Plan: | Hoofddorp Hoofdweg 793-795 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0394.BPGhfdhoofdweg793-C001 |
Normstelling en beleid
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van Hoogheemraadschap van Rijnland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, alle met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterbeheerplan 2010-2015
Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen.
Het Waterbeheerplan 2010-2015 van Rijnland is te vinden op de website: www.rijnland.net.
Waterstructuurvisie
In de Waterstructuurvisie Haarlemmermeerpolder heeft het Hoogheemraadschap het waterbeleid (een klimaatbestendig en robuust watersysteem) verder geconcretiseerd. Het watersysteem wordt vormgegeven volgens principes; flexibele peilen, hogere peilen, lijn/ vlakvormig ontwerp en optimalisatie van de inrichting. Hierbij worden de belangen van de bestaande en nieuwe gebruiksfuncties zoveel mogelijk ondersteunt. De eerste 3 principes zijn met name van toepassing bij gewijzigd gebruik.”. De gemeente neemt een en ander ook over in haar Structuurvisie.
Gemeentelijk beleid
Het Waterplan Haarlemmermeer vormt het dynamische contract tussen het Hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeente Haarlemmermeer. In het waterplan zijn beleidsmatige en operationele afspraken vastgelegd over het watersysteem van de Haarlemmermeer. Onder het watersysteem valt het oppervlaktewater (zowel kwalitatief als kwantitatief), het afvalwater en het grondwater. Het doel van het waterplan is om een duurzaam watersysteem te hebben en te houden, rekening houdend met de ruimtelijke ontwikkelingen.
Het plangebied van het gemeentelijk waterplan omvat het gehele gebied van de gemeente Haarlemmermeer. Binnen de Haarlemmermeerpolder gaat het dus om zowel de stedelijke kernen als het buitengebied. In het waterplan geven de gemeente en het Hoogheemraadschap verder vorm aan de verschillende rollen en afspraken. Het waterplan kan worden gezien als een momentopname ofwel een dynamisch contract over die punten waarover overeenstemming is bereikt. De gemeente Haarlemmermeer en het Hoogheemraadschap kunnen nu het huidige plan vaststellen om op basis van bestuurlijke (inclusief financiële) afspraken tot uitvoering van de maatregelen over te kunnen gaan. In de toekomst, door bijvoorbeeld nieuwe inzichten, blijven aanpassingen aan het waterplan Haarlemmermeer mogelijk, met de daarbij behorende 'vernieuwde' afspraken tussen beide partijen.
Het waterplan bevat een strategisch en een operationeel deel (deels voor het oplossen van 'achterstallig onderhoud') en een uitvoeringsprogramma.
Huidige situatie
Het plangebied is gelegen aan de Hoofdweg 793/795 in het zuiden van de kern Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer.
Bodem en grondwater
Conform de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit lichte klei. Er is sprake van grondwatertrap VI. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand tussen de 0,4 m en de 0,8 m beneden maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 1,2 m beneden maaiveld ligt. De maaiveldhoogte bedraagt ter plaatse circa NAP -3,8 m.
Waterkwantiteit
Het plangebied is gelegen in de Haarlemmermeerpolder. Binnen het peilgebied GH-52.140.12 wordt een vast peil van NAP -6,02 m gehanteerd. Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Ten oosten van het plangebied loopt de Hoofdvaart. Deze is aangemerkt als hoofdwatergang. De watergang ten oosten van het plangebied is aangemerkt als overig polderwater. De Hoofdvaart heeft een polderboezem van GH-52.140.00 met een zomerpeil -5,87 m NAP en winterpeil ( = schouwpeil) -6,02 m NAP.
Figuur 5.1 Het Peilgebied (Bron: Hoogheemraadschap van Rijnland, 2011)
Waterkwaliteit
Binnen of in de directe omgeving van het plangebied zijn geen KRW-waterlichamen aanwezig. Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied.
Veiligheid en waterkeringen
Binnen het plangebied zijn geen waterkeringen aanwezig.
Afvalwater en riolering
Binnen het plangebied is nog geen riolering aanwezig. Aan de rand van het plangebied is wel riolering aanwezig.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan maakt de realisatie van drie vrijstaande woningen en drie twee-onder-een-kapwoningen mogelijk. In totaal betreft het plan negen wooneenheden.
Waterkwantiteit
Er wordt vanuit gegaan dat al aan de watercompensatie-eis is voldaan voorafgaand aan de bouw van de 9 wooneenheden. Omdat er uiteindelijk minder oppervlak verhard gaat worden, 2.130 m² in plaats van 2.440 m², hoeft er geen extra compensatie plaats te vinden. Voor dit plan geldt vermindering van verhard oppervlak. In het onderstaande overzicht is de oude en nieuwe situatie van het verhardingsoppervlak weergegeven. Daarnaast verandert de structuur van het watersysteem niet door het plan. Er wordt geen water gedempt en er worden geen verbindingen aangetast. Er zullen geen ondergrondse werkzaamheden verricht worden die invloed kunnen hebben op het grondwatersysteem.
Overzicht verharding (oude en nieuwe situatie). Het totale terrein heeft een oppervlak van 4.910 m² .
De huidige verharding bestaat uit:
bebouwing van boerderij en schuren totaal | circa 1.300 m² |
aanwezig terreinverharding | circa 1.140 m² |
totaal | circa 2.440 m² |
De toekomstige verharding bestaat uit:
maximale bebouwing | circa 1.180 m² |
overige verharding | circa 950 m² |
totaal | circa 2.130 m² |
Waterkwaliteit
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Afvalwater en riolering
Bij de woningbouw zal volledig worden afgekoppeld conform de beslisboom aan- en afkoppeling van verharde oppervlakken (2003) van de Werkgroep Riolering West-Nederland. Zo wordt voorkomen dat schoon hemelwater bij de rioolzuiveringsinstallatie terechtkomt. Hierdoor kan er worden voldoen met een melding en is er geen vergunning nodig.
Riolering en afkoppelen
Overeenkomstig het rijksbeleid geeft Rijnland de voorkeur aan het scheiden van hemelwater en afvalwater, mits het doelmatig is. De voorkeursvolgorde voor de omgang met afvalwater houdt in dat het belang van de bescherming van het milieu vereist dat:
De gemeente kan gebruikmaken van deze voorkeursvolgorde bij de totstandkoming van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze voorkeursvolgorde is echter geen dogma. De uiteindelijke afweging zal lokaal moeten worden gemaakt, waarbij doelmatigheid van de oplossing centraal moet staan.
Zorgplicht en preventieve maatregelen voor hemelwater
Voor de verwerking van hemelwater wijst Rijnland op de zorgplicht en op het nemen van preventieve maatregelen. Het verdient aanbeveling daar waar mogelijk aandacht te besteden aan maatregelen bij de bron. Preventie heeft de voorkeur boven 'end-of-pipe'-maatregelen. Uitgangspunt is dat het te lozen hemelwater geen significante verslechtering van de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater mag veroorzaken en emissie van vervuilende stoffen op het oppervlaktewater waar mogelijk wordt voorkomen door bijvoorbeeld:
Daar waar ondanks de zorgplicht en de preventieve maatregelen het te lozen hemelwater naar verwachting een aanmerkelijk negatief effect heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit, kan in overleg tussen gemeente en Waterschap gekozen worden voor aanvullende voorzieningen, een verbeterd gescheiden stelsel of - als laatste keus - aansluiten op het gemengde stelsel. Ook kan de gemeente in overleg met het Waterschap kiezen voor een generieke 'end-of-pipe'-aanpak. Deze keuze moet dan expliciet gemaakt worden in het GRP.
Beheer en onderhoud
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels die per 16 augustus 2011 geheel geactualiseerd zijn. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De 'Keur en Beleidsregels' maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:
De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt.
Hiermee is de Keur een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd. Er worden geen ingrepen in het oppervlaktewater gedaan, waardoor er geen afspraken over het beheer en onderhoud gemaakt hoeven worden.
Conclusie
Door dit bestemmingplan zal een afname van het verhard oppervlak worden gerealiseerd, doordat de locatie op dit moment grotendeels volledig verhard is. Er hoeft daarom geen watercompensatie te worden gerealiseerd. Er wordt geconcludeerd dat de ontwikkeling geen negatieve invloed heeft op het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.