direct naar inhoud van Toelichting
Plan: 1e herziening bp Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0393.1eHerzBuitengeb-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Bij besluit van 24 juni 2014 heeft de raad van de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in een actuele planologische regeling voor een deel van het Buitengebied van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en is overwegend conserverend van aard. Tegen dit besluit zijn een zestal beroepen ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het bestemmingsplan in haar uitspraak van 6 april 2016 (zaaknr. 201408308/1/R1) op enkele onderdelen vernietigd en de raad opgedragen voor die onderdelen een nieuw besluit te nemen. De Raad van State heeft in de uitspraak de voorlopige voorziening getroffen dat het gebruik van het hoofdgebouw op het perceel De Laars 14 voor niet zelfstandige verblijfsrecreatie behorend bij activiteiten van sport en spel is toegestaan. Deze voorlopige voorziening vervalt op het moment van inwerkingtreding van het nieuwe besluit.


Het besluit van de raad wordt vernietigd voor zover:

  • 1. de bestemming “Natuur” aan het plandeel ter plaatse van het perceel met de kadastrale aanduiding gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, sectie H, nummer 890 is toegekend;
  • 2. de bestemming “Natuur” aan het plandeel ter plaatse van het perceel met de kadastrale aanduiding gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, sectie H, nummer 1153 is toegekend;
  • 3. niet is voorzien in een bestemming waarbij bijgebouwen op het perceel Lagedijk 11 zijn toegestaan;
  • 4. niet is voorzien in een bestemming waarbij ondergeschikte horeca behorend bij het boerengolf ter plaatse van het plandeel aan de westzijde van het perceel Liedeweg 32/32a met de bestemming “Recreatie-Agrarische, natuur- en landschapswaarden-1” is toegestaan;
  • 5. in artikel 9, lid 9.1, onder b, en artikel 10, lid 10.1, onder c, van de planregels de zinsnede “met daaraan ondergeschikte verblijfsrecreatie” is opgenomen voor zover dit van toepassing is op het perceel De Laars 14;
  • 6. het betreft het plandeel met de bestemming “Natuur” en de aanduiding “opslag” ter plaatse van het perceel De Laars 14 voor zover de breedte van dit perceel meer dan 4,5 m en de toegestane bouwhoogte meer dan 2,5 m bedraagt;
  • 7. het betreft het plandeel met de bestemming “recreatie- Agrarische natuur- en landschapswaarden” ter plaatse van de sleufsilo op het perceel Kerkweg 32A;
  • 8. het betreft het plandeel met de bestemming “recreatie- Agrarische natuur- en landschapswaarden” ter plaatse van de mestplaat- en kelder op het perceel Kerkweg 33;
  • 9. het betreft het plandeel met de bestemming “recreatie- Agrarische natuur- en landschapswaarden” ter plaatse van de sleufsilo's aan de noordzijde van het perceel Kerkweg 34;
  • 10. het betreft het plandeel met de bestemming “recreatie- Agrarische natuur- en landschapswaarden” ter plaatse van de jongveestal op het perceel Groeneweg 6.

Dit bestemmingsplan geeft gevolg aan de uitspraak van de Raad van State om een nieuw besluit te nemen over de vernietigde onderdelen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.

1.2 Vormgeving

Dit bestemmingsplan bestaat uit regels en een verbeelding die vergezeld gaan van de onderhavige toelichting. Bij het opstellen van de verbeelding is ervoor gekozen om het gehele plangebied aan te geven en alleen de bestemmingen die vernietigd waren weer te geven. Alle reeds opgenomen bestemmingen, aanduidingen en dubbelbestemmingen die op basis van het moederplan gelden en blijven gelden. Voor de regels geldt dat de totale regels zijn opgenomen in dit plan, maar dat alleen de gemarkeerde regels deel uitmaken van deze eerste herziening. Door deze werkwijze is in één oogopslag duidelijk hoe de aanvullingen op de regels passen in die van het moederplan.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt per beroep een korte toelichting gegeven op de uitspraak van de Raad van State. Vervolgens zal een nadere onderbouwing worden gegeven en/of een concreet voorstel worden gedaan voor herstel.

Hoofdstuk 2 Aanpassingen naar aanleiding van de uitspraak Raad van State en ambtshalve

2.1 Lagedijk 11A Spaarndam

2.1.1 Uitspraak Raad van State
  • 1. Op het perceel Lagedijk 11 is een woning met een tuin en een oprit aanwezig. Het perceel met de kadastrale aanduiding gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, sectie H, nummer 890 (onderdeel van het perceel Lagedijk 11A) is in gebruik als Tuin. In het bestemmingsplan "Buitengebied" heeft dit perceel de bestemming "Natuur" gekregen. Het gebruik als tuin is binnen de bestemming "Natuur" niet toegestaan. De Raad van State heeft geoordeeld dat deze natuurbestemming in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, aangezien het niet aannemelijk is dat binnen de planperiode van 10 jaar deze bestemming zal worden verwezenlijkt.
  • 2. Het perceel met het nummer 1153 is in gebruik als oprit. In het bestemmingsplan Buitengebied heeft deze grond de bestemming "Natuur" gekregen. Deze functie is binnen de bestemming "Natuur" niet toegestaan. De Raad van State heeft geoordeeld dat deze natuurbestemming in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, aangezien niet het reëel is dat binnen de planperiode van 10 jaar deze bestemming zal worden gerealiseerd. De bestemming "Tuin" zal op de gronden worden gelegd. Hierbij wordt bepaald dat er uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd.

2.1.2 Voorstel nieuwe regeling

Naar aanleiding van de uitspraak zal de bestemming "Tuin" zal op het perceel de gronden worden gelegd. Het bestaande gebruik is hiermee positief bestemd. Hierbij wordt bepaald dat er uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd.


Op het perceel met de kadastrale aanduiding gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, sectie H, nummer 890 en op het perceel met de kadastrale aanduiding gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, sectie H, nummer 1153 zal de bestemming "Tuin" worden opgenomen zal de bestemming "Tuin" worden opgenomen:


"Artikel 15 Tuin

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.


15.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1,5 m"

2.2 Lagedijk 11 Spaarndam

2.2.1 Uitspraak Raad van State

Op het perceel Lagedijk 11 staat een woning met bijgebouwen. De bijgebouwen zijn legaal opgericht en hebben een oppervlakte van ongeveer 407 m2. De Raad van State concludeert dat de bijgebouwen, voor zover die in totaal meer dan 150 m2 bedragen, door het bestemmingsplan "Buitengebied" abusievelijk onder het overgangsrecht zijn komen te vallen, zoals opgenomen in artikel 39, lid 1 van het bestemmingsplan "Buitengebied". Aangezien dit nooit de bedoeling is geweest, wordt door middel van dit bestemmingsplan de regeling voor bijgebouwen ter plaatse van het perceel Lagedijk 11 te Spaarndam aangepast.

2.2.2 Voorstel nieuwe regeling

Ter plaatse van het perceel Lagedijk 11 te Spaarndam wordt binnen de bestemming "Wonen" de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - extra bijgebouwen" opgenomen. In de regels wordt aangegeven dat binnen deze aanduiding in afwijking van de algemene bouwregels maximaal 407 m2 aan bijgebouwen is toegestaan.

2.3 Liedeweg 32/32A Haarlemmerliede

2.3.1 Uitspraak Raad van State

Op de percelen achter de Liedeweg 38 en ten Noord-Oosten van de het perceel Liedeweg 32 en 32A te Haarlemmerliede is een agrarisch bedrijf met (beperkte) recreatieve nevenactiviteiten gevestigd. Exploitant wil ter plaatse van het perceel Liedeweg 32/32a horeca realiseren voor bezoekers van zijn recreatiebedrijf en passanten. De gemeente stelt dat ondergeschikte horeca ten behoeve van recreatieve activiteiten (boerengolf) niet is verboden. Zelfstandige horeca is echter niet toegestaan. De Raad van State constateert dat het bestemmingsplan "Buitengebied" ondergeschikte horeca ter plaatse niet toestaat, terwijl gebleken is dat dit wel mogelijk moet zijn. Door middel van dit bestemmingsplan zal ondergeschikte horeca binnen de vigerende bestemming op het perceel mogelijk worden gemaakt.

2.3.2 Voorstel nieuwe regeling

Aan de regels wordt in artikel 12 "Recreatie-Agrarische, natuur- en landschapswaarden-1" aan de bestemmingsomschrijving toegevoegd dat ondergeschikte horeca ter plaatse is toegestaan. Aan de begripsbepalingen wordt een nieuwe bepaling "ondergeschikte horeca" toegevoegd":


"Ondergeschikte horeca

Er is sprake van ondergeschikte horeca indien:

  • a. De horeca-activiteit ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en de kwaliteit van de hoofdfunctie vergroot en/of completeert;
  • b. er sprake is van een waarneembare ondergeschiktheid van de horecafunctie; er kan geen sprake zijn van een volledig ingerichte of zelfstandig uitgevoerd horeca-etablissement;
  • c. de horeca-activiteit open is tijdens de openingstijden van de hoofdfunctie; Het horecagedeelte mag uitsluitend bereikbaar zijn via de entree van de hoofdfunctie;
  • d. de ruimten niet worden verhuurd of anderszins in gebruik wordt gegeven aan derden ten behoeve van feesten en andere partijen;
  • e. de ondergeschikte horeca maximaal 25% van het bruto verkoopvloeroppervlak van de inrichting beslaat met een maximum van 35 vierkante meter (excl. terrassen); Onder bruto verkoopvloeroppervlak wordt verstaan het voor publiek toegankelijke gedeelte plus de ruimte achter de kassa. Opslagruimten en personeelsruimten worden hier niet toe gerekend;
  • f. terrassen zijn niet toegestaan."

2.4 De Laars 14 Spaarndam

2.4.1 Uitspraak Raad van State

Op het perceel De Laars 14 is het bedrijf Dynamique Sportieve Evenementen gevestigd, een bedrijf dat sportieve evenementen organiseert. Op het naastgelegen perceel, De Laars 13, is een woonboot gelegen. De eigenaar van deze woonboot vreest voor (geluids)overlast en voor aantasting van de ecologische waarden in het gebied als gevolg van het toegestane recreatieve gebruik van het perceel De Laars 14.

2.4.2 Voorstel nieuwe regeling

Ondergeschikte verblijfsrecreatie

In het bestemmingsplan is het begrip "ondergeschikte verblijfsrecreatie" niet gedefinieerd in artikel 1 van de planregels. De Raad van State heeft geoordeeld dat dit in strijd is met de rechtszekerheid en dat duidelijk moet zijn wat onder "ondergeschikte verblijfsrecreatie" wordt verstaan.


Dynamique heeft aangegeven dat het de bedoeling is dat uitsluitend de gasten die deelnemen aan de sport- en spelactiviteiten de mogelijkheid hebben om ter plaatse te overnachten in een kampeermiddel. Het betreft maximaal 30 verblijfsrecreanten per keer. Het is niet de bedoeling dat het onderdeel verblijfsrecreatie een zelfstandige stroom bezoekers trekt. Aan de begripsbepalingen wordt een nieuwe bepaling "ondergeschikte verblijfsrecreatie" toegevoegd:


"Ondergeschikte verblijfsrecreatie

Het ter plaatse aanbieden van nachtverblijf in een kampeermiddel aan de gasten die deelnemen aan de (buiten)sport- en spelactiviteiten van het recreatieverblijf, zonder dat er sprake is van verhuur van het terrein ten behoeve van verblijfsrecreatie in kampeermiddelen aan overige recreanten; er kan geen sprake zijn van een zelfstandig uitgevoerd verblijfsrecreatiebedrijf."


Opslag

Het betreft het plandeel met de bestemming "Natuur" en de aanduiding "opslag" ter plaatse van het perceel De Laars 14, voor zover de breedte van dit plandeel meer dan 4,5 m en de toegestane bouwhoogte meer dan 2,5 m bedraagt. Dit deel van het perceel ligt in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De Raad van State constateert dat de thans aanwezige containers en wagens die voor opslag worden gebruikt in het voorheen geldende bestemmingsplan niet waren toegestaan. Planologisch wordt de opslag in het nieuwe bestemmingsplan voor de eerste keer toegestaan. Dat mag alleen als de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS niet significant worden aangetast en de omzetting naar de natuurfunctie niet onomkeerbaar wordt belemmerd (artikel 19, eerste lid onder c van de provinciale Ruimtelijke Verordening). De raad van de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude heeft onvoldoende onderzoek gedaan of wordt voldaan aan artikel 19, eerste lid, onder c van de Provinciale Ruimtelijke Verordening.


Ter beoordeling van de effecten op de EHS wordt uitgegaan van de bestaande situatie. Dit betreft het huidige oppervlakte aan bouwwerken voor opslag 60-70 m2 en de aanwezige natuurwaarden. In het Natuurbeheerplan heeft de provincie geen natuurdoeltypen voor de EHS ter plaatse aangewezen. Ter plaatse is aan de hand van een veldbezoek beoordeeld wat de bestaande waarden en kenmerken van de EHS zijn.

Uit het veldonderzoek blijkt dat gebied in de huidige situatie bestaat uit groen dat volledig is verstoord, zie bijlage 1. Het voorkomen van beschermde vaatplanten is derhalve uitgesloten. De te slopen bebouwing is als niet geschikt beoordeeld als verblijfplaats voor vleermuizen of nestlocatie voor vogels met jaarrond beschermde nesten. Het terrein is grotendeels verhard en door de ligging naast een bestaand recreatiegebied ongeschikt als leefgebied voor overige beschermde soort(groep)en.

De bestaande opslag zal worden vervangen door een gebouw van 100 m2 met een hoogte van 4m. De oppervlakte EHS die hierbij verloren gaat dient te worden gecompenseerd.


Ondergeschikte verblijfsrecreatie buiten het hoofdgebouw

De Raad van State constateert tevens dat ten tijde van het voorheen geldende bestemmingsplan ondergeschikte verblijfsrecreatie in het hoofdgebouw was toegestaan. Op de overige gronden met de bestemming "Recreatie" met de aanduiding "recreatief buitensportcentrum" en de bestemming "Natuur" met de aanduiding "recreatief-buitensportcentrum" wordt ondergeschikte verblijfsrecreatie planologisch voor het eerst toegestaan. Dat mag alleen als de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS niet significant worden aangetast en de omzetting naar de natuurfunctie niet onomkeerbaar wordt belemmerd (Artikel 19, eerste lid onder c van de provinciale Ruimtelijke Verordening). De raad van de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude heeft onvoldoende onderzoek gedaan of wordt voldaan aan artikel 19, eerste lid, onder c van de Provinciale Ruimtelijke Verordening.


Inmiddels is er nader gekeken naar de situatie ter plekke. De verblijfsrecreatie bestaat uit losse kampeermiddelen. Hiervoor vinden geen ingrepen in de bestaande natuur plaats. Gezien de bestaande functie van buitensportcentrum en de ligging in een gemengd gebied met woonschepen en (recreatie)woningen treedt ook geen wezenlijke extra verstoring op. De wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS worden niet aangetast.


In het plan wordt ter verduidelijking een definitie van het begrip 'kampeermiddel' opgenomen.

“kampeermiddel

  • a. een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan of een huifkar;
  • b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, dat geheel of ten dele blijvend kan worden gebruikt voor recreatief dag- en/of nachtverblijf.”

Geluid

De gronden met de bestemming "Natuur" met de aanduiding "recreatief-buitensportcentrum" ligt op een afstand van ongeveer 30 m van de woonboot van Poels. Dat betekent dat verblijfsrecreatie op een afstand van 30 m van een gevoelige bestemming mogelijk wordt gemaakt. De Raad van State oordeelt dat de raad van de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude geen onderzoek heeft verricht naar de akoestische gevolgen die de ondergeschikte verblijfsrecreatie heeft ter plaatse van de woonboot van Poels.


Inmiddels is aanvullend akoestisch onderzoek gedaan, zie bijlage 2. Hierbij is de geluidbelasting onderzocht van de activiteiten die nog niet eerder waren toegestaan, namelijk het overnachten in de buitenlucht. Het stemgeluid van personen is daarbij de maatgevende geluidbron. Het geluid van activiteiten die reeds waren toegestaan, zoals sport en spel, en samenkomen bij een kampvuur, maakte geen deel uit van het onderzoek.

De geluidbelasting is berekend bij ligplaatsen van woonschepen in de omgeving van het bedrijf. Uit het onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de richtwaarden die gelden voor een rustig buitengebied, zoals die zijn aanbevolen in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering. Hieruit volgt dat de onderzochte activiteiten niet zorgen voor aantasting van het akoestisch woon- en leefklimaat bij de ligplaatsen.

2.5 Kerkweg 32A, 33 en 34 en Groeneweg 6

2.5.1 Uitspraak Raad van State

De Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude heeft voor een tweetal agrarische bedrijven beroep aangetekend . De bedrijven zijn gevestigd op de percelen Kerkweg 32A, 33 en 34.

 

Kerkweg 32A
Ter plaatse van het perceel Kerkweg 32A is het semi-verharde terrein met kuilvoeropslag achter de bedrijfswoning niet voorzien van een bouwvlak. De Raad van State heeft geconstateerd dat de bestaande situatie niet is bestemd nu gebleken is dat voor de kuilvoeropslag een vergunning is verleend.


Kerkweg 33
Ter plaatse van het perceel Kerkweg 33 is de aanwezige mestplaat- en kelder gedeeltelijk niet bestemd. Een deel van de mestplaat- en kelder ligt buiten het bouwvlak. De Raad van State heeft geconcludeerd dat de bestaande situatie niet is bestemd nu gebleken is dat de mestplaat- en kelder legaal zijn gerealiseerd.


Kerkweg 34
Ter plaatse van het perceel Kerkweg 34 zijn de aanwezige sleufsilo's niet bestemd. Hierdoor is de bestaande situatie niet bestemd. In het vorige plan waren de sleufsilo's eveneens niet bestemd en vielen derhalve onder het destijds geldende overgangsrecht. In het bestemmingsplan "Buitengebied" vallen zij wederom onder het overgangsrecht. Gebleken is dat voor de sleufsilo's een vergunning is verleend. De Raad van State heeft geconstateerd dat de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude niet voornemens is de sleufsilo's binnen de planperiode te laten slopen.


Groeneweg 6

Ter plaatse van het perceel Groeneweg 6 is gebleken dat de bestaande situatie niet is bestemd. Ter plaatse is een jongveestal met een bouwvergunning opgericht. De Raad van State heeft geconstateerd dat de jongveestal door het bestemmingsplan "Buitengebied" abusievelijk onder het overgangsrecht is komen te vallen, zoals opgenomen in artikel 39, lid 1 van het bestemmingsplan "Buitengebied".

2.5.2 Voorstel nieuwe regeling

Kerkweg 32A

Door middel van dit bestemmingsplan zal de kuilvoeropslag positief worden bestemd. Op de verbeelding wordt ter plaatse van de kuilvoeropslag een aanduiding opgenomen. In de regels zal worden bepaald dat ter plaatse van die aanduiding kuilvoerplaten en sleufsilo's zijn toegestaan met een maximale hoogte van 2m. Hierdoor wordt het mogelijk dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding kuilvoerplaten en sleufsilo's buiten het bouwvlak zijn toegestaan. Er wordt geen bouwvlak ter plaatse opgenomen.

Kerkweg 33

Door middel van dit bestemmingsplan zal de mestplaat- en kelder positief worden bestemd. Op de verbeelding wordt ter plaatse van de mestplaat- en kelder een aanduiding opgenomen. In de regels zal worden bepaald dat ter plaatse van die aanduiding een mestplaat- en kelder is toegestaan met een maximale hoogte van 1,5m. Hierdoor wordt het mogelijk dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding een mestplaat- en kelder buiten het bouwvlak zijn toegestaan. Er wordt geen bouwvlak ter plaatse opgenomen.

Kerkweg 34

Door middel van dit bestemmingsplan zullen de sleufsilo's positief worden bestemd. Op de verbeelding wordt ter plaatse van de sleufsilo's een aanduiding opgenomen. In de regels zal worden bepaald dat ter plaatse van die aanduiding kuilvoerplaten en sleufsilo's zijn toegestaan met een maximale hoogte van 2 m. Hierdoor wordt het mogelijk dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding kuilvoerplaten en sleufsilo's buiten het bouwvlak zijn toegestaan. Er wordt geen bouwvlak ter plaatse opgenomen.

Groeneweg 6:

Door middel van dit bestemmingsplan zal de jongveestal positief worden bestemd. Het bouwvlak Groeneweg 6 ligt echter binnen het beperkingengebied van het Luchthavenindelingbesluit (Lib). Dit betekent dat niet zonder meer een agrarisch bouwvlak kan worden opgenomen met bijbehorende bouwmogelijkheden. Binnen het beperkingengebied van het Lib zijn naast de bestaande gebouwen geen nieuwe gebouwen toegestaan. Om die reden wordt op het perceel de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luchthavenindelingbesluit' opgenomen. Hiermee is geregeld dat de bestaande bebouwing gehandhaafd mag blijven, maar er geen nieuwe gebouwen mogen worden opgericht of de bestaande bebouwing niet kan worden gewijzigd.

2.6 Ambtshalve aanpassing

De gemeente wil de mogelijkheid opnemen om de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - boerencamping' te kunnen verplaatsen. De boerencamping kan op deze manier worden verplaatst naar locaties die (nog) minder raken aan het weidevogelleefgebied. De omvang van de aanduiding blijft in totaal hetzelfde.

Voorstel nieuwe regeling

Aan artikel 12.7.1  wordt een nieuw sublid c toegevoegd, luidende: “het geheel of gedeeltelijk verplaatsen van de aanduiding specifieke vorm van agrarisch - boerencamping”. Onder de voorwaarden dat er ten aanzien van het weidevogelleefgebied een verbeterde situatie ontstaat en de omvang van de aanduiding in totaal gelijk blijft.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Beleid en sectorale onderzoeken

Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening van het recentelijk vastgestelde 'moederplan' Buitengebied. Deze herziening bestaat uit enkele aanpassingen van het 'moederplan' die een beperkte ruimtelijke impact hebben. Het merendeel gaat om correcties van de verbeelding of de regels, waarbij de feitelijke situatie op de verbeelding wordt opgenomen. In het kader van deze onderdelen is dan ook geen toetsing aan het vigerende beleid opgenomen en is onderzoek naar de gevolgen voor milieu, water en ecologie achterwege gelaten. Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State en de beoogde ontwikkeling op het perceel De Laars 14 is wel een veldonderzoek Flora en fauna en een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting.

3.2 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijke besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:

  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°,onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.


Het betreft een reparatieplan naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State. Het is met name het herstellen van omissies in bestaande (reeds vergunde) situaties. Met betrekking tot het bedrijf Dynamique wordt een nieuwe opslagloods mogelijk gemaakt. De kosten voor de realisatie van het project zijn door de initiatiefnemer al eerder begroot in het kader van het bestemmingsplan Buitengebied. Uit deze begroting is gebleken dat het plan financieel uitvoerbaar is.

Er hoeft geen exploitatieplan door de raad te worden vastgesteld.

3.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vooroverleg

Alvorens het ontwerp van het plan ter inzage te leggen heeft het college besloten geen overleg te voeren als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. Er zijn immers geen nieuwe elementen in het geding die om nieuw vooroverleg vragen. De voorliggende bestemmingsplandelen dienen ter vervanging van niet geaccepteerde delen van het bestemmingsplan Buitengebied.

Participatietraject

Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld op basis van de uitspraak van de Raad van State van 6 april 2016. Het voorontwerpbestemmingsplan is uitgebreid besproken met individuele belanghebbenden. Van dit overleg is een separate, destijds aan de Raad voorgelegde memo opgesteld. Dit memo vormt een verslag ten aanzien van de gehouden participatie. In het memo is tevens te lezen hoe met de ingediende opmerkingen is omgegaan en op welke punten deze hebben geleid tot aanpassing van het voorontwerp.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan "1e herziening bp Buitengebied” heeft van donderdag 29 juni 2017 tot en met woensdag 9 augustus 2017 ter visie gelegen in het kader van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Gedurende die periode konden zienswijzen worden ingediend. De twee ontvangen zienswijzen zijn in de afzonderlijke Nota zienswijzen samengevat en beantwoord, en hebben geen aanleiding gegeven om het plan aan te passen.