Plan: | Hoofddorp Hoofdweg 793-795 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0394.BPGhfdhoofdweg793-C001 |
In het kader van dit bestemmingsplan moet worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige beschermde soorten zoals de Flora- en faunawet die aangeeft. Als hiervan sprake is, moet ontheffing worden aangevraagd. Ook moet bekeken worden of er effecten zijn op beschermde natuurgebieden.
Huidige situatie
Het plangebied bestaat uit een voormalige boerderij, schuur en hooiberg. Op het terrein en grenzend aan het terrein is geen open water aanwezig. Op dit moment is het terrein bebouwd met een boerderij, hooiberg en een grote opslagschuur. Verder is op het terrein nog gras en een siertuin aanwezig.
Beoogde ontwikkelingen
In het plangebied wordt een aantal woningen gerealiseerd. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Resultaten onderzoek
Gebiedsbescherming
Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De Natuurbeschermingswet en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.
Soortenbescherming
Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend.
Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een aantal woningen. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden.
In en nabij het plangebied kunnen jagende en migrerende vleermuizen voorkomen. Vooral de water- en meervleermuis zijn erg gevoelig voor lichtverstoring. Deze soorten gebruiken (brede) watergangen als migratieroute en/of foerageergebied. Zulke watergangen bevinden zich direct buiten het plangebied. In de huidige situatie ligt er geen weg parallel aan de watergang, waardoor verlichting vooral van bebouwing kan komen. Verlichting is daarmee beperkt. Door verlichting tijdens de aanleg- en gebruiksfase af te schermen van de watergangen, zijn effecten op migrerende en foeragerende vleermuizen uit te sluiten.
De initiatiefnemer geeft aan dat er in de te slopen gebouwen geen broedvogels met vaste nesten of vleermuizen aanwezig zijn. Ook zijn er door de initiatiefnemer geen beschermde of bedreigde plantensoorten aangetroffen in het plangebied. Voor mogelijke voorkomende amfibieënsoorten, zoals de bruine kikker, kleine watersalamander en de gewone pad geldt een algemene vrijstelling uit de Flora- en faunawet waaraan geen verdere eisen zijn verbonden. Doordat de locatie grotendeels is verhard dan wel aangelegd als grasveld c.q. tuin en aangezien er geen sloten en/of vijvers aanwezig zijn, is het niet mogelijk dat er vissen en/of reptielen op de locatie aanwezig zijn. Daarnaast wordt er met de sloop- en aanlegfase begonnen voordat het broedseizoen van de vogels van start gaat en zullen de werkzaamheden continu voortduren.
In tabel 5.1 is een overzicht gegeven van de soorten die in het plangebied voor (kunnen) komen. Ook is hier aangegeven onder welk wettelijk regime deze soorten vallen.
Tabel 5.1 Overzicht soorten in het plangebied
vrijstellingsregeling Flora- en faunawet | tabel 1 | mol en huisspitsmuis |
|
ontheffingsregeling Flora- en faunawet | tabel 2 | geen | |
tabel 3 | bijlage 1 AMvB | geen | |
bijlage IV HR | alle vleermuizen (alleen migratieroute) | ||
vogels | cat. 1 t/m 4 | geen | |
cat. 5 | geen |
Gezien het bovenstaande geldt voor soortbescherming het volgende:
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect flora en fauna geen belemmering vormt voor de realisatie van woningbouw in het plangebied.