direct naar inhoud van 4.3 Bodemparagraaf
Plan: Bosch en Vaart
Plannummer: BP4080004
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0392.BP4080004-0004

4.3 Bodemparagraaf

In de Wet bodembescherming zijn bepalingen opgenomen ter behoud en verbetering van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Wanneer (graaf)werkzaamheden worden uitgevoerd is een (verkennend) bodemonderzoek aan de orde om te bepalen of het nodig is om eventuele vervuilde grond te saneren. Dit heeft met name gevolgen voor het bestemmingsplan voor zover nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan.

De buurt Bosch en Vaart is aangelegd in een duinzandgebied met veen (noordoosten). Het veenpakket vangt aan tussen de twee à drie meter diepte en heeft een dikte van circa een meter. Hieronder bevindt zich het strandwalzand. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat het veenpakket voorkomt in wisselende diktes. In enkele gevallen is het afwezig.

Bodemkwaliteitszones

Op basis van reeds uitgevoerde bodemonderzoeken op onverdachte terreinen is de Haarlemse bodemkwaliteitskaart vastgesteld. In de Haarlemse bodemkwaliteitskaart worden bodemkwaliteitszones onderscheiden. Per bodemkwaliteitszone is de gemiddelde bodemkwaliteit vastgesteld.

Afbeelding 14 Bodemkwaliteitskaart Haarlem

afbeelding "i_NL.IMRO.0392.BP4080004-0004_0015.png"

Het bestemmingsplangebied is gelegen in de bodemkwaliteitszones 2 en 3. In de bodemkwaliteitszone 2 is de bovengrond (tot 0,5 meter onder maaiveld) gemiddeld matig verontreinigd met lood en zink. Verder is de grond gemiddeld licht verontreinigd met kwik, koper, minerale olie en PAK (teerachtige verbindingen in bijvoorbeeld koolas). Er komen uitschieters voor van sterke verontreinigingen met lood en zink. Koper en PAK komen plaatselijk als matige verontreiniging voor. De ondergrond (0,5 – 2,0 meter onder maaiveld) is gemiddeld licht verontreinigd met kwik, koper, lood, zink, PAK en minerale olie. In de ondergrond komen uitschieters voor van sterke verontreinigingen met koper, zink en lood. In de bodemkwaliteitszone 3 is de bovengrond gemiddeld licht verontreinigd met koper, lood, zink, minerale olie en PAK (teerachtige stoffen in bijvoorbeeld koolas). Er komen plaatselijk uitschieters voor van sterke verontreinigingen met lood en zink. PAK komt plaatselijk als matige verontreiniging voor. De ondergrond is gemiddeld licht verontreinigd met kwik, koper, lood, zink, PAK en minerale olie. Ook in de ondergrond komen uitschieters tot matige verontreinigingen met koper, zink en lood voor.

Tabel 4 Bodemkwaliteitszone 2: Stof mg/kg droge stof

Ar- seen
 
Cad- mium
 
Chroom
 
Ko- per
 
Kwik
 
Lood
 
Nikkel
 
Zink
 
Pak's   EOX   mo  
P95 bovengrond  
11,16   -   0,96   s   23,44   -   65,83   t   1,04   s   697,39   i   17,12   s   665,14   i   27,00   t   0,79   s   217,50   s  
P95 ondergrond  
12,44   -   0,59   s   22,40   -   128,93   i   0,80   s   459,06   s   16,16   s   409,40   i   19,00   s   0,70   s   270,37   s  
Gemiddelde bovengrond (achtergrondgehalte)  
6,37   -   0,44   -   13,34   -   29,15   s   0,31   s   227,06   t   9,72   -   245,39   t   8,28   s   0,25   -   103,70   s  
Gemiddelde ondergrond (achtergrondgehalte)  
6,67   -   0,35   -   12,76   -   36,75   s   0,29   s   154,46   s   8,99   -   139,82   s   5,53   s   0,22   -   107,65   s  

Tabel 5 Bodemkwaliteitszone 3: Stof mg/kg ds

Ar- seen
 
Cad- mium
 
Chroom
 
Ko- per
 
Kwik
 
Lood
 
Nikkel
 
Zink
 
Pak's   EOX   mo  
P95 bovengrond  
10,45   -   0,84   s   17,78   -   55,35   s   0,6   s   371,89   i   12,63   -   479,76   i   25,82   t   0,7   s   261,94   s  
P95 ondergrond  
17,11   -   0,77   s   20,95   -   102,52   t   1,29   s   323,48   t   20   s   350,82   t   17   s   0,53   s   305,41   s  
Gemiddelde bovengrond (achtergrondgehalte)  
5,58   -   0,35   -   10,84   -   19,8   s   0,2   -   105,04   s   6,9   -   129,66   s   5,16   s   0,21   -   94,73   s  
Gemiddelde ondergrond (achtergrondgehalte)  
6,64   -   0,31   -   11,19   -   27,44   -   0,28   s   85,89   s   8,13   -   92,88   s   3,77   s   0,17   -   128,23   s  

toelichting:

- : gehalte kleiner dan streefwaarde (niet verontreinigd

s : gehalte groter dan streefwaarde (licht verontreinigd)

t : gehalte groter dan toetsingswaarde (matig verontreinigd)

i : gehalte groter dan interventiewaarde (ernstig verontreinigd)

Bodemverontreiniging

Indien binnen het bestemmingsplangebied sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging zal het meestal een bodemverontreiniging betreffen die ontstaan is door de plaatselijke bedrijfsactiviteiten of door aanwezigheid van olietanks. Voor wat betreft nieuwbouwplannen is in het algemeen een bodemtoets nodig. Deze bodemtoets bestaat uit een vooronderzoek en een verkennend bodemonderzoek NEN 5740 aangevuld met een verkennend bodemonderzoek naar asbest NEN5707. Indien er geen saneringsurgentie (spoedeisendheid) aanwezig is, zullen dergelijke gevallen gesaneerd moeten worden alvorens ter plaatse grondverzet plaats mag vinden en/of nieuwe functies gerealiseerd worden. Op basis van een op te stellen saneringsplan wordt beoordeeld of na sanering de bodem geschikt is voor de gewenste functie(s). Algemene saneringsdoelstelling in het bestemmingsplangebied is dat na sanering de bodem geschikt is voor de beoogde functie en de kwaliteit van de grond minimaal gelijk is aan de vastgestelde achtergrondwaarden in de bodemkwaliteitszone van het bestemmingsplangebied.

In het gebied is een aantal bedrijven/bedrijfsactiviteiten bekend die een bodemverontreiniging zouden kunnen veroorzaken. Uit de inventarisatie van de ondergrondse brandstoftanks blijkt dat de in onbruik zijnde ondergrondse tanks zijn gesaneerd. De eventuele bodemverontreiniging in het gebied als gevolg van deze ondergrondse tanks is in voldoende mate gesaneerd.

Binnen het gebied is een aantal gevallen van ernstige verontreiniging bekend. Enkele daarvan zijn gesaneerd zodat ze geschikt zijn voor gebruik. Er resteert nog een geval van ernstige verontreiniging met minerale olie aan de Wagenweg 126-132. Deze verontreiniging vormt geen belemmering voor het huidige gebruik.

Overige bodemonderzoeken die zijn uitgevoerd, laten resultaten zien die passen binnen het beeld van de bodemkwaliteitskaart, de aangetoonde verontreinigingen uit deze onderzoeken vormen geen belemmering voor het beoogde gebruik in het gebied.

Conclusie

De bodemkwaliteit en de gevallen van bodemverontreiniging vormen geen belemmering voor het huidige gebruik. Indien bestemming worden gewijzigd of nieuwe bestemming worden toegevoegd moet een onderzoek worden uitgevoerd.