Plan: | Rozenburg Incheonweg transformatorstation en kabels |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0394.BPGrozincheontrafo-C001 |
het bestemmingsplan 'Rozenburg Incheonweg transformatorstation en kabels' met identificatienummer NL.IMRO.0394.BPGrozincheontrafo-C001 van de gemeente Haarlemmermeer.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een niet-publieke voorziening niet in beheer van de netbeheerder waar elektrische wisselstroom kan worden omgezet van 150 kilovolt naar een ander voltage.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een percentage dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak of van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.
het op de dag van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan bestaande bouwwerk, evenals een bouwwerk dat wordt of mag worden gebouwd krachtens een voor deze dag verleende of krachtens een voor deze dag aangevraagde, maar nog te verlenen omgevingsvergunning.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
stalen masten die voorkomen dat de gevoelige onderdelen op het station geraakt worden door de bliksem.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
een (deel van een) gebouw waarin directie en/of administratie van een (dienstverlenend) bedrijf zijn gevestigd
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone (50 dB(A)) moet worden vastgesteld.
ruimtebeslag dat door een gemeenschappelijk tracé van één of meer kabels, die toebehoren aan één netwerkbeheerder, wordt gevormd.
de bovenkant van het oorspronkelijke dan wel (verhoogd of verlaagd) aangelegd terrein waar een gebouw zal worden opgericht.
het maximale vermogen dat een elektriciteitsaansluiting van een functie aan kan.
een eenheid die wordt gebruikt om het schijnbaar vermogen van een elektrisch wisselspanningcircuit aan te duiden.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals gas-, water-, elektriciteits- en communicatievoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de inzameling van afval.
werkzaamheden die periodiek moeten worden uitgevoerd ter instandhouding van de met de bestemming beoogde doeleinden.
de analoge en digitale verbeelding van de bestemming(en) bij dit bestemmingsplan.
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling, evenals de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinste is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, bliksemafleiders en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; de goothoogte van dakkapellen, topgevels, trappenhuizen, liftkokers, schoorstenen en andere gelijksoortige ondergeschikte bouwdelen worden buiten beschouwing gelaten.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren).
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer tot het laagste punt van het gebouw, dan wel wanneer geen sprake is van een bovenliggende begane grondvloer, gemeten van het peil tot het laagste punt van het gebouw.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen c.q. bestemmingsgrenzen (dus niet goot- en bouwhoogten) niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor ‘Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Voor het bouwen van een bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorend(e):
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag zijn dan 6 meter.
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - halteplaats' gelden de volgende bepalingen:
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 6 meter.
Tot een gebruik strijdig wordt in ieder geval gerekend:
opslag, met uitzondering van tijdelijke opslag voortkomend uit het onderhoud en/ of gebruik in overeenstemming met de bestemming van de betrokken gronden en bouwwerken.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
waarbij de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV' mede bestemde gronden.
Het in lid 8.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de betrokken hoogspanningsverbinding en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 kan slechts worden verleend indien de door de betreffende werken en/of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de betrokken hoogspanningsverbinding.
De in 8.4.3 bedoelde vergunning kan niet eerder worden verleend dan nadat de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht. In zijn advies kan de leidingbeheerder ingaan op de vraag welke voorwaarden eventueel moeten worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – gezoneerd industrieterrein' gelden beperkingen met als doel een te hoge geluidbelasting vanwege het gezoneerde industrieterrein, buiten de aangewezen gronden, tegen te gaan.
Het is niet toegestaan bedrijfsgebouwen en gronden binnen het gezoneerde industrieterrein zodanig te gebruiken, dat als gevolg van dit gebruik:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de gebiedsaanduiding 'geluidzone – gezoneerd industrieterrein':
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn geen geluidgevoelige objecten toegestaan.
Een woning of gebouw als bedoeld in lid 1 is binnen deze geluidzone niet toegestaan, tenzij:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie transformatorstation' zijn geen geluidgevoelige gebouwen toegestaan.
De bouw van een woning of een gebouw als bedoeld in lid 1 is binnen deze geluidzone niet toegestaan, tenzij:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de gebiedsaanduiding 'geluidzone – industrie transformatorstation':
Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - lib', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB artikel 2.2.2 gelden de beperkingen met betrekking tot de hoogte van gebouwen, andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en objecten, gesteld in artikel 2.2.2 van het 'Luchthavenindelingbesluit Schiphol'.
Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - lib', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB artikel 2.2.2a gelden de beperkingen met betrekking tot de hoogte van objecten, gesteld in artikel 2.2.2a van het 'Luchthavenindelingbesluit Schiphol'.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' gelden bouwbeperkingen voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico vanwege een vulpunt voor LPG.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
Het bevoegd gezag is bevoegd de aangeduide veiligheidszone te verkleinen of op te heffen, indien door wijziging van wetgeving of verandering of verwijdering van de inrichting een kleinere of geen veiligheidscontour meer van toepassing is.
Ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone – straalpad’ gelden bouwhoogtebeperkingen.
Op deze gronden mag de hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 28 meter + NAP zijn.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde op de verbeelding en in deze regels voor:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' het plan wijzigen om de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV' te verschuiven, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of een wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken geldt, dat op eigen terrein in voldoende mate ruimte moet zijn gereserveerd en ingericht en in stand worden gehouden voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen met inachtneming van de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in het geldende parkeerbeleid van Haarlemmermeer.
Het bevoegd gezag past de in 18.1 genoemde regels toe met inachtneming van de beleidsregels zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Ruimte voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1, indien:
Met het bestemmingsplan 'Rozenburg Incheonweg transformatorstation en kabels' worden de vigerende plannen vervangen of aangevuld op de wijze zoals aangegeven in lid 19.1.2 en 19.1.3.
Het bestemmingsplan 'Rozenburg Incheonweg transformatorstation en kabels' vervangt:
Het bestemmingsplan 'Rozenburg Incheonweg transformatorstation en kabels' vult de onderstaande bestemmingsplannen aan met de dubbelbestemmingen 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 150 kV', en de aanduidingen 'Bestemmingsomschrijving' en 'Wetgevingszone - wijzigingsgebied' zoals opgenomen in dit plan, met dien verstande dat de verbeelding en regels van onderstaande bestemmingsplannen voor deze gronden eveneens van toepassing blijven.
Bestemmingsplan / Beheersverordening | Vastgesteld | Identificatienummer | |
Buitengebied Noord | 04-07-2013 | NL.IMR0.0394.BPGigbbuitengebnrd-C001 | |
Schiphol | 27-03-2013 | NL.IMR0.0394.BPGsplschiphol0000-C001 | |
Schiphol 1e herziening | 16-03-2017 | NLIMRO.0394.BPGsplschiphol1ehz.C001 | |
Hoofddorp De Hoek en omgeving | 26-08-2015 | NL.IMRO.0394.BPGhfddehoekomgvng-C001 | |
Hoofddorp De Hoek en omgeving 1e herziening | 05-10-2017 | NL.IMRO.0394.BPGDehoekeo1eherz-C001 | |
Hoofddorp Station en Beukenhorst Zuid | 26-02-2010 | NL.IMRO.03940000BPGhfdstatbeukz- | |
Hoofddorp A4 zone West | 16-02-2007 | NL.IMRO.03940000HFDa4zonewest- | |
Hoofddorp A4 zone West 1e herziening | 13-03-2014 | NL.IMRO.0394.BPGhfdA4zonew1eher-C001 | |
Hoofddorp A4 omlegging buisleidingen | 20-04-2012 | NL.IMRO.0394.BPGhfdA4omlegbuisl-E001 | |
Inpassingsplan Aardgastransportleiding Beverwijk – Wijngaarden (rijksinpassingsplan) | 19-09-2012 | NL.IMRO.0000.ELIip11GUBW-3000 | |
Rijsenhout en omgeving | 26-08-2015 | NL.IMRO.0394.BPGrysrijsenhouteo-C001 | |
Rozenburg Schiphol Logistics Park | 11-02-2016 | NL.IMRO.0394.BPGrozslp-C001 |
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Bestemmingsplan
'Rozenburg Incheonweg transformatorstation en kabels' van de gemeente Haarlemmermeer.