Plan: | Partiële herziening bestemmingsplan Gommerwijk West-west |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0388.BPHGommerwkww-VA01 |
Op 18 februari 2008 is het bestemmingsplan Gommerwijk West-west door de gemeenteraad van de gemeente Enkhuizen vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van een woonwijk voor 700 woningen aan de westkant van de bestaande woonwijk Gommerwijk-West. Deze woningbouw is geregeld in de bestemming 'Wonen - Uit te werken'.
Ligging van het plangebied Gommerwijk West-west
Het eerste deel, fase 1a (de Weron/Kuin-locatie) met een capaciteit van circa 100 woningen is uitgewerkt en inmiddels nagenoeg gerealiseerd, waardoor planologisch nog ruimte is voor circa 600 woningen. De behoefte aan woningbouw is hier nog steeds actueel.
In andere plandelen van Enkhuizen wil men echter ook woningbouw ontwikkelen, maar dit is nu niet mogelijk op basis van de 'Ladder duurzame verstedelijking' (zie paragraaf 2.1). In die plannen kan nu namelijk de behoefte niet worden aangetoond, omdat het plangebied Gommerwijk West-west immers voorziet in deze behoefte.
De consequentie hiervan is dat er voor andere woningbouwplannen (met meer dan 11 woningen) geen planologische procedure kan worden gestart, omdat daar dan niet kan worden voldaan aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
Om woningbouw in andere gebieden planologisch mogelijk te maken, dient de zogenaamde 'harde plancapaciteit' van 700 woningen in het bestemmingsplan Gommerwijk West-west te worden geschrapt en is een koppeling nodig met de beleidsmatig vastgelegde woningbouwcapaciteit in Enkhuizen. De voorliggende herziening voorziet hierin.
In hoofdstuk 2 wordt het beleidskader voor woningbouw en de consequenties daarvan voor het geldende bestemmingsplan beschreven. Voor de overige beleids- en ruimtelijke aspecten die ten grondslag hebben gelegen aan de uitbreidingslocatie wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Gommerwijk West-west. In hoofdstuk 3 wordt een korte juridische toelichting gegeven op het voorliggende plan. Hoofdstuk 4 bevat de uitvoerbaarheidsaspecten van het plan.
Alvorens wordt ingegaan op de inhoud van deze herziening, is het van belang om aan te geven waarom deze herziening noodzakelijk is. Het rijksbeleid is hierbij van belang, alsmede het kwantitatieve woningbouwbeleid dat geldt voor de gemeente Enkhuizen en waarover intergemeentelijk afspraken zijn gemaakt.
Binnen het rijksbeleid zijn het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en de Ladder voor Duurzame verstedelijking van belang.
In artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is geregeld dat een toelichting bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voorzien in duurzame verstedelijking. Het artikel is op 12 mei 2017 gewijzigd. Deze wijziging is op 1 juli 2017 in werking getreden. Voor dit plan wordt getoetst aan deze nieuwe regeling, die inhoudt dat de toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling bevat. Ingevolge de vaste jurisprudentie moet er aan de ladder worden getoetst bij een woningbouwproject van meer dan 11 woningen. Paragraaf 2.3 gaat nader in op de consequenties hiervan voor het bestemmingplan.
Het woningbouwbeleid is vastgelegd in de regionale Woonvisie Westfriesland 2017. Hierin is de ambitie uitgesproken om tot de top 10 woonregio’s van Nederland te gaan behoren en de woonvisie bijdraagt aan het realiseren van die ambitie bijdragen.
De woonvisie zet in op de volgende speerpunten:
De gemeente heeft tot 2026, op grond van de indicatieve woningbehoefte van de provincie, ruimte voor 510 nieuwe woningen.
In het Regionaal Actieprogramma (RAP) wordt uitvoering gegeven aan realistische doelen die in de regio opgepakt worden om de woningmarkt (meer) toekomstbestendig te maken en te behouden. In het RAP staat per speerpunt welk beleid en welke instrumenten hiervoor worden ingezet.
Het toepassen van de ladder is in de regio Westfriesland vastgelegd in het Afwegingskader wonen Westfriesland 2019 (AWF 2019). Daarin zijn de minimumvereisten vastgelegd waaraan elk plan moet voldoen (Westfriese basis). Aan de hand van de stappen in deze basis kan worden beoordeeld of een nieuwbouwplan wel of niet kan worden gerealiseerd. Hierin is onder meer van belang dat een plan moet passen in de vastgelegde woningbouwbehoefte.
Schema 'Westfriese basis'
In het portefeuillehoudersoverleg VVRE (Verkeer & Vervoer, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Economie) van de Westfriese gemeenten d.d. 7 februari 2019 is aandacht gevraagd voor o.a. het project Gommerwijk West-west in Enkhuizen. Dit project heeft instemming gekregen van de VVRE-bestuurders.
Zoals uit de vorige paragraaf blijkt mogen in Enkhuizen tot 2026 nog 510 woningen worden gebouwd. Het bestemmingsplan Gommerwijk West-west voorziet daarin ruimschoots met een capaciteit van nog 600 woningen. Los van het feit of deze 600 woningen allemaal gerealiseerd worden in het plangebied is dit de plancapaciteit waarmee met andere initiatieven voor woningbouw rekening moet worden gehouden. Immers, met het ontwikkelen van een ander plan, blijft de capaciteit die in het geldende bestemmingsplan Gommerwijk West-west is opgenomen rechtskracht houden. Er kan nu niet juridisch worden afgedwongen dat de capaciteit in dat bestemmingsplan wordt verminderd met het aantal te bouwen woningen dat in een nieuw plangebied mogelijk wordt gemaakt. Als een nieuwbouwplan meer dan 11 woningen mogelijk maakt, is de toets aan de ladder nodig en dient de woningbehoefte te worden aangetoond. Deze behoefte kan dan niet worden aangetoond, omdat deze kan worden opgevangen in het plangebied Gommerwijk West-west met een nog resterende capaciteit van 600 woningen.
Het is dus van belang dat de planologisch vastgelegde plancapaciteit van 700 woningen opgenomen in de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan Gommerwijk West-west niet meer van toepassing is. In plaats daarvan dient er uitsluitend een koppeling met het geldende woningbouwbeleid te worden vastgelegd bij de uitwerking. Op deze manier kan bij de uitwerking van een bepaald gebied worden getoetst aan de kwantitatieve woningbouwbehoefte in die zin dat daarbij ook beoogde nieuwbouwplannen en reeds gerealiseerde woningen elders betrokken kunnen worden. Andersom geldt voor plannen elders dat deze doorgang kunnen vinden, omdat de capaciteit van het woongebied Gommerwijk West-west ook is gekoppeld aan het woningbouwbeleid.
Er is gekozen voor de vorm van een herziening die wordt toegevoegd op of aan het bestaande bestemmingsplan Gommerwijk West-west.
De verbeelding bevat de plancontour van het geldende bestemmingsplan Gommerwijk West-west uit 2008. Aan deze plancontour zijn de aangepaste regels, zoals die zijn opgenomen in de bestemming 'Wonen - uit te werken' (artikel 6), gekoppeld.
In deze herziening wordt volstaan met een wijziging van de betreffende regel in die zin dat de harde plancapaciteit is vervangen door een koppeling met het kwantitatieve woningbouwbeleid (artikel 6 lid 6.2.1.b)
De niet aangepaste regels van de betreffende bestemming blijven van kracht en hebben geen gevolgen voor de opbouw en uitgangspunten van het geldende bestemmingsplan.
Wel geldt voor het voorliggende bestemmingsplan nieuw overgangrecht, hetgeen verplicht is op te nemen ingevolge het Bro.
Bij de uitvoering van een plan kan in zijn algemeenheid onderscheid worden gemaakt tussen de maatschappelijk en de economische uitvoerbaarheid. Bij het eerste gaat het er om hoe de verwezenlijking door de maatschappij (overheid en burgers samen) wordt gedragen. Bij de economische uitvoerbaarheid gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de verwezenlijking van het plan samenhangen. Ook is in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geregeld dat in het kader van een bestemmingsplan de grondexploitatieregeling van toepassing is.
De maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan kan onder meer aangetoond worden door de bestemmingsplanprocedure op een goede manier te doorlopen. Tijdens de procedure zijn verschillende momenten opgenomen waarbij het mogelijk is een reactie op het plan te geven. Deze momenten worden hierna besproken.
Omdat hier sprake is van een herziening van al vastgesteld beleid, is op basis van de inspraakverordening geen inspraak nodig.
De aanpassing in de onderhavige herziening voorziet uitsluitend in het vervangen van de harde plancapaciteit in de toetsing aan het geldende (kwantitatieve) woningbouwbeleid dat reeds instemming heeft van de provincie. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft op 26 maart 2019 laten weten dat er ten gevolge van dit plan geen waterschapsbelangen in het geding zijn. Wel wordt aangegeven dat wanneer tot uitvoering of wijziging van het huidige bestemmingplan wordt overgegaan, contact moet worden opgenomen met het hoogheemraadschap. Reden hiertoe is dat de in 2008 vermelde uitgangspunten van het HHNK op verschillende punten zijn gewijzigd.
Het wettelijke vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is daarmee afgerond.
Het ontwerp van het bestemmingsplan “Partiële herziening bestemmingsplan Gommerwijk West-west” heeft ter inzage gelegen vanaf 2 mei 2019 tot en met 12 juni 2019 (zes weken), overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.8.1 van de Wet ruimtelijke ordening. In deze periode is een ieder in gelegenheid gesteld om door middel van een zienswijze op het plan te reageren. Tijdens de periode van terinzagelegging zijn twee zienswijzen ingediend. De zienswijzen hebben geleid tot een aanscherrping van de regeling in die zin dat het maximum aantal woningen van 700 niet mag worden overschreden.
Met inachtneming van de ingekomen zienswijzen, heeft de gemeenteraad het bestemmngsplan gewijzigd vastgesteld op 24 september 2019. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.
De aanpassing die in deze herziening worden gedaan op het bestemmingsplan Gommerwijk West-west heeft alleen betrekking op het flexibel maken van de plancapaciteit. Kostenverhaal in het algemeen en in het kader van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is daarom ook niet aan de orde.