direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - 1
Plan: De Trompet en Tolhek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0396.BPtrompet2012-VA01

Artikel 4 Bedrijf - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' met daarbij behorende ondergeschikte detailhandel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine': tevens een windturbine;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting': tevens een noodontsluiting;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals de aanleg en instandhouding van groenvoorzieningen, waterpartijen, bergingsvijvers, blusvijvers, laad- en losvoorzieningen, fietsbergingen, parkeervoorzieningen alsmede openbare nutsvoorzieningen en ontsluitings- en toegangswegen.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten minste 6 meter;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwvlak ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  • e. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m;
  • f. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' bedraagt ten hoogste 78 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijn, bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  • a. in lid 4.2.1 sub b, tot verhoging dan wel verlaging van op de verbeelding aangegeven minimum en/of maximum hoogte van gebouwen tot ten hoogste 3 m boven de toegestane hoogte;
  • b. in lid 4.2.1 sub d, tot verhoging van het bebouwingspercentage met ten hoogste 10%.

onder voorwaarde dat:

    • 1. aangetoond kan worden dat de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
    • 2. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast;
    • 3. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
    • 4. op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. blijft.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

4.4.1 Algemeen
  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. zelfbedieningsgroothandelsbedrijven zijn niet toegestaan;
  • e. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • f. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  • g. opslag van goederen op gronden voor de voorgevel is niet toegestaan.

4.4.2 Ondergeschikte detailhandel

Ten aanzien van ondergeschikte detailhandel gelden de volgende regels:

  • a. deze activiteit mag niet als zelfstandige activiteit worden uitgeoefend en mag de hoofdactiviteit niet verdringen;
  • b. de totale verkoopvloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan 10% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte;
  • c. het mag geen detailhandel in voedings- en genotsmiddelen betreffen.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

4.5.2 Verkoop van auto's

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 om verkoop van auto's toe te staan op gronden zonder de aanduiding 'detailhandel volumineus', met dien verstande dat;

  • a. is aangetoond dat de detailhandel zich richt op de bovenlokale markt;
  • b. voorzien moet worden van voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.