direct naar inhoud van 6.4 Hoofdstuk 2: bestemmingsregels
Plan: Poelpolder
Plannummer: BP9080001
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP9080001-0003

6.4 Hoofdstuk 2: bestemmingsregels

Agrarisch met waarden - natuur- en landschapswaarden (artikel 3)

Het gaat hier om de percelen die behoren bij of gebruikt worden door de veehouderij aan de Vijfhuizen 3. Het grootste gedeelte ligt ten noordwesten van het veebedrijf, tegen een deel van het tracé van de Zuidtangent aan.

De landschappelijke waarde komt voort uit de cultuurhistorische waarde van het gebied binnen de stelling van Amsterdam en de oorspronkelijke structuur van het veenweidelandschap die ontstaan is bij het inpolderen van het gebied.

De natuurwaarde is vastgelegd in het rijks en provinciaal beleid waarin het gebied is aangemerkt als EHS en weidevogelleefgebied.

Zowel voor de landschaps- als de natuurwaarde is de openheid van het landschap een bepalende factor, die gewaarborgd moet blijven. In deze bestemming is daarom een aanlegvergunningstelsel opgenomen.

Bedrijf (artikel 4)

In het noordoosten van het plangebied is een rioolwaterzuiveringsinstallatie aanwezig met 3 bedrijfswoningen. Deze installatie heeft een specifieke aanduiding gekregen en er worden ten opzichte van het geldende bestemmingsplan geen verdere uitbreidingsmogelijkheid geboden. De bij deze zuiveringsinstallatie behorende geluidzone-industrie is op de verbeelding aangegeven.

Cultuur en ontspanning (artikel 5)

De Vijfhuizer molen heeft de bestemming Cultuur en ontspanning gekregen, omdat de molen regelmatig bezichtigd kan worden. De oorspronkelijke functie van de molen is vervangen door een elektrisch gemaal, waardoor de molen enkel nog een cultuurhistorische waarde vertegenwoordigd. Rondom de molen is een zogenaamde 'molenbiotoop' van toepassing.

Groen (artikel 6)

De voor groen aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, verhardingen en paden en bijbehorende voorzieningen, waar onder waterpartijen. Het gaat hier om het resterende groen in het plangebied, niet vallend onder agrarisch of natuur. In veel gevallen gaat het om groenstroken die in en om de volkstuinencomplexen, de sportvelden en de zuiveringsinstallatie te vinden zijn.

Natuur (artikel 7)

De bescherming van de uitgestrektheid, openheid en speciale verkaveling van het veenweidegebied, de aangelegde bebossing en het recreatiepark Poelbroek gebeurt door het grootste deel van het plangebied een natuurbestemming te geven. Op deze wijze kunnen de landschappelijke en ecologische waarden zo optimaal mogelijk beschermd en verder ontplooid worden.

Om de extensieve recreatie in het gebied te stimuleren vallen groenvoorziening, een speeldernis (natuurspeelvoorziening), verhardingen en paden en bijbehorende voorzieningen, waar onder waterpartijen onder de gebruiksmogelijkheden van de gronden. Er is hiervoor wel een aanlegvergunningenstelstel opgenomen om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen.

Recreatie (artikel 8)

Volkstuinen
Onder de aanduiding volkstuinen worden alle volkstuinencomplexen die aanwezig zijn in het plangebied specifiek bestemd met de aanduiding Volkstuinen.

Doetuinen en Schooltuinen
In het zuidelijk plangebied bevindt zich een meer extensieve vorm van collectieve tuinen, waar buurtbewoners groenten en dergelijken telen. Deze doetuinen zijn gelegen in een waardevolle omgeving en het plaatsen van bebouwing is om die reden dan ook niet mogelijk, met uitzondering van een algemene gereedschapsberging. Ook voor Schooltuinen geldt dat deze een meer extensief karakter hebben, vandaar dat ook voor deze functie enkel een algemene gereedschapsberging is toegelaten.

Voor de binnen het gebied gelegen manege is de aanduiding 'manege' opgenomen op de plankaart.


Sport (artikel 9)

  • De gronden van de sportverenigingen Saxenburg en de handboogvereniging HBSV Brederode zijn positief bestemd.
  • op de kaart is een bebouwingsvlak aangegeven waarbinnen alle bebouwing moet worden geconcentreerd;
  • ten behoeven van de vernieuwing van het verenigingsgebouw van Saxenburg is het bouwvlak verruimd;
  • buiten het bebouwingsvlak zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan (zoals overdekte fietsenstallingen), mits deze ten dienste van de voor dat perceel aangegeven bestemming worden opgericht en gebruikt.


Tuin 1, T2, T3 (artikelen 10, 11 en 12)

De in het plangebied niet voor gebouwen bedoelde gronden behorende bij woningen, worden bestemd als 'Tuin'; binnen deze bestemming zijn onder voorwaarden wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan (zoals erfafscheidingen, vlaggenmasten); Een berging kan niet binnen deze bestemming worden gebouwd. Dit is gedaan om binnen de bouwblokken de onbebouwde ruimte te concentreren. Deze bestemming komt ook vaak voor aan de voorzijde van woningen. Bebouwing aan de voorzijde van woningen geeft een rommelig beeld en kan, met name bij hoekwoningen, het uitzicht voor automobilisten verminderen waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.


Verkeer (artikel 13)

  • de in het plangebied voorkomende wegen, met bijbehorende bermen, parkeerplaatsen, fiets- en voetpaden en speelplaatsen zijn ondergebracht in een verzamelbestemming Verkeersdoeleinden; binnen deze bestemming behoort (een beperkte) herinrichting tot de mogelijkheden;
  • zowel binnen verkeersdoeleinden als groenvoorzieningen is de bouw van gebouwen ten behoeven van de bestemming verkeersdoeleinden respectievelijk groenvoorzieningen toegestaan, w.o. nutsgebouwtjes, abri's, (ondergrondse) afval- en recyclebakken en reclameborden en andere bouwwerken. De oppervlakte van gebouwen mag per gebouw niet meer bedragen dan 10 m2 en de hoogte niet meer dan 3 meter.
  • de in het plangebied voorkomende waterwegen en waterpartijen zijn ondergebracht in de bestemming Water.

Water (artikel 14)

De in het plangebied voorkomende water, waterwegen, waterpartijen, overstroken en bijbehorende voorzieningen zijn ondergebracht in de bestemming Water. De voor water aangewezen gronden zijn bestemd de waterberging en de waterhuishouding.

Voor het realiseren van steigers zijn door het Hoogheemraadschap aanvullende criteria opgesteld waaraan een steiger dient te voldoen. Voor het oprichten van een steiger moet een eigenaar dus een omgevingsvergunning van de gemeente en een Keurvergunning van Hoogheemraadschap aanvragen.

Voor eventuele toekomstige uitbreidingsbehoeften van water binnen het plangebied, wordt ruimte geboden binnen de gronden die bestemd zijn als groenvoorzieningen, natuur of als verkeersdoeleinden.

Wonen (artikel 15)

  • alle bestaande woningen in het plangebied zijn positief bestemd als Woondoeleinden;
  • voor zover ruimtelijk mogelijk zijn (beperkte) uitbreidingen van de bestaande woningen toegestaan (door middel van het 'rechttrekken' van achtergevelrooilijnen);
  • onder voorwaarden (maximaal 35% van het bruto vloeroppervlak van een woning tot een maximum van 50 m2) zijn beroepsmatige activiteiten aan huis toegestaan.

Leiding-Riool (dubbelbestemming, artikel 16)

Ten behoeven van de aanleg en instandhouding van een ondergrondse afvalwaterpersleiding is een dubbelbestemming opgenomen.

Leiding – Water (dubbelbestemming, artikel 17)

Ondergrondse drinkwatertransportleidingen zijn op de verbeelding aangeduid als dubbelbestemming 'Leiding-water' met een veiligheidsstrook ter breedte van 5 meter aan weerszijde van de hartlijn van de leiding. Deze dubbelbestemming is leidend ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Op deze gronden mag in principe niet worden gebouwd. Voor bepaalde werken is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen.

Waarde- Archeologie (dubbelbestemming, artikel 18)

De aanwezige archeologische waarden worden opgenomen door middel van de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie'. De voor 'Waarde- Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden (zie paragraaf 4.8).

In het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de Archeologische Beleidskaart Haarlem. Voor categorie 1a geldt een bouwverbod tenzij ontheffing wordt verleend. Voor categorie 6 (water) gelden geen bestemmingsplanregels ten aanzien van 'Waarde-archeologie'. Voor de overige categorieën dient (behalve voor lichte bouwaanvragen) een archeologisch rapport te worden overlegd bij de volgende bodemverstorende activiteiten dieper dan 30 centimeter onder maaiveld:

categorie   bij een oppervlak  
1b   > 0 m2  
2   > 50 m2  
3   > 500 m2  
4   > 2.500 m2  
5   > 10.000 m2  

In het bestemmingsplan komen de categorieën 2, 3 en 4 voor:

Categorie 2: Voor deze categorie geldt een regime dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw-, aanleg- en/of sloopvergunning bij bodemverstorende activiteiten met een oppervlakte vanaf 50 m2 en dieper dan 30 cm onder het maaiveld van toepassing is.

Categorie 3: Gezien de aard van deze archeologische waarden geldt hier een regime dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw- en/of aanlegvergunning bij bodemroerende activiteiten met een oppervlak groter dan 500 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld van toepassing is.

Categorie 4: Gezien de aard van de te verwachten acheologische waarden geldt hier een regime dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw- , aanleg- , en/of sloopvergunning bij bodemverstorende activiteiten met een oppervlakte vanaf 2500 m2 en dieper dan 30 cm onder het maaiveld van toepassing is.

Waarde-Cultuurhistorie (dubbelbestemming, artikel 19)

Voor het behoud en de versterking van cultuurhistorische en landschappelijke waarden is deze dubbelbestemming opgenomen.

Waterstaat-Waterkering (dubbelbestemming, artikel 20)

Naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen zijn de aangewezen gronden voor Waterstaat-Waterkering bestemd ten behoeven van het onderhoud en instandhouding van dijken, kaden, dijksloten, wateroppervlakten en andere voorzieningen ten behoeven van de waterkering.

Er is geen aanlegvergunningenstelsel opgenomen, aangezien de waterstaatkundige belangen al zijn beschermd via de Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Op grond van de Keur zijn alle (bouw) werkzaamheden ter plaatse van een waterstaaswerk verboden, maar middels watervergunning kan daarvan worden afgeweken. Alvorens kan worden gestart met (bouw)werkzaamheden, dient daarom contact te worden opgenomen met het Hoogheemraadschap van Rijnland, zodat kan worden beoordeeld of voor het uitvoeren van de (bouw)werkzaamheden een watervergunning noodzakelijk is respectievelijk er een melding moet worden gedaan.

Binnen de afzonderlijke bestemmingen is als strijdige gebruik aangemerkt het aanleggen-, afmeren- en/of opstapplaats voor woonschepen, pleziervaartuigen, rondvaartboten, hotelboten, beroepsvaartuigen, bunkerschepen e.d.