direct naar inhoud van 6.4 Hoofdstuk 2: bestemmingsregels
Plan: Bomenbuurt
Plannummer: BP6080005
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP6080005-0004

6.4 Hoofdstuk 2: bestemmingsregels

6.4.1 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch met waarden

De bestemming 'Agrarisch met waarden' regelt het bestaande gebruik van de gronden van de bestaande agrarische bedrijven in het plangebied. De gronden mogen worden gebruikt overeenkomstig het huidige gebruik. Ook de bestaande bouwmogelijkheden zijn opgenomen in dit bestemmingsplan. De bestaande gebouwen zoals de molen en de dienstwoning worden op de verbeelding aangegeven. De dienstwoning is binnen de bestemming met de aanduiding ''bedrijfswoning'' aangegeven.

Voor de molen is de aanduiding (sba-01) opgenomen op de verbeelding. Deze bouwaanduiding regelt dat de huidige bebouwing gehandhaafd moet worden. Dit betekent dat enkel een molen op deze locatie is toegestaan. Deze molen is monumentaal en beschermd via de monumentenwetgeving.

Uitbreiding van bebouwing (behoudens andere bouwwerken) wordt niet toegestaan.

Het heeft de bestemming agrarische met waarden gekregen omdat het westelijk deel van de Schoterveenpolder waardevol is door de openheid van het landschap. Het oostelijk deel van de Schoterveenpolder wordt- overeenkomstig de huidige situatie- gebruikt als werktuin (Cornelia Westendorptuin) en speeltuin (zuidelijk deel) en heeft de bestemming Recreatie gekregen.

Artikel 4 Bedrijf

Als bestemming 'Bedrijf' is in dit bestemmingsplan opgenomen voor nutsvoorzieningen groter dan 10m2.

Artikel 5 en 6 Gemengd 1 en 2

De bestemming 'Gemengd' wordt gebruikt voor gebouwen waarin een menging van wonen en werken aanwezig of gewenst is. Waar wonen en werken gemengd voor kunnen komen moeten de werkfuncties die toegestaan worden passen binnen de woonomgeving.

In het plangebied Bomenbuurt komen de typen Gemengd 1 en 2 voor.

GD 1: (wonen en op begane grond beperkt verkeeraantrekkende functies): Deze bestemming wordt vooral gebruikt voor gebouwen in gebieden waar hoofdzakelijk wordt gewoond waar op de begane grond zowel wonen als kleinschalige functies met een beperkte verkeeraantrekkende werking en hinder zijn toegestaan, zoals kantoor (zonder loketfunctie), praktijkruimten, ateliers en kleinschalige bedrijven. Op de overige verdiepingen is uitsluitend wonen toegestaan. Beroepsuitoefening aan huis inclusief bed and breakfast en gastouderschap behoort tot de mogelijkheden.

GD 2: (wonen en op begane grond meer verkeeraantrekkende functies): Deze bestemming wordt vooral gebruikt voor hoekpanden en panden behorend bij het buurtwinkelgebied. In deze panden is op de begane grond zowel wonen als kleinschalige functies zijn toegestaan met beperkte verkeersaantrekkende werking, zoals detailhandel, kantoor, dienstverlening en kleinschalige bedrijven. Op de overige verdiepingen is uitsluitend wonen toegestaan. Beroepsuitoefening inclusief bed and breakfast en gastouderschap aan huis behoort tot de mogelijkheden.

Tabel 6.1 Gebruiksfuncties Bestemming Gemengd

    Gemengd 1   Gemengd 2  
  Begane grond   wonen   wonen  
    -   detailhandel  
    -   dienstverlening  
    praktijkruimten   praktijkruimten  
    kantoor   kantoor  
    kleinschalige bedrijven waaronder ateliers   kleinschalige bedrijven waaronder ateliers  
  Verdieping   wonen   wonen  

Functie aanduidingen

Het is mogelijk om binnen Gemengde Doeleinden functies toe te laten dan wel uit te sluiten door middel van een aanduiding. Op deze manier kunnen bestaande of gewenste situaties die niet binnen de systematiek passen wel positief dan wel negatief bestemd worden.

- bij de aanduiding verkooppunt motorbrandstoffen (vm) is een benzinestation toegestaan, verkoop van lpg is niet toegestaan.

- bij de aanduiding detailhandel (dh) is een garagebedrijf toegestaan. Dit betreft de adressen Sparrenstraat 28 en 30.

- bij de aanduiding praktijkruimte is op de verdieping ook praktijkruimte toegestaan.

Horeca functies worden niet standaard binnen de bestemming gemengd toegestaan, maar altijd met een aanduiding op de verbeelding weergegeven. Er zijn 2 typen horeca aanwezig in het plangebied.

H1: horecabedrijven die hoofdzakelijk overdag eenvoudige etenswaren verstrekken en als nevenactiviteit licht- en niet-alcoholische dranken verstrekken, zoals lunchrooms, ijssalons, koffie/theehuizen en gelijkwaardige horecabedrijven. Deze horecabedrijven (complementaire daghoreca) hebben openingstijden die meestal gerelateerd zijn aan winkeltijden. Dit wil niet zeggen dat de daghoreca exact ook deze tijden moet hanteren, maar het moet hier wel een relatie mee hebben. Het gaat erom dat er geen publiek naar de locatie getrokken wordt specifiek voor de horecafunctie.

H<_2: horecabedrijven die hoofdzakelijk maaltijden verstrekken en als nevenactiviteit alcoholische en niet-alcoholische dranken verstrekken waarbij de nadruk ligt op het verstrekken van maaltijden, zoals restaurants en eethuisjes en gelijkwaardige horecabedrijven. Deze horecabedrijven (maaltijdverstrekking onafhankelijk van winkeltijden) onderscheiden zich door aard van de functie en openingstijden, hebben in de regel vooral fiets- en voetgangersverkeer en maar een beperkte verkeersaantrekkende werking voor autoverkeer.

Om binnen de horeca een functiewisseling naar minder overlast gevende typen horeca mogelijk te maken is functiewisseling van Horeca 3 naar Horeca 2 en Horeca 1 toegestaan, en van Horeca 2 naar Horeca 1.

Artikel 7 Groen

De (openbare) groengebieden van structurele aard zijn specifiek bestemd als 'Groen'. Bermen en bomen langs wegen maken onderdeel uit van de bestemming 'Verkeer'. Binnen de bestemming 'Groen' is zijn bouwwerken ten behoeve van de verkeers- en verblijfsfunctie toegestaan, waaronder nutsgebouwtjes, abri's, (ondergrondse) afval- en recyclebakken, lichtmasten, reclameborden en andere bouwwerken zoals fietsenrekken. De oppervlakte van gebouwen mag per gebouw niet meer bedragen dan 10 m2 en de hoogte niet meer dan 3 meter. Binnen de bestemming 'Groen' zijn speelvoorzieningen, kunstobjecten en een openluchttheater toegestaan en is ruimte voor waterlopen, zoals slootjes.

Belangrijk is dat het groen een openbaar karakter behoudt.

Voor zover de bestemming 'Groen' een speciale waarde heeft wordt hieraan een dubbelbestemming gegevens, waaronder Waarde- Cultuurhistorie. Op de gronden met de bestemming 'Waarde- cultuurhistorie' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van verbouwing of vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande afmetingen van de bouwwerken gehandhaafd dienen te blijven.

Artikel 8 Maatschappelijk

De bestemming “Maatschappelijk" is bedoeld voor gebouwen die geheel worden gebruikt ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen.

Bestaande gebouwen of gronden die worden gebruikt ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen zoals een GOEDvoorziening, een begraafplaats, een politiebureau, een school, een sportschool en een jeugdhuis toegestaan.

Per voorziening zijn, voor zover ruimtelijk mogelijk en wenselijk, onder voorwaarden uitbreidingen toegestaan. Binnen deze bestemming bestaat flexibiliteit om andere maatschappelijke functies toe te staan. Het soort maatschappelijke voorzieningen is gelimiteerd in de regels.

Voor de locatie Kleverlaanzone is ook de bestemming Maatschappelijk opgenomen. De onderstaande voorzieningen zijn mogelijk gemaakt:

  • kaatsbaan
  • water (extra waterverbinding (3000m2) om aan te sluiten op Ripperdagracht
  • groen (waaronder rosarium en/of arboretum)
  • tuinen (waaronder stadslandbouw, doetuinen)
  • speelvoorzieningen en recreatieve voorzieningen
  • kunstobjecten
  • ateliers
  • duurzaamheidscentrum en expositieruimte voor natuur- en milieuverenigingen
  • zelfstandige horeca t/m horecacategorie 2 (bijvoorbeeld restaurant) tot maximaal 880 m2 BVO ter plaatse van de aanduiding kas (ks)
  • ondergeschikte horeca (bijvoorbeeld theehuis) tbv de overige maatschappelijke functies
  • ondergeschikte detailhandel (bijvoorbeeld verkooppunt groenteteelt)
  • kinderboerderij
  • dienstwoning ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning

Het is mogelijk om binnen Maatschappelijk functies toe te laten dan wel uit te sluiten door middel van een aanduiding. Op deze manier kunnen bestaande of gewenste situaties die niet binnen de systematiek passen wel positief dan wel negatief bestemd worden.

- bij de aanduiding specifieke vorm van Maatschappelijk - kinderdagverblijf (sm-kdv) is een kinderdagverblijf toegestaan.

- bij de aanduiding bedrijfswoning (bw) is een dienstwoning voor de beheerder van de Kleverlaanzone toegestaan

- bij de aanduiding parkeren (p) is het parkeren van motorvoertuigen toegestaan.

- bij de aanduiding kas (ks) zijn kassen toegestaan. De gebiedsvisie Kleverlaanzone maakt het mogelijk dat een gedeelte van de kassen gesloopt kan worden. Uitgangspunt is dat de tropische kas blijft staan.

Artikel 9 Recreatie

Het oostelijk deel van de Schoterveenpolder heeft de bestemming Recreatie gekregen. Binnen deze bestemming zijn dagrecreatie, volkstuinen, doetuinen speelvoorzieningen, recreatieve voorzieningen mogelijk. Ondergeschikt aan de recreatieve voorziening is daghoreca (h=1) en naschoolse opvang toegestaan.

- bij de aanduiding speeltuin (spt) is een speeltuin toegestaan.

Buiten het bouwvlak zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan (zoals overdekte fietsenstallingen), mits deze ten dienste van de bestemming 'Recreatie' worden opgericht en gebruikt.

Artikel 10 Sport

Op de gronden met de bestemming Sport worden sportvelden, voorzieningen tbv de jeugd zoals skatevoorzieningen of een jeugdhonk mogelijk gemaakt.

Op de verbeelding is een bouwvlak met een bebouwingspercentage en bouwhoogte of goothoogte aangegeven zodat binnen de bestemming de flexibiliteit bestaat voor de situering van de bebouwing.

Buiten het bouwvlak zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan (zoals overdekte fietsenstallingen, tribunes etc.), mits deze ten dienste van de bestemming 'Sport' worden opgericht en gebruikt.

Het is toegstaan om tot maximaal 10% van de Sportbestemming te gebruiken voor detailhandel en horecaactiviteiten zoals een kantine.

Voorts wordt binnen deze bestemming ook de mogelijkheid geboden om buitenruimte te realiseren tbv van kinderopvang

Artikel 11 Tuin 1

De in het gebied niet voor gebouwen bedoelde gronden behorende bij onder andere woningen en gemengde doeleinden worden bestemd als 'Tuin 1'. Binnen deze bestemming zijn slechts erkers, tuinen en verhardingen toegestaan. Onder voorwaarden kunnen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden toegestaan zoals erfafscheidingen en vlaggenmasten. Een aan- of uitbouw of een bijgebouw zoals een berging kan niet binnen deze bestemming worden gebouwd. Deze bestemming komt vaak voor aan de voorzijde van woningen. Bebouwing aan de voorzijde van woningen geeft een rommelig beeld en kan met name bij hoekwoningen het uitzicht voor automobilisten verminderen waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.

Parkeren in tuinen met bestemming 'Tuin 1' is slechts toegestaan waar dit met een aanduiding parkeerterrein (p) in de verbeelding is aangegeven.

Artikel 12 Tuin 2

De ondere andere bij de bestemming wonen en gemengde doeleinden behorende gronden waar wel gebouwen zijn toegestaan worden bestemd als 'Tuin 2'. Deze bestemming komt met name voor in tuinen aan de achterkant van gebouwen, de zogeheten erven. Op deze gronden mogen onder voorwaarden aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Het is niet toegestaan dat de gronden met de bestemming 'Tuin 2' geheel worden volgebouwd. Dit in het belang van de woonkwaliteit in de vorm van voldoende openheid. In de planregels zijn daarom maxima bouwregels opgenomen. De gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 procent van het bestemmingsvlak met een maximum oppervlakte van 40 m². Dakterrassen zijn toegestaan op aan- en uitbouwen.

Parkeren in tuinen met bestemming 'Tuin 2' is (behalve in gebouwde voorzieningen) slechts toegestaan waar dit met een aanduiding parkeerterrein (p)in de verbeelding is aangegeven.

Bij de aanduiding garage (ga) is een garage hoger dan de standaard bouwhoogte (max 3 meter bouwhoogte) voor bijgebouwen toegestaan. Voor de bebouwing met de aanduiding (ga) is op de verbeelding een maximale goothoogte opgenomen. Deze mag afgedekt worden met een kap.

Sommige garages zijn vanuit cultuurhistorisch oogpunt waardevol, hiervoor is de specifieke bouwaanduiding -orde 2 (sba-02) opgenomen.

Artikel 13 Tuin 3

De op de verbeelding voor 'Tuin 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven behorende bij de op aangrenzende gronden gelegenhoofdbebouwing. De gronden die onder deze bestemming vallen mogen voor 100% worden bebouwd. Parkeren op gronden is toegestaan binnen de bebouwing en waar dit met ene aanduiding in de verbeelding is aangegeven.

Artikel 14 Verkeer

De in het plangebied voorkomende wegen, met bijbehorende bermen, parkeerplaatsen, bomen, fiets- en voetpaden en alle andere bijbehorende voorzieningen zijn ondergebracht in de verzamelbestemming 'Verkeer'. Binnen de bestemming 'Verkeer' zijn groen-, water- en speelvoorzieningen toegestaan evenals bouwwerken ten behoeve van de verkeers- en verblijfsfunctie, waaronder nutsvoorzieningen, abri's, (ondergrondse) afval- en recyclebakken, verkeers- en lichtmasten, reclameborden en andere bouwwerken zoals fietsenrekken. Terrassen, standplaatsen, uitstallingen en kiosken worden mogelijk gemaakt binnen de verkeersbestemming, waar en of deze geplaatst worden, wordt geregeld in de benodigde vergunningen. Er is een bloemenkiosk gelgen aan het Marnixplein.

Tenzij anders aangegeven op de verbeelding mag de hoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 3 meter en mag de oppervlakte (met uitzondering van autostalling) niet meer bedragen dan 10 m2.

Binnen de bestemming 'Verkeer' moet ruimte gelaten worden om zonodig veranderingen te kunnen aanbrengen in de inrichting van de openbare ruimte, afgestemd op wijzigende behoeften. Gedacht kan worden aan ruimte voor diverse verkeerstechnische aanpassingen (zoals veiligere inrichtingen), goede inrichting voor fietsers en voetgangers, goede en voldoende parkeervoorzieningen, verkeersremmende maatregelen in woonstraten (drempels, 30-kilometer zones), stallingmogelijkheden voor fietsen en aanleg van kleine groen- en speelvoorzieningen. Bij de inrichting van de openbare ruimte moeten gebruik, veiligheid en beeldkwaliteit samengaan. In de regels wordt de bestemming 'Verkeer' zodanig ruim omschreven dat deze wijzigingen in de openbare ruimte doorgevoerd kunnen worden zonder dat het bestemmingsplan gewijzigd hoeft te worden.

Bij de aanduiding garage (ga) is een garage mogelijk gemaakt.

Artikel 15 Water

De in het plangebied voorkomende waterlopen, waterwegen en waterpartijen, en bijbehorende voorzieningen zijn ondergebracht in de bestemming 'Water'. Deze gronden zijn bestemd voor verkeer over water, waterberging en de waterhuishouding, waterlopen en waterpartijen, groenvoorzieningen, oevers, kunstwerken en bijbehorende voorzieningen, zoals bruggen, sluizen, stuwen, dammen, steigers, duikers, gemalen. Op gronden met de bestemming 'Water' mag niet worden gebouwd, behoudens waar het gaat om het veranderen of vernieuwen van bestaande beschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen, remmingen, meerpalen en dukdalven. Woonschepen, hotel- en horecaschepen zijn niet toegestaan.

Voor het oprichten van een steiger groter dan 5 m2 is een omgevingsvergunning van de gemeente én een keurvergunning van het Hoogheemraadschap van Rijnland nodig.

Artikel 16 Wonen

De bestemming 'Wonen' is bedoeld voor gebouwen binnen het plangebied die uitsluitend voor woningen worden gebruikt. Begeleid wonen is toegestaan binnen de bestemming Wonen. Op enkele plaatsen is (beperkte) uitbreiding van de bestaande woningen toegestaan.

Beroepsmatige activiteiten aan huis zijn toegestaan onder de voorwaarde dat deze activiteiten ondergeschikt zijn aan het wonen. Aan huis verbonden dienstverlenende beroepen kunnen bijvoorbeeld zijn: kleine adviesbureaus, kleine financiële instellingen, pedicures en praktijkruimten voor de zogenaamde vrije beroepen zoals arts, tandarts en notaris. Voorts is gastouderopvang en bed and breakfast toegestaan. Om de woonfunctie te te laten domineren is bepaald dat de beroepsmatige activiteiten, gastouderschap en bed en breakfastvoorziening in totaal niet meer ruimte in beslag mag nemen dan 35 procent van het bruto vloeroppervlak van een woning met een maximum van 50 m2 .

6.4.2 Dubbelbestemming

Artikel 17 Leiding – water (dubbelbestemming)

Ondergrondse drinkwatertransportleidingen zijn op de verbeelding aangeduid als dubbelbestemming 'Leiding-water' met een veiligheidsstrook ter breedte van 5 meter aan weerszijde van de hartlijn van de leiding. Deze dubbelbestemming is leidend ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Op deze gronden mag in principe niet worden gebouwd. Voor bepaalde werken is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen.

Artikel 18 Waarde – Archeologie (dubbelbestemming)

De aanwezige archeologische verwachtingswaarden worden opgenomen door middel van de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie'. De voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden.

In het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de Archeologische Beleidskaart Haarlem. Voor categorie 1a geldt een bouwverbod tenzij ontheffing wordt verleend. Voor categorie 6 (water) gelden geen bestemmingsplanregels ten aanzien van waarde-archeologie. Voor de overige categorieën dient (behalve voor lichte bouwaanvragen) een archeologisch rapport te worden overlegd bij de volgende bodemverstorende activiteiten dieper dan 30 centimeter onder maaiveld:

In het plangebied Bomenbuurt komen de categorieën 2, 3 en 5 voor.

Categorie 2: In de gebieden die tot deze categorie behoren zijn overal in de bodem archeologische resten van het prehistorische als het middelseeuwse dorps- en stedelijk leven te vinden. Deze archeologische sporen leveren een belangrijke bijdrage aan de bewoningsgeschiedenis van het gehele grondgebied van de huidige gemeente Haarlem. Er dient hier gestreefd te worden naar behoud. Gezien de aard van deze archeologische waarden geldt hier een regime dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw- en/of aanlegvergunning bij bodemroerende activiteiten met een oppervlak groter dan 50 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld van toepassing is.

Categorie 3: Op de standwallen en de zandopduikingen in de gemeente Haarlem kunnen relatief veel sporen van bewoning uit de prehistorie worden verwacht. In de periode na het Late Neolithicum zijn deze hoger gelegen gebieden in een vrij nat landschap geschikt geweest voor bewoning. Gezien de aard van deze archeologische waarden geldt hier een regime dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw- en/of aanlegvergunning bij bodemroerende activiteiten met een oppervlak groter dan 500 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld van toepassing is.

Categorie 5: Dit geldt voor de gedeelten van het grondgebied van Haarlem die relatief laat voor bewoning geschikt gemaakt zijn. Daarom geldt hier een regime dat door middel van het verbinden van voorwaarden aan een bouw- en/of aanlegvergunning bij bodemroerende activiteiten met een oppervlak groter dan 10.000 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld van toepassing is.

Artikel 19 Waarde – cultuurhistorie (dubbelbestemming)

De binnen de bestemming 'Waarde-cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden. Voor deze bestemming geldt een aanleg- en sloopverguning.

Artikel 20 Waterstaat- waterstaatkundige functies

De binnen de bestemming Waterstaat-waterstaatkundige aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterhuishouding, de waterbeheersing en waterkering. 

6.4.3 Nadere eisen

Nadere eisen ten aanzien van:  
Waarde - archeologie   - situering
- de inrichting van de gronden
- het gebruik van de gronden  
Waarde - cultuurhistorie   - plaats en afmetingen
- kaprichting
- kapvorm
- dakhelling
- indeling en vormgeving van de bebouwing  

Binnen de dubbelbestemming Waarde - archeologie is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) nadere eisen te stellen aan de gebruiks- en bouwregels indien uit onderzoek is gebleken dat beschermenswaardige archeologische resten aanwezig zijn.

Binnen de dubbelbestemming Waarde - cultuurhistorie is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) om nadere eisen te stellen aan de bouwregels. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid wordt aan een aantal criteria getoetst.

  • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • 2. cultuurhistorische waarden;
  • 3. de privacy en bezonning van de omwonenden;
  • 4. de verkeerssituatie ter plaatse;
  • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Zie voor de omschrijving van deze criteria hieronder bij paragraaf 6.4.4

6.4.4 Afwijken van bouwregels

Dubbel)bestemming:   Afwijking ten behoeve van:  
Waarde- cultuurhistorie   bouwen  
Waarde- archeologie  
 
Gemengd 1, Gemengd 2, Maatschappelijk, Wonen


 
dakopbouw/ gootverhoging
dakkapellen
kap
dakterras (bij Wonen)

 
Tuin 2,   Kap op bijgebouw
aan- en uitbouw in twee lagen
 

Afbeelding 6. Overzicht met afwijkingsmogelijkheden

Binnen de (dubbel)bestemmingen is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) om van bepaalde bouwregels af te mogen wijken. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid wordt aan een aantal criteria getoetst:

  • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • 2. cultuurhistorische waarden;
  • 3. de privacy en bezonning van de omwonenden;
  • 4. de verkeerssituatie ter plaatse;
  • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

1. Het straat- en bebouwingsbeeld

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het in stand houden dan wel tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
  • behoud dan wel versterken van de aanwezige trends.

Trends zijn de binnen een (deel van een) straat voorkomende nagenoeg identieke dakopbouwen, kapvormen of dakkapellen (die juridisch, technisch en qua ruimtelijke kwaliteit gewenst bevonden zijn.)

2. De cultuurhistorische waarden

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen en bouwmogelijkheden dient rekening te worden gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden, waarbij wordt gestreefd naar het in stand houden dan wel versterken van deze waarden. Uit cultuurhistorisch onderzoek, naar het oordeel van de gemeentelijk architectuurhistoricus, dan wel uit andere informatie dient te blijken dat de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord.

Voor dit onderwerp zal getoetst worden aan:

  • de Nota Ruimtelijke Kwaliteit;
  • de Nota Dak;
  • de parcellering;
  • de aanwezigheid van ensembles en seriebouw;
  • de bouwhistorische waarderingskaart inclusief redengevende omschrijving

 

3. De privacy en bezonning van de omwonenden

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden dan wel tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy. Bij privacy wordt gekeken naar het gebruik van het bouwwerk en de invloed daarvan op de omliggende gronden. Naar mate de invloed van het betreffende gebruik op de omgeving toeneemt, dient een grotere afstand tot de omliggende gronden te worden aangehouden. Voor bezonning is momenteel beleid in voorbereiding. Het doel hierbij is om te komen tot een 'Haarlemse bezonningsnorm'. Zodra dit beleid is vastgesteld vormt dit het toetsingskader. Besluitvorming over dit beleid vindt naar verwachting plaats in het derde kwartaal van 2013.

4. De verkeerssituatie ter plaatse

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen en bouwmogelijkheid dient rekening te worden gehouden met verkeersveiligheid, toe/afname van parkeren en de doorstroming.

5. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

6.4.5 Tabellen

In onderstaande tabel is schematisch opgenomen welke dakkapellen, kappen, trends dakopbouwen en dakterrassen mogelijk zijn. Dit is gekoppeld aan de verbeelding. De standaardregels gelden voor dakkapellen en kappen. Er is op de verbeelding alleen een goothoogte opgenomen.

'De trends voor dakopbouwen zijn in de verbeelding opgenomen via bouwaanduidingen: (sba-ob), (sba-ob1), (sba-roa), (sba-mk), (sba-ob2) en (sba-nv).'

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0004_0029.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0004_0030.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP6080005-0004_0031.jpg"

Trends

Opbouw (70-70)

Op verbeelding [sba-ob]

Dakopbouw maximaal 3 meter boven maximale goothoogte met aangegeven hellingshoeken.

Indien aanwezig aansluiten op de bestaande kap aan de voorgevelzijde.

Variant met recht optrekken achtergevel mits wordt voldaan aan voldoende afstand ten opzichte van omliggende bebouwing zoals weergegeven in de regels.

Gezien het aantal gerealiseerde opbouwen ontstaat een eenheid qua straatbeeld met behoud van aanwezige schaal. Beoogde straatbeeld voldoet aan gestelde uitgangspunten met betrekking tot straatbeeld, schaal en samenhang. Materialisering aansluitend op bestaande.

Opbouw 1 (recht 1 meter terugliggend)

Op verbeelding [sba-ob1]

Dakopbouw maximaal 3 meter boven maximale goothoogte en minimaal 1 meter terugliggend aan straatzijde.

Variant: recht optrekken achtergevel mits wordt voldaan aan voldoende afstand ten opzichte van omliggende bebouwing.

De toegestane uitbreiding biedt mogelijkheid tot vergroten wooncomfort passend in het straatbeeld en schaal. Beoogde straatbeeld voldoet aan gestelde uitgangspunten met betrekking tot straatbeeld, schaal en samenhang. Materialisering aansluitend op bestaande.

Afwijkingen:

  • 50% bouwen op de voorgevelrooilijn ten behoeve van accent expressie.

Afwijking toegestaan om 50% te bouwen op de voorgevelrooilijn. Beoogde straatbeeld voldoet aan gestelde uitgangspunten met betrekking tot straatbeeld, schaal en samenhang. Materialisering aansluitend op bestaande.

  • Toestaan terrassen aan voorzijde.

Afwijking toegestaan met terras aan de voorzijde en privacyscherm volgens trend. Beoogde straatbeeld voldoet aan gestelde uitgangspunten met betrekking tot straatbeeld, schaal en samenhang. Materialisering aansluitend op bestaande.

Recht optrekken achterzijde

Op verbeelding [sba-roa]

Achtergevel mag recht worden opgetrokken aan achterzijde tot maximaal 5 meter boven de maximale goothoogte. De bestaande nokhoogte mag hierbij niet worden overschreden. Goothoogte varieert van 3 tot 6 meter, één of twee lagen met kap. Laatste is in tabel aangegeven.

De toegestane uitbreiding biedt mogelijkheid tot vergroten wooncomfort passend in het straatbeeld en schaal. Beoogde straatbeeld voldoet aan gestelde uitgangspunten met betrekking tot straatbeeld, schaal en samenhang. Materialisering aansluitend op bestaande.

Mansardekap

Op verbeelding [sba-mk]

Mansardekap met aangegeven hellingshoeken en maximaal 4 meter boven maximale goothoogte (6 meter) toegestaan.

Trend rond een ingezet symmetrisch straatbeeld af. Ondanks deze afwijkende opbouw blijft straatbeeld voldoen aan gestelde uitgangspunten met betrekking tot schaal en samenhang. Er ontstaat een nieuwe maar duidelijke eenheid. Materialisering aansluitend op bestaande.

Opbouw 2

Op verbeelding [sba-ob2]

Kap mag worden doorgetrokken tot maximaal 3 meter boven de maximale goothoogte van 6 meter. Dakkapel aan straatzijde aansluiten op nok.

Gezien het aantal gerealiseerde opbouwen ontstaat een eenheid qua straatbeeld met behoud van aanwezige schaal. Beoogde straatbeeld voldoet aan gestelde uitgangspunten met betrekking tot straatbeeld, schaal en samenhang. Materialisering aansluitend op bestaande.

Nokverhoging

Op verbeelding [sba-nv]

Dakhelling is te flauw om dakkapellen toe te staan (goothoogte 5 meter). Dakhelling volgens aangegeven hellingshoeken waardoor dakkapellen mogelijk zijn welke voldoen aan de basisvorm.

Dakverhoging biedt mogelijkheid tot vergroten wooncomfort passend in het straatbeeld en schaal. Trend sluit aan bij reeds in Bomenbuurt aanwezige trend oa in Olmenstraat gelegen aan vergelijkbaar complex met een vergelijkbaar straatbeeld.

Beoogde straatbeeld voldoet aan gestelde uitgangspunten met betrekking tot straatbeeld, schaal en samenhang. Materialisering aansluitend op bestaande.

6.4.6 Afwijken van gebruiksregels

Bestemming:   Afwijking ten behoeve van:  
Gemengd 1 en 2   bedrijf dat niet in zoneringslijst, dan wel in een hogere categorie valt.  

Binnen bovenstaande bestemmingen is de bevoegdheid opgenomen voor burgemeester en wethouders (bevoegd gezag) om van bepaalde regels binnen bestemmingsomschrijving af te mogen wijken. Bij toepassing van deze bevoegdheid wordt gekeken of de nieuw functie passend is binnen de bestemming en een vergelijkbare invloed op de omgeving heeft als de al toegestane functies.