, is het voorontwerp niet aan de provincie Noord-Holland en diensten van het Rijk verzonden. Dit is in lijn met de sturingsfilosofie van de provincie en het Rijk.
Op de voorbereiding van een uitwerkingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat door een ieder zienswijzen omtrent het ontwerp naar voren kunnen worden gebracht gedurende de termijn dat het ontwerp uitwerkingsplan ter inzage ligt. Het ontwerpuitwerkingsplan heeft met ingang van 1 februari 2019 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswwijzen ingediend.
De woningen worden gebouwd voor rekening en risico van de initiatiefnemer. De gemeente is in zoverre financieel betrokken dat de gronden zijn verkocht en de gemeente leges zal heffen voor het verlenen van de benodigde omgevingsvergunning. Er wordt geen exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vastgesteld.
In dit hoofdstuk wordt het relevante beleidskader voor ontwikkelingen binnen de gemeente Heemskerk beschreven. Achtereenvolgens wordt ingegaan op relevant rijksbeleid, provinciaal beleid, regionaal beleid en gemeentelijk beleid.
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. Hierin schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeenten overgelaten. Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR 3 rijksdoelen geformuleerd:
Het onderhavige project is niet in strijd met het hierboven vermelde rijksbeleid.
Op 21 juni 2010 heeft provinciale staten de Provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040 de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vastgesteld. Op 3 november 2010 is de Provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040 in werking getreden en sindsdien enkele malen op onderdelen herzien.
Provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040
In de Structuurvisie heeft de provincie haar ruimtelijke toekomstvisie vastgelegd en aangegeven hoe zij deze visie denkt te realiseren. De structuurvisie is uitsluitend zelfbindend. Voor de doorwerking van het in de structuurvisie vastgelegde beleid naar de gemeenten toe, staan de provincie diverse juridische instrumenten ter beschikking, zoals een provinciale ruimtelijke verordening.
Uitgangspunt is dat Noord-Holland aantrekkelijk moet blijven in wat het is: een diverse, internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het landschap. De provincie kiest daarbij voor hoogstedelijke milieus en beperkte uitleg van bedrijventerreinen en houdt het landelijk gebied open en dichtbij. Verder worden de waterkeringen versterkt en calamiteitenbergingen aangelegd om wateroverlast te voorkomen. Door het landelijk gebied te ontwikkelen vanuit de kenmerken van Noord- Hollandse landschappen en de bodemfysieke kwaliteiten blijft de provincie bijzonder en aantrekkelijk om in te wonen, te werken en om te bezoeken.
Voor de doorwerking van het in de structuurvisie vastgelegde beleid naar gemeenten toe, heeft de provincie de beschikking gekregen over de zogenaamde provinciale verordening. De Verordening bevat algemene regels omtrent de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. Wel zal hierin duidelijk het provinciaal belang naar voren moeten komen. Het uitgangspunt daarbij is dat de bevoegdheden ter doorwerking van het ruimtelijk beleid zoveel mogelijk proactief worden ingezet en het provinciale beleid daarbij zoveel mogelijk eenduidig wordt geregeld.
Provinciale Ruimtelijke Verordening
Tegelijkertijd met de structuurvisie is de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) in werking getreden (november 2010) en daarna meermalen herzien of geactualiseerd. Voor dit bestemmingsplan is de verordening van belang zoals deze in werking is getreden per 1 maart 2017. De percelen aan de Weg acker 42 en 48 liggen in het 'Bestaand Stedelijk Gebied' (BSG) zoals benoemd in de verordening. Het project is niet in strijd met het voor dit gebied bepaalde in de PRV.
Op 19 januari 2018 is een ontwerp van de Provinciale Ruimtelijke Verordening gepubliceerd. De ontwerpwijziging 2018 betreft het actualiseren van de PRV naar aanleiding van een beleidswijziging op het thema landbouw (opheffen onderscheid tussen gebieden voor grootschalige en gecombineerde landbouw), het verankeren van de geactualiseerde Leidraad Landschap en Cultuurhistorie in de PRV en het toevoegen van nieuwe weidevogelkerngebieden. Daarnaast worden er een aantal begripsbepalingen toegevoegd, worden de regels voor glastuinbouwconcentratiegebieden aangepast en worden de artikelen gericht op waterrobuust inrichten verduidelijkt en samengevoegd. Tenslotte vinden er enkele technische correcties plaats, zoals de naamswijziging van Ecologische Hoofdstructuur (EHS) naar Natuurnetwerk Nederland (NNN). Deze ontwerpwijziging heeft geen gevolgen voor de 2 nieuwe woningen aan de Weg acker.
Conclusie
Voorliggend plan is voorziet in de bouw van 2 woningen in het bestaand stedelijk gebied. Het plan is van dien aard dat provinciale belangen niet worden geschaad.
Woonvisie 2020 Beverwijk en Heemskerk
In 2015 is de Woonvisie 2020 Beverwijk en Heemskerk vastgesteld, waarin de woonvisie voor duurzaam wonen in Beverwijk en Heemskerk voor vijf jaar is vastgesteld. De twee gemeenten zijn in de loop der tijd tegen elkaar aan gegroeid. De woningmarkt vormt daardoor één geheel. Om die reden is er gekozen voor een gezamenlijk woonvisie. De woonopgave tot 2020 richt zich op drie inhoudelijk prioritaire thema's: betaalbaarheid, wonen-welzijn-zorg en duurzaamheid. Dit allemaal met als gemeenschappelijke deler: de bestaande- en nieuwe woningvoorraad in de regio.
In deze woonvisie is een evaluatie van de 'Woonvisie 2010-2015' te vinden waarin geconcludeerd is dat de verschuiving van productie van appartementen naar meer eengezinswoningen met succes heeft plaatsgevonden, maar dat het tekort aan eengezinswoningen onverminderd blijft. Het voorliggende uitwerkingsplan voorziet in de bouw van 2 vrijstaande eengezinswoningen, dat is in overeenstemming met het regionale beleid.
Structuurvisie Heemskerk 2020
Op 26 januari 2012 is de 'Structuurvisie Heemskerk 2020' door de gemeenteraad vastgesteld. Deze visie is een actualisatie van de structuurvisie 'Kiezen voor Kwaliteit' uit 2003 waarin de gewenste ruimtelijke en functionele ontwikkeling tot 2015 is vastgelegd. Daarnaast sorteert de structuurvisie voort op de in 2009 door de Raad vastgestelde Strategische Toekomstvisie voor 2040, getiteld 'Heemskerk, het geheim van IJmond'.
In deze actualisatie gaat het niet om fundamentele herziening van het ruimtelijke beleid, maar om het verwerken van nieuwe ontwikkelingen, plannen en ambities in een integrale ruimtelijke visie. De ontwikkelingsvisie richt zich dan ook op het behoud en versterken van de kwaliteiten van het buitengebied en het optimaliseren en verbeteren van de bestaande stedelijke omgeving. Geen grote uitbreidingen, maar 'investeren in duurzame kwaliteit'. Ruimtelijke ontwikkelingen worden alleen toegestaan als ze geen afbreuk doen aan de kernkwaliteiten van Heemskerk en deze bij voorkeur zelfs versterken.
Voor het stedelijke gebied betekent dit dat tot 2020 geen verdere uitbreiding met woningbouw en bedrijvigheid wordt voorzien dan de reeds ingezette en voor een deel afgeronde bebouwing in Waterakkers-Lunetten, Broekpolder en De Trompet. De twee woningen aan de Weg acker liggen in de wijk Waterakkers-Lunetten en zijn in de planvorming reeds voorzien en daarmee passend binnen dit beleidskader.
Welstandsnota Heemskerk 2018
Burgemeester en wethouders van Heemskerk hebben op 6 december 2017 bekendgemaakt dat de Welstandsnota Heemskerk 2018 is vastgesteld (nummer BM/2017/19064). De nieuwe nota is per 1 januari 2018 in werking getreden.
Voor de nieuwe woningen worden in de verkoop brochure regels voor kleur- en materiaalgebruik opgenomen. Kleuren en materialen conform het element ‘Water’ (zie overzicht Element ‘Water’). Materiaal van de gevels is een roodbruine baksteen met één of twee verschillende kleuren voeg, te weten een witte voeg als basis met een eventuele zwarte voeg als toevoeging. De afscheiding tussen de twee kleuren metselwerk bestaat uit een voeg, die gemaakt is uit zwarte specie. De boeiborden dienen in een lichte, bij de thematiek passende, kleur geschilderd te worden, zodat deze zich ook duidelijk manifesteren. Mastgoten zijn niet toegestaan. De daken bestaan uit een pannenbedekking met een keramische pan, kleur: roodbruin tot paars. Eventueel is een betonnen pan met keramische toplaag in voornoemde kleuren toegestaan. Daken van 27° of platter zullen bij voorkeur met sedum, koperkleurige bedekking of met rood kleverig lavagrind bedekt worden. Flexibele mogelijkheden wordt aan alle woningen als eis gesteld. Duurzaamheid, weinig of geen onderhoud, evenals energiezuinig bouwen is een belangrijk uitgangspunt voor de beoordeling van dit type woning. Zongerichte daken worden bij voorkeur voorzien van zonnepanelen, geïntegreerd in de dakbedekking. N.B. Gevelstenen en dakpannen dienen ten behoeve van welstandsbeoordeling bemonsterd te worden. Het ontwerp van de woning dient een gelijke vormentaal als de omliggende woningen in de wijk Waterakkers te hebben. Bij de beoordeling of het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand zal hier door MooiNoord-Holland extra aandacht aan worden besteed.
Parkeerbeleidsplan 2017
Op 5 oktober 2017 heeft de gemeenteraad het gemeentelijk parkeerbeleidsplan vastgesteld met de titel Parkeerbeleidsplan Heemskerk 2017 (PbH 2017). Het beleidsdocument is opgebouwd uit twee delen: Nota parkeren Heemskerk en Technische Richtlijnen Parkeren Heemskerk.
Het PbH-2017 benoemt de visie op parkeren in Heemskerk waarbij Heemskerk is opgedeeld in vier deelgebieden: Centrum, Woongebieden, Bedrijventerreinen en Buitengebied. Per gebied wordt ingegaan op de doelgroepen: bewoners, werknemers en bezoekers. Voor woongebieden, waar de Weg acker onder valt, is vastgesteld dat voor haar bewoners de leefbaarheid van de woongebieden belangrijk is. Het kunnen parkeren voor bewoners op eigen terrein of binnen 100 meter vanaf hun woning blijft het uitgangspunt. Als dit conflicteert met de kwaliteit van de openbare ruimte zal een integrale afweging dienen plaats te vinden. Bij nieuw te realiseren woningen zal in beginsel op eigen terrein geparkeerd dienen te worden. Andere gebruiksfuncties mogen niet leiden tot een hogere parkeerdruk in het woongebied.
In de nota 'Technische Richtlijnen Parkeren Heemskerk' wordt in detail ingegaan op de nieuwe landelijke kengetallen en de consequenties voor Heemskerk. Bij nieuw op te stellen bestemmingsplannen zijn de richtlijnen en uitgangspunten als genoemd in deze nota richtinggevend.
De gemeente werkt binnen de kaders van het verkeer en vervoerbeleid met 'vaste parkeernormen' (zonder bandbreedte). Dit biedt duidelijkheid voor alle betrokkenen. Bij de realisatie van nieuwe functies is het belangrijk om te voorzien in voldoende parkeerplaatsen (vraagvolgend). Bij een aanvraag omgevingsvergunning dient in beginsel op het bijbehorend terrein aan de parkeerplaatsverplichting te voldoen. Een initiatief mag niet leiden tot een (toename van) parkeertekort in de openbare ruimte. Het kan echter voorkomen dat er in de openbare ruimte op loopafstand restcapaciteit bestaat, waarvan gebruik gemaakt kan worden om de parkeervraag op te vangen. Een initiatiefnemer kan de gemeente verzoeken geen parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren, maar gebruik te maken van restcapaciteit in de openbare ruimte. In deze situatie krijgt de initiatiefnemer geen exclusief gebruiks- of eigendomsrecht. Wanneer de mogelijkheid niet aanwezig is om de parkeerbehoefte op te vangen met bestaande parkeerplaatsen, kan onderzocht worden of er mogelijkheden zijn om extra parkeerplaatsen in de openbare ruimte aan te leggen.
De gemeente Heemskerk valt qua stedelijkheidsgraad - in zijn geheel - in de categorie "sterk stedelijk gebied". Niet elk gebied heeft echter deze stedelijkheidsgraad. Daarom is een verdeling in stedelijkheidsgraad van toepassing, gebaseerd op de bestemmingsplannen binnen de gemeente. De hoogte van de parkeernorm wordt ook bepaald door te kijken naar de stedelijke zone (centrum, schil, overig, buitengebied) van een gebied. Hoe dichter bij het centrum, des te beter normaliter de kwaliteit en het aanbod van overige vervoerswijzen en des te lager dus de parkeernorm. Voor vrijstaande koopwoningen in woonwijken wordt uitgegaan van 2 parkeerplaatsen per woning. In het uitwerkingsplan is het vastgestelde parkeerbeleid opgenomen in de bijlagen bij de regels, zodat bij de aanvraag omgevingsvergunning aan het beleid kan worden getoetst. Uitgangspunt is de realisatie van (minimaal) 2 parkeerplaatsen op eigen terrein zodat aan de normen wordt voldaan.
Duurzaamheid
Duurzaam bouwen is het op zodanige manier bouwen dat gedurende de gehele levensloop van het gebouw en de gebouwde omgeving zo min mogelijk (milieu)belasting ontstaat. Aandacht voor duurzaamheid betekent expliciete aandacht voor een gezond, leefbaar binnenmilieu van de woningen, beperkingen van de negatieve gevolgen voor mens en milieu en beperkingen van de woonlasten op termijn (energierekening). Gemeente Heemskerk en de Omgevingsdienst IJmond hebben ter ondersteuning en invulling van deze beleidsdoelstellingen een lokaal beleid geformuleerd in “Kwaliteit en duurzaam bouwen” en in het milieubeleidsplan 2014-2018. In dit milieubeleidsplan is de ambitie van de gemeente Heemskerk gesteld op een GPR score van minimaal een 8 voor Energie en Gezondheid en minimaal een 7,5 voor de thema’s Milieu, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde. De score wordt afgestemd op het woningtype. Het uitgangspunt is een rij/hoekwoning; voor vrijstaande woningen wordt de score 0,5 punt lager gesteld.
Voor nieuwbouw van zowel woningen als utiliteitsgebouwen in de gemeente Heemskerk geldt aardgasvrij als nieuwe voorwaarde. Dat heeft het college op dinsdag 20 maart 2018 besloten. Hiermee geeft het college invulling aan de motie ‘Gasloze wijken’ van de raad (29 juni 2017). Met het besluit sorteert de gemeente voor op de afspraken uit het Energieakkoord om te komen tot een volledig duurzame energievoorziening van woningen in 2050. Voor de woningen wordt uitgegaan van het zogenaamde "gasloze" bouwen.
Nota Biodiversiteit
Heemskerk promoot als groene gemeente natuurinclusief bouwen. Dit is een verzamelterm voor tal van maatregelen en manieren om natuur te integreren bij de bouw van woningen, kantoren en andere gebouwen. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit het plaatsen van nest- en vleermuiskasten in de gevel van een gebouw. Ook begroeide gevels en groene daken en insectenmuren. Bij de ontwikkeling dient hieraan aandacht te worden geschonken. Het plan dient rekening te houden met de huidige biodiversiteit. De verscheidenheid mag niet teruglopen door de ontwikkeling. De fauna die nu in en om de locatie aanwezig is dient gehandhaafd te blijven.
Conclusie
De bouw van 2 woningen is in overeenstemming met het gemeentelijk beleid. Voor de bouw van de nieuwe woningen gelden de benoemde welstandscriteria als kader.
In 2009 heeft er een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden voor de twee percelen. Om de actuele bodemkwaliteit in kaart te brengen heeft er in oktober 2016 opnieuw een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden op beide percelen. De resultaten van het geactualiseerde onderzoek zijn gerapporteerd in het rapport ‘Verkennend bodemonderzoek Weg acker 42 en 48 te Heemskerk’, projectnummer163942 d.d. 15 november 2016.
De Omgevingsdienst IJmond heeft op 21 december 2016 een bodemgeschiktheidsverklaring afgegeven (met kenmerk Hkr/ODIJ-Z-16-035888-177528), waaruit blijkt dat de twee locaties geschikt zijn voor de voorgenomen woningbouwontwikkeling. De rapportage van het geactualiseerde bodemonderzoek d.d. 15 november 2016 alsmede de bodemgeschiktheidsverklaring d.d. 21 december 2016 staan in de bijlage, zie Bijlage 1 Bodemonderzoek 2016 en Bijlage 2 Verklaring bodemgeschiktheid.
In de Monumentenwet 1988 is opgenomen dat de gemeenteraad bij vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond rekening moet houden met de in de grond aanwezig dan wel te verwachten monumenten. In het bestemmingsplan dient dus de archeologische waarden te worden beschreven.
Door de gemeente Heemskerk is de concept beleidsnota Archeologie Heemskerk opgesteld. De nota en bijbehorende kaart geven aan waar archeologische verwachtingswaarde en in welke omstandigheden onderzoek nodig is. In het plangebied dient bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij de ondergrond wordt geroerd, te worden aangetoond dat de eventueel aanwezige archeologische waarden niet worden aangetast. Afhankelijk van de verwachtingswaarde in een gebied dient bij ontwikkelingen inventariserend veldonderzoek te worden verricht.
De verwachtingswaarden binnen het plangebied bestaan uit:
Het gebied waar Weg acker 42 en 48 in ligt, betreft het gebied "van de vierde categorie". In het geldende bestemmingsplan "Woongebied II" zijn beide kavels om die reden voorzien van de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie - 4". Er gelden aanvullende eisen voor archeologisch onderzoek en een omgevingsvergunning voor bouwwerken en grondroerende werkzaamheden groter dan 2.500 m2 en dieper dan 0,40 meter. Dat is bij Weg acker 42 en 48 niet aan de orde, het oppervlakte is ruim minder dan 2.500 m2. Er is dus geen nader archeologisch onderzoek nodig.
Wettelijk kader
Het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen hebben in februari 2001 de 'Startovereenkomst Waterbeheer 21ste eeuw' ondertekend. Hierin is vastgelegd dat de betrokken partijen de 'Watertoets' toepassen op alle relevante ruimtelijke plannen met waterhuishoudkundige consequenties. In het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat de betrokken waterbeheerders moeten worden geraadpleegd bij het opstellen van bestemmingsplannen. De Watertoets is een instrument om ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, te toetsen op de mate waarin rekening wordt gehouden met waterhuishoudkundige aspecten. Het gaat daarbij onder meer om aspecten als waterkwaliteit (ruimte voor water) en waterkwantiteit en veiligheid (overstroming).
Keur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Het plangebied valt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Als er werkzaamheden in, op, onder of naast oppervlaktewater en waterkeringen (dijken) worden uitgevoerd, is er een watervergunning nodig. Door het stellen van regels wordt wateroverlast en watervervuiling voorkomen. In de Keur staan de regels die het HHNK hanteert bij de bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken. Samen met de Waterwet, nationale en Europese wetgeving en beleidsregels van HHNK vormt dit de basis voor de watervergunning.
Waterkeringen
In en nabij het plangebied komen geen waterkeringen voor. Toetsing op dit aspect is daarom niet van toepassing.
Waterkwaliteit
De watertoets is van toepassing als functies van een gebied veranderen en een planologische procedure aan de orde is. Het hoogheemraadschap past het kostenveroorzakingsbeginsel toe in situaties waarbij (nieuwe) functies worden ontwikkeld. Dit is conform het beleid in het Provinciaal Waterplan en strookt met de aanbevelingen van de Deltacommissie (Samen Werken aan Water, 2008). Dit betekent dat de initiatiefnemer van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen verantwoordelijk is voor de financiering van compenserende maatregelen.
Het gebruik van uitlogende materialen beïnvloedt de kwaliteit van regen- en oppervlaktewater negatief en dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Indien dergelijke materialen toch toegepast worden, wordt indien dat mogelijk is uitgegaan van coating of andere technische maatregelen waardoor uitlogen en andere ongewenste effecten zoveel mogelijk worden voorkomen.
Het voorgaande is aan de orde bij de uiteindelijke realisatie van de toegestane ruimtelijke ontwikkeling. Het materiaalgebruik valt buiten de strekking van een uitwerkingsplan. Voorts maakt het uitwerkingsplan geen ontwikkelingen mogelijk die de waterkwaliteit in negatieve zin kunnen beïnvloeden. In het Water- en rioleringsplan 'Verbinden met water 2017-2021' wordt ingestoken op het verwerken van regenwater op het eigen terrein. Er zal geen regenwateraansluiting op het gemeentelijke riool worden aangeboden. Het hemelwater zal op het eigen terrein moeten worden geborgen of afgevoerd.
Waterkwantiteit
Het uitwerkingsplan gaat uit van de bouw van 2 woningen op nu braakliggende percelen. In het geldende bestemmingsplan is hier al woningbouw voorzien door toepassing van de uit te werken woonbestemming. Binnen deze kaders worden de nieuwe woningen gebouwd. Er wordt derhalve geen extra bebouwing toegevoegd ten opzichte van hetgeen het geldende bestemmingsplan mogelijk maakt en waarmee de waterbeheer in het kader van het bestemmingsplan in 2012 reeds mee heeft ingestemd. Er worden ook geen watergangen gedempt. Compensatie in de vorm van nieuw open water is daarmee niet nodig.
Conclusie
Geconcludeerd kan worden, dat het aspect 'water' de uitvoering van onderhavig plan op voorhand niet in de weg staat.
Bij ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden in het plangebied. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Sinds 2017 zijn beide thema's opgenomen in de Wet natuurbescherming. De taken op grond van deze wet zijn gedecentraliseerd. De Omgevingsdienst Noord-Holland Noord voert de vergunningverlenende- en toezichthoudende taken op grond van deze wet uit namens de provincie Noord-Holland.
De percelen aan de Weg acker 42 en 48 worden bouwrijp opgeleverd door de gemeente. In de huidige situatie zijn de percelen onbebouwd en begroeid met gras. Gelet op de huidige situatie en de locatie midden in de bebouwde kom van Heemskerk zijn beschermde plant- en diersoorten niet te verwachten.
Wet milieubeheer
Voor luchtkwaliteit is titel 5.2 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) het kader. In de Wet milieubeheer is indirect een koppeling gelegd met ruimtelijke plannen. Deze koppeling houdt in dat bij het voorbereiden van ruimtelijke plannen moet worden onderzocht of het plan ertoe leidt dat grenswaarden voor de luchtkwaliteit worden overschreden of, wanneer deze al worden overschreden, het plan leidt tot een verdere overschrijding. In het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen' (NIBM) is bepaald dat indien een project kan worden beschouwd als 'niet in betekenende mate' er geen toetsing aan de grenswaarden hoeft plaats te vinden.
Het uitwerkingsplan met 2 woningen staat een in de zin van NIBM kleinschalige ontwikkeling (minder dan 1.500 nieuwbouwwoningen) toe en is daarom niet in betekenende mate van invloed op de luchtkwaliteit. Het plangebied voldoet dus aan de normen van de Wet luchtkwaliteit; aanvullend onderzoek naar de luchtkwaliteit is niet nodig.
Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)
Sinds 15 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) van kracht. In het besluit is bepaald dat gevoelige bestemmingen niet zijn toegestaan in de nabijheid van provinciale wegen of Rijkswegen waar grenswaarden met betrekking tot luchtkwaliteit uit de Wet milieubeheer (dreigen te) worden overschreden. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen.
Met voorliggend uitwerkingsplan worden geen nieuwe gevoelige bestemmingen gerealiseerd. Het besluit is derhalve niet van toepassing op het bestemmingsplan. Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor het de vaststelling van uitwerkingsplan.
In het kader van de Wet geluidhinder liggen er zones rond wegen en spoorlijnen en gezoneerde industrieterreinen. Wegen op een woonerf of met een maximumsnelheid van 30 km/uur hebben geen zone. Binnen een zone moet voor het realiseren van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen onderzoek worden gedaan naar de optredende geluidbelasting. Woningen, scholen en gezondheidsgebouwen zijn volgens de Wet geluidhinder geluidgevoelige bestemmingen. Als de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde van een geluidbron overschrijdt, kan een hogere waarde procedure worden gevoerd. Een hogere waarde kan, onder voorwaarden, worden vastgesteld tot de maximale ontheffingswaarde voor de betreffende geluidbron.
Weg acker 42 en 48 worden gerealiseerd op meer dan 200 meter van stedelijke wegen waar een maximum snelheid van 50 km/u of meer geldt en op grond van de Wet geluidhinder gezoneerd zijn. De percelen liggen evenmin binnen de geluidzones van spoorwegen en gezoneerde industrieterreinen. Akoestisch onderzoek is om die reden niet nodig.
Algemeen
Het aspect bedrijven en milieuzonering gaat in op de invloed die bedrijven kunnen hebben op hun omgeving. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie ten opzichte van milieugevoelige functies (zoals wonen) krijgen en dat nieuwe gevoelige functie op een verantwoorde afstand bedrijven gesitueerd worden. Milieuzonering kijkt dus twee kanten op. Deze afstand is afhankelijk van milieubelasting die de bedrijfsactiviteiten met zich mee brengen. Naast woningen zijn ook ziekenhuizen scholen en verblijfsrecreatie als milieugevoelig aan te merken. Door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is een lijst met richtafstanden opgesteld die moet worden aangehouden ten opzichte van woningen.
Locatiespecifiek
De nieuwe woningen aan de Weg acker 42 en 48 worden gebouwd tussen de al bestaande woningen midden in een woonwijk. Er zijn in de directe omgeving geen milieubelastende bedrijven of instellingen. De meest nabij gelegen inrichtingen betreffen maatschappelijke voorzieningen op ruim 200 meter. Aan de richtafstanden die de VNG hanteert kan worden voldaan.
Wettelijk kader
Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan door de opslag van of activiteiten en handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Op beide categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI, 2004), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in het Besluit Externe Veiligheid Transportroutes (BEVT, 2015) en het beleid met betrekking tot buisleiding is opgenomen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB, 2011). Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico, afgekort als PR en het groepsrisico, afgekort als GR.
Plaatsgebonden Risico (PR)
Het risico op een bepaalde plaats buiten een inrichting of transportmodaliteit (weg, waterweg, spoorweg en buisleiding), uitgedrukt als de kans per jaar dat een fictief persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval/calamiteit binnen die inrichting of transportmodaliteit waarbij een gevaarlijke (afval)stof betrokken is. Het PR kan op de kaart worden weergeven met zogeheten iso-contouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde plaatsgebonden risico. Binnen de 10-6/jaar contour (wettelijk harde norm) mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten gebouwd, gerealiseerd en/of geprojecteerd worden.
Groepsrisico (GR)
Het GR is een maat voor maatschappelijke ontwrichting en wordt ook wel eens het ramprisico genoemd. Het GR is de kans dat een groep personen (10, 100 of 1.000) overlijdt als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een risicobron. Het invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1% letaliteitsgrens, ofwel door de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen.
Inrichtingen
Weg acker 42 en 48 ligt op ruim 1,5 kilometer van de meest nabij gelegen inrichting die valt onder de werking van het BEVI, de LPG pomp Welp. Nader onderzoek externe veiligheid is niet nodig.
Transportroutes
Weg acker 42 en 48 ligt op ruime afstand (>400 meter) van de Rijksstraatweg waar gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het plangebied ligt ook niet binnen het invloedsgebied van andere transportroutes voor gevaarlijke stoffen, zoals het spoor, buisleidingen of water. Nader onderzoek externe veiligheid is niet nodig.
Conclusie
Voor het uitwerkingsplan zoals deze nu wordt vastgesteld vormt externe veiligheid geen beperking.
Inleiding
Duurzaam bouwen is het op zodanige manier bouwen dat gedurende de gehele levensloop van het gebouw en de gebouwde omgeving zo min mogelijk (milieu)belasting ontstaat. Aandacht voor duurzaamheid betekent expliciete aandacht voor een gezond, leefbaar binnenmilieu van de woningen, beperkingen van de negatieve gevolgen voor mens en milieu en beperkingen van de woonlasten op termijn (energierekening).
Gemeentelijk beleid voor duurzaam bouwen
Gemeente Heemskerk en de Omgevingsdienst IJmond hebben ter ondersteuning en invulling van deze beleidsdoelstellingen een lokaal beleid geformuleerd in "Kwaliteit en duurzaam bouwen" en in het milieubeleidsplan 2014-2018. In dit milieubeleidsplan is de ambitie van de gemeente Heemskerk gesteld op een GPR score van minimaal een 8 voor Energie en Gezondheid en minimaal een 7,5 voor de thema's Milieu, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde. De score wordt afgestemd op het woningtype. Het uitgangspunt is een rij/hoekwoning; voor vrijstaande woningen wordt de score 0,5 punt lager gesteld.
Voor nieuwbouw van zowel woningen als utiliteitsgebouwen in de gemeente Heemskerk geldt aardgasvrij als nieuwe voorwaarde. Dat heeft het college op dinsdag 20 maart 2018 besloten. Hiermee geeft het college invulling aan de motie ‘Gasloze wijken’ van de raad (29 juni 2017). Met het besluit sorteert de gemeente voor op de afspraken uit het Energieakkoord om te komen tot een volledig duurzame energievoorziening van woningen in 2050.
Landelijk en Europees beleid
In 2013 is het Energieakkoord van kracht geworden. De gemeenten onderschrijven de voorwaarden uit het Energieakkoord; aan energie energiebesparing en duurzame energie is een belangrijke rol toegekend; besparing van het energieverbruik met gemiddeld 1,5% per jaar, een toename van het aandeel hernieuwbare energieopwekking van 4,5% in 2013 naar 14% in 2020 en een verdere stijging van dit aandeel naar 16% in 2023. Om resultaten te boeken en om innovatie te stimuleren is de energieprestatie-coëfficiënt voor nieuwe woningen in het Bouwbesluit (wettelijk kader) in 2015 aangescherpt van 0,6 naar 0,4. Richting 2020 wordt toegewerkt naar "Bijna Energie Neutrale Gebouwen"(hierna BENG).
Het Europees beleid is erop gericht dat nieuwe gebouwen na 2020 geen of heel weinig energie gebruiken. De energie die nog nodig is moet in belangrijke mate afkomstig zijn uit hernieuwbare bronnen. Dit is vastgelegd in de herziene Europese richtlijn uit 2010. Het Nationaal Plan voor het bevorderen van BENG in Nederland beschrijft het Nederlandse beleid om te komen tot BENG na eind 2018, respectievelijk 2020. In het Nationaal Plan staat wat onder (BENG) verstaan wordt.
Energie neutrale nieuwbouw vanaf 2021
In het nationaal energieakkoord voor duurzame groei is afgesproken dat de energievoorziening in 2050 geheel duurzaam is. Voor de gebouwde omgeving betekent het onder andere dat de huidige invulling van de warmtevraag met aardgas vervangen moet worden door een alternatief zonder aardgas: de warmtetransitie. Zo staat het ook in het Energierapport van het ministerie van Economische Zaken.
De doelstelling om het project zonder gasaansluiting te realiseren, is daarom van belang om dit nadrukkelijk op te nemen. De huidige EPC zal worden vervangen door een BENG-eisen (Bijna Energie Neutrale Gebouwen). De eisen zijn onafhankelijk van de energiedrager; wel is een minimum aandeel hernieuwbare energie vereist. Vanaf 2021 moeten nieuwe gebouwen aan de BENG-criteria voldoen.
Uitgangspunten:
Hulpmiddelen: GPR Gebouw score 9 of hoger
De gemeente Heemskerk heeft met het besluit van 20 maart 2018 vastgesteld dat voor nieuwe woningen uit wordt gegaan van gasloos bouwen, dit draagt bij aan het behalen van de doelstellingen van het Energieakkoord. Het gasloos bouwen is ook uitgangspunt voor de woningen aan de Weg Acker.
In het Besluit milieueffectrapportage wordt onderscheid gemaakt in MER-beoordelingsplichtige activiteiten en MER-plichtige activiteiten. Voor projecten waar op grond van het Besluit niet direct een MER-beoordelingsplicht of MER-plicht geldt, moet een toets worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Voor deze toets wordt de term vormvrije m.e.r.-beoordeling gehanteerd. Deze vormvrije m.e.r.-beoordeling kan tot twee conclusies leiden:
Een m.e.r. of m.e.r.-beoordeling is nodig in geval een project moet worden beschouwd als een "stedelijk ontwikkelingsproject" als bedoeld in het Besluit milieueffectrapportage. In het Besluit m.e.r. is een woningbouwproject van 2.000 woningen of meer aangeduid als een stedelijk ontwikkelingsproject. De bouw van 2 woningen in een woonwijk binnen bestaand stedelijk gebied, die krachtens een uit te werken bestemming al zijn voorzien, is naar aard en omvang niet te beschouwen als een nieuw stedelijk ontwikkelingsproject. Een m.e.r. beoordeling of m.e.r. is daarmee niet aan de orde.