direct naar inhoud van 4.4 Waterparagraaf
Plan: Bosch en Vaart
Plannummer: BP4080004
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP4080004-0004

4.4 Waterparagraaf

Watertoets

Doel van de watertoets is dat waterhuishoudkundige doelstellingen in beschouwing worden genomen in het bestemmingsplan. Het betrekken van de waterbeheerder bij de planvoorbereiding behoort hier toe.

Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft 3 december 2004 een positief wateradvies voor het plangebied gegeven en de verwerking in het bestemmingsplan op 19 april 2012 onderschreven (zie bijlage 2). De opmerkingen van het Hoogheemraadschap zijn in de toelichting verwerkt. Tevens is een afschrift van het wateradvies verstuurd naar de betreffende bureaus binnen de gemeente Haarlem. Derhalve kunnen deze opmerkingen op het juiste planniveau worden meegenomen.

Oppervlaktewater

Het oppervlaktewater dat in het plangebied is opgenomen betreft een deel van de Leidsevaart en een aantal daarmee in verbinding zijnde wateren op de voormalige buitens Eindenhout en Vreedehoff. Allen zijn onderdeel van het boezemstelsel van het Hoogheemraadschap van Rijnland.

De Leidsevaart is een belangrijke watergang die van zuid naar noord stroomt en diende vroeger als trekvaart. De andere wateren zijn voornamelijk kleinere watergangen (sloten). De Leidsevaart en de watergangen op de landgoederen zijn niet van ecologisch groot belang. Aan de inrichting van de oevers worden daarom geen specifieke eisen gesteld, maar aan zachte, begroeide oevers wordt een voorkeur gegeven. In het wateradvies van het Hoogheemraadschap wordt verzocht om bij het aanleggen of herinrichten van waterpartijen er naar te streven om minimaal 50 procent van de oevers natuurvriendelijk in te richten. Het aanleggen of herinrichten van waterpartijen betreft echter een ander planniveau. De verzochte inrichting is wel mogelijk binnen de betreffende bestemmingen in dit bestemmingsplan.

Door het Hoogheemraadschap wordt gestreefd naar verbetering van de waterinfrastructuur. Daartoe zijn (concept) streefbeelden 2025 en 2050 opgesteld voor het Waterplan Haarlem. In afbeelding 15 wordt een uitsnede van het Streefbeeld 2025 weergegeven. Daarin wordt uitgegaan van nieuwe duikerverbindingen en verbreding van bestaande watergangen tussen Leidsevaart en Zuider Buiten Spaarne. Uitgegaan wordt van verbreding van de bestaande watergang tussen het sportveld en de Westelijke Randweg en doortrekking via een duiker naar de watergang bij de Van Oldenbarneveldlaan. Een alternatieve verbinding zou gevonden kunnen worden via de watergang ten noorden van het sportveld en doortrekking in oostwaartse richting van deze watergang en verbinding via een duiker met de watergang bij de Emauslaan. Voor de aansluiting op de Leidsevaart heeft het Hoogheemraadschap de voorkeur voor het toepassen van een brug in plaats van een duiker. Indien toch een duiker geplaatst wordt dient deze voldoende gedimensioneerd te zijn en mag deze niet langer zijn dan 15 meter. Dit bestemmingsplan faciliteert hierin door dergelijke ingrepen mogelijk te laten zijn binnen de bestemmingen 'Verkeers- en Verblijfsdoeleinden' en 'Groen'.

Afbeelding 15 Uitsnede Concept Streefbeeld 2025 Waterplan Haarlem

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP4080004-0004_0016.png"

Grondwater

De grondwaterstanden in Haarlem zijn over het algemeen vrij hoog. Om grondwateroverlast te voorkomen zijn dan ook onder een groot aantal wijken drainagesystemen aangelegd. Deze systemen hebben grote invloed op het functioneren van het lokale grondwatersysteem.

Waterketen

Het bestemmingsplangebied heeft een gemengd rioolstelsel. Hierin wordt zowel het afvalwater als regenwater verzameld en naar de rioolzuivering gevoerd. Het bestemmingsplangebied leent zich door het consoliderende karakter niet voor een grootschalige vervanging van het gemengde stelsel door een verbeterd gescheiden stelsel. Dit betekent dat de mogelijkheden voor het afkoppelen van schone verharding goed onderzocht en benut moeten worden. Bij het afkoppelen van verharding zullen tevens maatregelen ter voorkoming van uitloging door bouwmaterialen (voornamelijk zink en lood) genomen moeten worden. Het Hoogheemraadschap verzoekt in het wateradvies om tijdens het opstellen van een afkoppelkansenkaart voor dit gebied de mogelijkheid tot infiltreren van afgekoppeld water in groenstroken en natuurgebieden te onderzoeken. De gemeente neemt afkoppelkansen mee in de uitwerking van het basisrioleringsplan voor het gebied.

Het afkoppelen van hemelwater kan niet in een bestemmingsplan verplicht worden gesteld. De meest geƫigende plaats om een scheiding tussen afvalwater en hemelwater te regelen is de gemeentelijke bouwverordening. Op dit moment staat de bouwverordening lozing van hemelwater, anders dan op de openbare riolering, toe voor zover uitsluitend hemelwater wordt geloosd. Indien aan of in bouwwerken aan te brengen voorzieningen voor de afvoer van hemelwater niet aan een openbaar riool worden aangesloten, geldt onder andere de bepaling dat leidingen voor de afvoer van hemelwater zodanig moeten lozen dat geen verontreiniging kan optreden van water, bodem of lucht. De bouwverordening is bindend bij het toetsen van bouwaanvragen, net als een bestemmingsplan en het bouwbesluit.

Watervergunning

Het Hoogheemraadschap van Rijnland is integraal waterbeheerder in haar beheersgebied. Daarbij wordt rekening gehouden met zowel de (interne) relaties tussen kwantiteits- en kwaliteitsaspecten van het oppervlakte- en grondwater (inclusief ecologische kwaliteit en natte natuurwaarden) en de externe relaties tussen waterbeheer en andere beleidsterreinen zoals ruimtelijke ordening, milieu, natuur en landschap, landbouw en recreatie. Hoogheemraadschap Rijnland hanteert conform de Waterwet een eigen Keur. Voor aanpassing van de waterhuishouding moet bij de waterbeheerder een watervergunning worden aangevraagd op grond van de Keur. De toetspunten en adviespunten zijn gebaseerd op beleidsdocumenten. Nadere informatie hierover is beschikbaar via de website van Rijnland (www.rijnland.net). De Keur is een juridisch document waarin is vastgelegd wat zonder vergunning niet is toegestaan in, op en rond water, dijken, gemalen, enzovoort. In 2009 is de Keur voor het laatst herzien. De Keur Rijnland (2009) bevat gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot het onderhoud en gebruik van het watersysteem en waterkeringen. In de Keur is opgenomen dat een aantal activiteiten met betrekking tot de aanleg c.q. inrichting van oppervlaktewateren en kunstwerken in beginsel verboden is. Onder welke voorwaarden deze activiteiten wel mogen plaatsvinden is beschreven in de Beleidsregels en Algemene Regels Inrichting Watersysteem 2011. De Algemene regels en Beleidsregels zijn in 2011 vastgesteld. Regels over waterkeringen en grondwater zijn beschreven in de Nota Waterkeringen, deel 2 beleidsregels, en de Adviesnota grondwater.