direct naar inhoud van Regels
Plan: Hoofddorp Lincolnpark Tweede Fase
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0394.BPGHfdLincolnpark2-C001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Hoofddorp Lincolnpark Tweede Fase met identificatienummer NL.IMRO.0394.BPGHfdLincolnpark2-C001 van de gemeente Haarlemmermeer

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft

1.5 aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening

het in of aan huis uitoefenen van (vrije) beroepen en/of het in of aan huis ontplooien van bedrijfsmatige activiteiten door de bewoner(s) van dat huis en maximaal één werknemer, die door de beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde

1.7 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte verblijfsvoorziening, bestaande uit het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf in de woning en/of bijbehorende gebouwen. Een bed & breakfast wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van de woning. De kamers ten behoeve van een bed & breakfast functioneren niet als zelfstandige wooneenheid

1.8 bedrijf

een onderneming die goederen vervaardigt, bewerkt, installeert, inzamelt en/of verhandelt, evenals diverse vormen van opslag en logistiek

1.9 bedrijfsgebouw

een gebouw dat blijkens aard en indeling bruikbaar en noodzakelijk is voor de uitoefening van een bedrijf, met uitzondering van (bedrijfs)woningen

1.10 bedrijfswoning

een woning die gezien ligging en functie bedoeld is voor bewoning door één huishouden waarvan de aanwezigheid gelet op de bestemming van een gebouw of terrein noodzakelijk is

1.11 bestaand bouwwerk

het op de dag van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan legaal bestaand bouwwerk, evenals een bouwwerk dat wordt of mag worden gebouwd krachtens een voorafgaand aan deze dag verleende of krachtens een voor deze dag aangevraagde, maar nog te verlenen omgevingsvergunning

1.12 bestaand gebruik

het gebruik, zoals aanwezig op de dag van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan, conform de geldende gebruiksregels of een omgevingsvergunning

1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming

1.15 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk

1.17 bouwgrens

de grens van een bouwvlak

1.18 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond

1.19 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten

1.20 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel

1.21 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten

1.22 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden

1.23 brutovloeroppervlakte (bvo)

de bebouwde oppervlakte van de afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld

1.24 commerciële dienstverlening

lokaal of regionaal verzorgende voorzieningen en diensten (ambulante handel, leisure, persoonlijke en zakelijke diensten) die met een winstoogmerk worden geëxploiteerd en privaat worden gefinancierd

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit

1.26 dienstverlening

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden, met uitzondering van garagebedrijven en seksinrichtingen

1.27 emissie-kental

geluidemissie van een kavel of akoestische gebiedseenheid uitgedrukt als bronvermogen per vierkante meter, als Lw per m2, uitgedrukt in dB(A)/ m2; het emissie-kental kan een etmaalwaarde betreffen zoals bedoeld in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai

1.28 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt

1.29 geluidsluwe gevel

zijde van de woning waar de geluidbelasting minder dan de wettelijke voorkeursgrenswaarde van 48 dB(A) vanwege wegverkeerslawaai bedraagt

1.30 hoofdgebouw

één of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is

1.31 hoofdverblijf

de plaats waar een persoon zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft

1.32 horeca

een bedrijfsfunctie die is gericht op het verstrekken van logies en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie

1.33 hospitaverhuur

de verhuur van kamers in een woning waar de eigenaar zelf zijn hoofdverblijf heeft

1.34 huishouden

een alleenstaande dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren

1.35 immissievoorwaarden

de geluidsbelasting op een immissiepunt/(zone)toetspunt ten gevolge van de geluidsemissie afkomstig van een akoestische gebiedseenheid

1.36 kantoor

een (deel van een) gebouw waarin directie en/of administratie van een (dienstverlenend) bedrijf zijn gevestigd

1.37 kavel

een gebied (al dan niet bestaande uit bouwpercelen) dat gelijk is aan of een deel is van een akoestische gebiedseenheid, waarop een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 Wet milieubeheer is of kan worden gevestigd

1.38 logiesfunctie

alle vormen van logies/ verhuur voor kortdurend recreatief verblijf aan derden met commerciële doeleinden. Die personen hebben elders hun hoofdverblijf

1.39 luchthavenactiviteiten

activiteiten ten dienste van de luchtvaart en de luchtverkeersveiligheid en de afhandeling van luchtreizigers en luchtvracht, evenals voor de ontvangst van bezoekers, dan wel verband houdend met de luchthaven als vervoers- en distributiecentrum

1.40 maaiveld

de bovenkant van het oorspronkelijke dan wel (verhoogd of verlaagd) aangelegd terrein waar een gebouw zal worden opgericht

1.41 maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg, cultuur, ontmoetingscentra, maatschappelijke dienstverlening en publieke dienstverlening

1.42 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden

1.43 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is

1.44 parkeren
  • het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;
  • het neerzetten of laten staan van een fiets of bromfiets
1.45 peil
  • voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de kruin van de weg;
  • voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang, na voltooiing van de aanleg van dat terrein.

Indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg maatgevend tenzij ingevolge deze regels een andere weg of hoogte is aangegeven

1.46 permanent verblijf

het gebruik van een woning, kampeermiddel, recreatieverblijf of vakantiehuis door een persoon, gezin of andere groep van personen op een wijze die ingevolge de Wet gemeenschappelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving van bewoner(s) in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Haarlemmermeer, terwijl deze perso(o)n(en) niet aannemelijk kan/ kunnen maken elders over een hoofdverblijf te beschikken

1.47 praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn inrichting en indeling geschikt is om te worden gebruikt door beoefenaren van vrije beroepen; onder vrije beroepen worden in dit plan verstaan (para)medische, juridische, therapeutische, ontwerp-technische, administratieve, kunstzinnige en daarmee gelijk te stellen beroepen.

1.48 servicehub

een gebouwde parkeervoorziening met als hoofdfunctie parkeren waarbij tevens andere ondergeschikte functies toegestaan zijn

1.49 supermarkt

een zelfbedieningswinkel waar hoofdzakelijk voedingsmiddelen, waaronder verse groente, brood en vlees (zijnde dagelijkse goederen) en soms enige niet dagelijkse goederen (zoals huishoudelijke artikelen) worden verkocht

1.50 sportvoorzieningen

gronden en bouwwerken die gebruikt worden voor en bij het beoefenen van een sport, zoals een sportveld, een sporthal, een gymzaal, een kleedlokaal en bijbehorende voorzieningen

1.51 vakantieverhuur

het verhuren van een (zelfstandige) woning of gedeelte daarvan voor toeristische doeleinden, waarbij geen van de bewoners aanwezig is

1.52 wijkondersteunende voorzieningen

Voorzieningen met wijkondersteunende functies, waaronder ruimten voor bijeenkomsten, fietsenstallingen, kluisjes, pakket afgiftepunten, klusruimte, bergruimte tbv gezamenlijke tuin etc.

1.53 winkelvloeroppervlakte (wvo)

de totale vloeroppervlakte van een winkel, direct voor publiek toegankelijk, exclusief opslag- en administratieruimte en dergelijke

1.54 wonen

het wonen in een woning

1.55 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden

1.56 verhuurbaar vloeroppervlakte (vvo)

de som van de verhuurbare oppervlakte van alle tot het gebouw behorende binnenruimten

1.57 zelfstandige woonruimte

woonruimte die een eigen toegang heeft en die door één huishouden kan worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (zoals badruimte, toilet en keuken) buiten de woonruimte

1.58 zorgeenheid

Woonruimte binnen een woonzorgcentrum, bedoeld voor een huishouden waarvan minimaal een persoon intramurale zorg krijgt

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling, alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinste is

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen

2.3 breedte van steigers

de afmeting van de steiger haaks op de oeverlijn

2.4 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak

2.5 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; de goothoogte van dakkapellen, topgevels, trappenhuizen, liftkokers, schoorstenen en andere gelijksoortige ondergeschikte bouwdelen worden buiten beschouwing gelaten

2.6 hoogte van steigers

vanaf de bovenzijde van het beloopbaar gedeelte tot aan het zomerpeil van de Ringvaart

2.7 hoogte van transparante omheiningen en hijs- en bootliftinstallaties

vanaf de bovenzijde van het beloopbaar gedeelte van de steiger tot het hoogste punt

2.8 hoogte van windturbines

vanaf het peil tot aan de as van de windturbine

2.9 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen

2.10 lengte, breedte en horizontale diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren)

2.11 lengte van steigers

de afmeting van de steiger parallel aan de oeverlijn

2.12 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk

2.13 verticale diepte

de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer tot het laagste punt van het gebouw, dan wel wanneer geen sprake is van een bovenliggende begane grondvloer, gemeten van het peil tot het laagste punt van het gebouw

2.14 ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakterrasafscheidingen aan de achterzijde van dijkwoningen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen c.q. bestemmingsgrenzen (dus niet goot- en bouwhoogten) niet meer dan 1 meter bedraagt

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning;
  • b. aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. sportvoorzieningen;
  • e. zorgeenheden;
  • f. servicehubs;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor:
    • 1. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie B1 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging behorende bij deze regels;
    • 2. detailhandel;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' en ter plaatse van servicehub tevens voor:
    • 1. horeca van categorie 1 uit de Staat van Horeca-activiteiten behorende bij deze regels;
    • 2. commerciële dienstverlening;
    • 3. kantoren;
    • 4. praktijkruimte;

met daarbij behorend(e):

  • i. verhardingen, in- en uitritten;
  • j. wegen, fiets- en voetpaden en verblijfsgebied;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • o. speelvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het aantal woningen binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Woongebied' mag niet meer bedragen dan 1.800;
  • a. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is het aangegeven maximum bebouwingspercentage toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is de aangegeven maximum bouwhoogte toegestaan;
  • d. de hoogte van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen mag niet meer zijn dan 4 meter;
  • e. de hoogte van gebouwen ten behoeve van verkeersafwikkeling mag niet meer zijn dan 4 meter;
  • f. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen mag niet meer zijn dan 10 m²;
  • g. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van verkeersafwikkeling mag niet meer zijn dan 10 m²;
  • h. de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van servicehubs bedraagt minimaal 4 meter

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer zijn dan 1 meter;
  • b. als uitzondering op het hiervoor genoemde geldt dat voor de functie onderwijs de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag zijn dan 1,5 meter;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 6 meter.

3.2.3 Richtafstanden servicehubs
  • a. Voor het bouwen van servicehubs geldt dat deze op minimaal 10m afstand van de functies onder 3.1 a, c en e gebouwd moeten worden.
  • b. Voor het bouwen van de functies onder 3.1 a, c en e geldt dat deze op minimaal 10m afstand van servicehubs gebouwd dienen te worden.
  • c. Voor het bouwen van servicehubs bij functies onder 3.1 a, c en e kan het bevoegd gezag afwijken van de richtafstanden indien in voldoende mate is aangetoond dat er geen sprake is van onevenredige licht- en geluidhinder.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Gemengde functies
  • a. De oppervlakte aan maatschappelijke voorzieningen, zoals genoemd in lid 3.1 onder c, bedraagt ten hoogste 9.018 m² bvo;
  • b. Maatschappelijke voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van educatieve (onderwijs)voorzieningen);
  • c. De oppervlakte aan sportvoorzieningen, zoals genoemd in lid 3.1 onder d bedraagt ten hoogste 2.340 m² bvo.

3.3.2 Aanduiding 'gemengd'
  • a. Ter plaatse van de aanduiding ' gemengd' bedraagt de totale oppervlakte per functie als genoemd in lid 3.1 sub g en h ten hoogste de in de navolgende tabel genoemde oppervlakte:
    Functie   Oppervlakte per vestiging   Totale oppervlakte per functie  
    Horeca t/m categorie 1   400 m2 vvo   1.100 m2 bvo  
    Kantoren   500 m2 vvo   4.000 m2 bvo  
    Bedrijven t/m categorie B1, praktijkruimten en commerciële dienstverlening,   500 m2 bvo   1.500 m2 bvo  
  • b. De oppervlakte aan detailhandel, zoals genoemd in lid 3.1 onder c bedraagt ten hoogste 4.800 m² bvo;
  • c. Binnen de oppervlakte aan detailhandel zoals genoemd onder lid a zijn maximaal 2 supermarkten toegestaan van respectievelijk 1.400 m² wvo en 1.200 m² wvo;
  • d. De functies zoals bedoeld in dit lid onder a en b zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond;
  • e. In afwijking van lid 3.3.2 sub d zijn kantoren ook op de tweede bouwlaag toegestaan.
  • f. De totaal toegestane oppervlakte voor de genoemde functies in dit lid onder a mag binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Woongebied' niet meer bedragen dan 6.600 m² bvo.

3.3.3 Servicehubs

Voor servicehubs gelden de volgende bepalingen:

  • a. binnen de bestemming 'Gemengd' zijn maximaal twee servicehubs toegestaan;
  • b. het hoofdgebruik van de servicehubs betreft parkeren;
  • c. per servicehub worden tevens de volgende functies op de begane grond toegestaan:
    • 1. commerciële- en maatschappelijke dienstverlening, praktijkruimten, kantoren, met een maximum van 100 m2 bvo per vestiging en een maximum van 400m2 bvo in totaal;
    • 2. horeca tot en met categorie 1, met een maximum van 75 m2 bvo;
    • 3. wijkondersteunende voorzieningen;
    • 4. nutsvoorzieningen;
  • d. de totale oppervlakte van functies zoals genoemd onder c bedraagt maximaal 5.000 m² bvo binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Woongebied', met een maximum van 750 m2 bvo per servicehub.
  • e. het hiervoor genoemde onder d geldt aanvullend op het totaal toegestane maximum vloeroppervlak voor voorzieningen binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Woongebied'.

3.3.4 Zorgeenheden

Voor zorgvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de totale oppervlakte voor zorgeenheden bedraagt maximaal 7.500 m² bvo binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Woongebied';
  • b. het totaal aantal zorgeenheden bedraagt maximaal 100 binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Woongebied';

3.3.5 Ondersteunende activiteiten

Activiteiten dienende ter functionele ondersteuning van de hoofdactiviteit op een perceel zijn toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de ondersteunende activiteit niet meer omvat dan 25% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, met een maximum van 150 m2 bvo;
  • b. de openingstijden vallen binnen die van de hoofdactiviteit;
  • c. de toegang uitsluitend plaatsvindt via de hoofdingang van de hoofdactiviteit.

3.3.6 Aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening

Het gebruik van een woning ten dienste van aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening is toegestaan tot niet meer dan 40% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 50 m² bvo.

3.3.7 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  • b. het bij aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening ontplooien van bedrijfsmatige activiteiten die vallen in een hogere categorie dan categorie B1 uit de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten of die vergunnings- of meldingsplichtig zijn op basis van de Wet milieubeheer;
  • c. het ten behoeve van aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening hebben van bedrijfsmatige opslag in de open lucht;
  • d. het gebruik van de woning voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • e. het gebruik van de woning voor de uitoefening van een bed & breakfast of logiesfunctie;
  • f. het gebruik van de woning voor vakantieverhuur.

3.3.8 Afwijking hospitaverhuur

In afwijking van het bepaalde in 3.3.7 sub d, is woningdelen door middel van hospitaverhuur toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de hoofdbewoner heeft zijn vaste woon- of verblijfplaats in de woning;
  • b. de hoofdbewoner bewoont minimaal 60 % van het vloeroppervlak van de woning zelf;
  • c. er worden maximaal twee kamers verhuurd;
  • d. per verhuurde kamer is maximaal één bewoner toegestaan.

3.3.9 Afwijking vakantieverhuur

In afwijking van het bepaalde in 3.3.7 sub e en f is vakantieverhuur toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de woning betreft een zelfstandige woonruimte;
  • b. de hoofdbewoner heeft zijn vaste woon- of verblijfplaats in de woning;
  • c. er wordt aan niet meer dan zes personen per nacht onderdak verleend;
  • d. de vakantieverhuur vindt maximaal 30 dagen per jaar plaats.

3.3.10 Voorwaardelijke verplichting geluid

Het gebruik zoals genoemd in 3.1 sub a, c en e is uitsluitend toegestaan als is aangetoond dat er wordt voldaan aan:

  • a. de voorkeursgrenswaarden uit de Wet geluidhinder dan wel de vastgestelde hogere waarden, zoals opgenomen in bijlage 3.

3.3.11 Voorwaardelijke verplichting in verband met verkeer
  • a. Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ten behoeven van de functies genoemd in 3.1 a, e, g en h kan niet eerder worden verleend dan nadat:
    • 1. er een verkeersbesluit is genomen ten aanzien van de kruising Bennebroekerweg / Rijnlanderweg waarmee de (inrichting van de) kruising zodanig wordt aangepast dat de cyclustijd van het verkeerslicht binnen beide spitsen kleiner is dan 120 seconden en er dan geen wachtrijen ontstaan, e.e.a. berekend met het geldende verkeersmodel van gemeente Haarlemmermeer dan wel diens opvolger of,
    • 2. indien er geen verkeersbesluit nodig is, de genoemde aanpassing gerealiseerd is, of
    • 3. op andere wijze is aangetoond en geborgd dat de verkeersafwikkeling van de kruising Bennebroekerweg / Rijnlanderweg voldoet aan de op dat moment geldende  richtlijnen van de gemeente Haarlemmermeer voor de afwikkeling van het verkeer inclusief dat van Lincolnpark.
  • b. Het in gebruik nemen van de onder a genoemde bouwwerken kan niet eerder dan nadat de onder a genoemde aanpassing van de kruising is gerealiseerd én, indien van toepassing, het daartoe benodigde verkeersbesluit formele rechtskracht heeft.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van 3.1 sub i punt 1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 3.1 sub i punt 1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 sub i punt 1 genoemd.

Artikel 4 Woongebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning;
  • b. aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening
  • c. zorgeenheden;
  • d. servicehubs;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor:
    • 1. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie B1 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging behorende bij deze regels;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' en ter plaatse van servicehub tevens voor:
    • 1. horeca van categorie 1 uit de Staat van Horeca-activiteiten behorende bij deze regels;
    • 2. commerciële dienstverlening;
    • 3. kantoren;
    • 4. praktijkruimte;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkeer'; wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook met een maximumsnelheid van 50 km/h;

met daarbij behorend(e):

  • h. tuinen en erven;
  • i. wegen, fiets- en voetpaden en verblijfsgebied;
  • j. bergingen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • n. speelvoorzieningen;
  • o. bergbezinkbassins;
  • p. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het aantal woningen binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Woongebied' mag niet meer bedragen dan 1.800;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is de aangegeven maximum bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is het aangegeven maximum bebouwingspercentage toegestaan;
  • d. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • e. bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan, voor zover de in artikel 2 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) genoemde situaties dit toelaten;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder 4.2.1 sub e geldt, dat de maximum oppervlakte in het geval van een bebouwingsgebied groter dan 300 m² de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken 90 m² mag zijn, vermeerderd met 10% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 300 m² tot een maximum van 250 m² aan bijbehorende bouwwerken;
  • g. de hoogte van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen mag niet meer zijn dan 4 meter;
  • h. de hoogte van gebouwen ten behoeve van verkeersafwikkeling mag niet meer zijn dan 4 meter;
  • i. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen mag niet meer zijn dan 10 m²;
  • j. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van verkeersafwikkeling mag niet meer zijn dan 10 m²;
  • k. de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van servicehubs bedraagt minimaal 4 meter;
  • l. de diepte van een bergbezinkbassin mag niet meer zijn dan 4 meter.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan voor zover de in artikel 2 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage, genoemde situaties dit toelaten.

4.2.3 Richtafstanden servicehubs
  • a. Voor het bouwen van servicehubs geldt dat deze op minimaal 10m afstand van de functies onder 4.1 a en c gebouwd moeten worden.
  • b. Voor het bouwen van de functies onder 4.1 a en c geldt dat deze op minimaal 10m afstand van servicehubs gebouwd dienen te worden.
  • c. Voor het bouwen van servicehubs bij functies onder 4.1 a en c kan het bevoegd gezag afwijken van de richtafstanden indien in voldoende mate is aangetoond dat er geen sprake is van onevenredige licht- en geluidhinder.

4.2.4 Voorwaardelijke verplichting milieuzonering

Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'voorwaardelijke verplichting' is het bouwen van woningen en zorgeenheden alleen toegestaan indien wordt voldaan aan de richtafstanden uit VNG-uitgave bedrijven en milieuzonering.

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Aanduiding 'gemengd'
  • a. De totale oppervlakte per functie als genoemd in lid 4.1 sub e en f bedraagt ten hoogste de in de navolgende tabel genoemde oppervlakte:
    Functie   Oppervlakte per vestiging   Oppervlakte per functie  
    Horeca   400 m2 vvo   1.100 m2 bvo  
    Kantoren   500 m2 vvo   4.000 m2 bvo  
    Bedrijven t/m categorie B1, praktijkruimten en commerciële dienstverlening   500 m2 bvo   1.500 m2 bvo
     
  • b. De functies zoals bedoeld in dit lid onder a zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond;
  • c. In afwijking van lid 4.3.1 sub b zijn kantoren ook op de tweede bouwlaag toegestaan.
  • d. De totaal toegestane oppervlakte voor de genoemde functies in dit lid onder a mag binnen de bestemmingen 'Gemengd' en 'Woongebied' niet meer bedragen dan 6.600 m2 bvo.

4.3.2 Afwijken specifieke gebruiksregels

In afwijking van het genoemde in lid 4.1 sub e en f geldt dat 10% van het totaal toegestane oppervlakte per functie zoals genoemd in lid 4.3.1 ook buiten de aanduiding 'gemengd' is toegestaan, met dien verstande dat het totaal toegestane oppervlak niet toeneemt.

4.3.3 Aan huis verbonden beroepsuitvoering

Het gebruik van een woning en/of bijbehorende bouwwerken ten dienste van aan huis verbonden beroepsuitoefening is toegestaan tot niet meer dan 40% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 50 m² bvo.

4.3.4 Servicehubs

Voor servicehubs gelden de volgende bepalingen:

  • a. binnen de bestemming 'Woongebied' zijn maximaal zeven servicehubs toegestaan;
  • b. het hoofdgebruik van de servicehubs betreft parkeren;
  • c. per servicehub worden tevens de volgende functies op de begane grond toegestaan:
    • 1. commerciële- en maatschappelijke dienstverlening, praktijkruimten, kantoren, met een maximum van 100 m2 bvo per vestiging en een maximum van 400m2 bvo in totaal;
    • 2. horeca tot en met categorie 1, met een maximum van 75 m2 bvo;
    • 3. wijkondersteunende voorzieningen;
    • 4. nutsvoorzieningen;
  • d. De totale oppervlakte van ondersteunende functies zoals genoemd onder c bedraagt maximaal 5.000 m² bvo binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Woongebied', met een maximum van 750 m2 bvo per servicehub;
  • e. het hiervoor genoemde onder d geldt aanvullend op het totaal toegestane maximum vloeroppervlak voor voorzieningen binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Woongebied'.

4.3.5 Zorgeenheden

Voor zorgvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De totale oppervlakte voor zorgeenheden bedraagt maximaal 7.500 m² bvo binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Woongebied';
  • b. Het totaal aantal zorgeenheden bedraagt maximaal 100 binnen de bestemming 'Gemengd' en 'Woongebied'.

4.3.6 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  • b. het bij aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening ontplooien van bedrijfsmatige activiteiten die vallen in een hogere categorie dan categorie B1 uit de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten of die vergunnings- of meldingsplichtig zijn op basis van de Wet milieubeheer;
  • c. het ten behoeve van aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening hebben van bedrijfsmatige opslag in de open lucht;
  • d. het gebruik ten behoeve van detailhandel;
  • e. het gebruik van de woning voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • f. het gebruik van de woning voor de uitoefening van een bed & breakfast of logiesfunctie;
  • g. het gebruik van de woning voor vakantieverhuur.

4.3.7 Afwijking hospitaverhuur

In afwijking van het bepaalde in 4.3.6 sub e, is woningdelen door middel van hospitaverhuur toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de hoofdbewoner heeft zijn vaste woon- of verblijfplaats in de woning;
  • b. de hoofdbewoner bewoont minimaal 60 % van het vloeroppervlak van de woning zelf;
  • c. er worden maximaal twee kamers verhuurd;
  • d. per verhuurde kamer is maximaal één bewoner toegestaan.

4.3.8 Afwijking vakantieverhuur

In afwijking van het bepaalde in 4.3.6 sub f en g is vakantieverhuur toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de woning betreft een zelfstandige woonruimte;
  • b. de hoofdbewoner heeft zijn vaste woon- of verblijfplaats in de woning;
  • c. er wordt aan niet meer dan zes personen per nacht onderdak verleend;
  • d. de vakantieverhuur vindt maximaal 30 dagen per jaar plaats.

4.3.9 Voorwaardelijke verplichting geluid

Het gebruik zoals genoemd in 4.1 sub a en c is uitsluitend toegestaan als is aangetoond dat er wordt voldaan aan:

  • a. de voorkeursgrenswaarden uit de Wet geluidhinder dan wel de vastgestelde hogere waarden, zoals opgenomen in bijlage 3.

4.3.10 Voorwaardelijke verplichting in verband met verkeer
  • a. Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ten behoeven van de functies genoemd in 4.1 a, e, c en f kan niet eerder worden verleend dan nadat:
    • 1. er een verkeersbesluit is genomen ten aanzien van de kruising Bennebroekerweg / Rijnlanderweg waarmee de (inrichting van de) kruising zodanig wordt aangepast dat de cyclustijd van het verkeerslicht binnen beide spitsen kleiner is dan 120 seconden en er dan geen wachtrijen ontstaan, e.e.a. berekend met het geldende verkeersmodel van gemeente Haarlemmermeer dan wel diens opvolger of,
    • 2. indien er geen verkeersbesluit nodig is, de genoemde aanpassing gerealiseerd is, of
    • 3. op andere wijze is aangetoond en geborgd dat de verkeersafwikkeling van de kruising Bennebroekerweg / Rijnlanderweg voldoet aan de op dat moment geldende  richtlijnen van de gemeente Haarlemmermeer voor de afwikkeling van het verkeer inclusief dat van Lincolnpark.
  • b. Het in gebruik nemen van de onder a genoemde bouwwerken kan niet eerder dan nadat de onder a genoemde aanpassing van de kruising is gerealiseerd én, indien van toepassing, het daartoe benodigde verkeersbesluit formele rechtskracht heeft.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 4.1 sub f punt 1 om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 4.1 sub f punt 1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 sub f punt 1 genoemd.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Luchtvaartverkeerzone - lib

6.1 Luchtvaarverkeerzone - LIB 2.2.1d

Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone-lib', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB art. 2.2.1d, gelden de beperkingen met betrekking tot bebouwing en het gebruik daarvan, gesteld in artikel 2.2.1d van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.

6.2 Luchtvaartverkeerzone - LIB 2.2.1e

Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone-lib', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB art. 2.2.1e, gelden de beperkingen met betrekking tot bebouwing en het gebruik daarvan, gesteld in artikel 2.2.1e van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde op de verbeelding en in deze regels voor:

  • a. het in geringe mate aanpassen van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of - intensiteit daartoe aanleiding geven;
  • b. het in geringe mate afwijken tot ten hoogste 2 m van een bouwgrens, mits dit nodig is om het plan aan te passen vanwege een blijkbaar meetverschil tussen werkelijke toestand van het terrein en de verbeelding;
  • c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
  • d. het verhogen van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen met maximaal 25% ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits de totale oppervlakte van vergrotingen op dat gebouw niet meer is dan 50% van de oppervlakte van de bovenste verdiepingsvloer;
  • e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van civiele kunstwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;

Artikel 8 Algemene wijzigingsregels

8.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

Artikel 9 Parkeerregels

9.1 Reserveren en inrichten ruimte voor parkeren, stallen, laden, lossen
  • a. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of een wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken geldt, dat op eigen terrein in voldoende mate ruimte moet zijn gereserveerd en ingericht en in stand worden gehouden voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen met inachtneming van het geldende parkeerbeleid van Haarlemmermeer.
  • b. In afwijking van a gelden tevens de bepalingen opgenomen in het Mobiliteitsplan Lincolnpark Tweede Fase. Deze hebben voorrang ten opzichte van het geldende parkeerbeleid.
9.2 Beleidsregels en peildatum

Het bevoegd gezag past de in 9.1 genoemde regels toe met inachtneming van de beleidsregels zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

9.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Ruimte voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik;
  • b. Behoudens invalidenparkeerplaatsen, fiets- en bromfietsparkeerplaatsen en plaatsen voor laden en/of lossen zijn parkeerplaatsen uitsluitend binnen servicehubs toegestaan.
9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1, indien:

  • a. op basis van gegronde redenen aangetoond kan worden dat het voldoen aan deze bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, en bovendien
  • b. op andere wijze in de nodige ruimte voor het parkeren, stallen laden en/of lossen van voertuigen blijvend wordt voorzien.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bepaalde in 10.1 sub 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 10.2 sub 1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in 10.2 sub 1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het bepaalde in 10.2 sub 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
10.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan 'Hoofddorp Lincolnpark Tweede Fase' van de gemeente Haarlemmermeer.