direct naar inhoud van Artikel 27: Algemene gebruiksregels
Plan: Bedrijventerreinen Enkhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0388.BPBedrijventerrein-va01

Artikel 27: Algemene gebruiksregels

27.1. Gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
  • b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutiedoeleinden respectievelijk een seksinrichting;
  • d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • e. het gebruik van de gronden anders dan voor parkeren op eigen terrein;
  • f. het gebruik van woningen voor meer dan 1 woning, met uitzondering van de bestaande situatie;
  • g. het gebruik van bijbehorende bouwwerken bij (bedrijfs)woningen als afhankelijke woonruimte.
27.2. Afwijken van de gebruiksregels
27.2.1. Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 27.1 sub f in die zin dat in een woning ruimte wordt geboden voor de huisvesting van 4 werknemers die gezamenlijk één huishouden vormen;
  • b. het bepaalde in lid 27.1 sub f in die zin dat in een woning ruimte wordt geboden voor de huisvesting van meer dan 4 werknemers die gezamenlijk één huishouden vormen, met dien verstande dat:
    • 1. de vloeroppervlakte van de woning minimaal 120 m² dient te bedragen;
    • 2. per werknemer minimaal 20 m² extra gebruiksoppervlakte in de betreffende woning aanwezig dient te zijn;
    • 3. in totaal niet meer dan 9 werknemers per woning gehuisvest mogen worden;
  • c. het bepaalde in lid 27.1, sub g in die zin dat een deel van het hoofdgebouw dan wel een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een aan- of uitbouw tijdelijk als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt, mits:
    • 1. dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg. Om deze noodzaak aan te tonen, is een indicering van een onafhankelijke indicatieorganisatie nodig;
    • 2. mantelzorg wordt verleend aan ten hoogste 2 personen per hoofdgebouw;
    • 3. het parkeren op eigen erf plaatsvindt, dan wel in overeenstemming is met het gemeentelijk parkeerbeleid;
    • 4. binnen 6 maanden na beëindiging van de mantelzorg het gebruik van een deel van het hoofdgebouw als afhankelijke woonruimte ongedaan gemaakt wordt.
27.2.2. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de brandveiligheid;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;