Plan: | Wijzigingsplan IJsselmeerdijk 8 Warder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0385.wpIJsselmeerdijk8-vg01 |
behorende bij het Wijzigingsplan IJsselmeerdijk 8 Warder
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Wijzigingsplan IJsselmeerdijk 8 Warder' van de gemeente Edam-Volendam;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0385.wpIJsselmeerdijk8-vg01 met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bijbehorend bouwwerk, dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is.
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
bedrijven gericht op uitsluitend veehouderij- en weidebedrijven bestaande uit melk- of zoogvee-, schapen- en geiten(melk)houderijen, mits de exploitatie van deze bedrijven geheel of grotendeels gebonden is aan ter plaatse of in de nabijheid aanwezige gronden.
een bedrijf waar de agrarische bedrijfsactiviteiten geen volledige en constante bezetting van één arbeidskracht vereisen en daarnaast een ondergeschikt (hoofd)inkomen opleveren.
een bedrijf dat overwegend deelbewerking verricht ten behoeve van de agrarische productie.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw.
het percentage van het bouwvlak, of indien geen bebouwingsgrenzen zijn aangegeven, het percentage van het bestemmingsvlak, dat mag worden bebouwd met gebouwen.
het bieden door de bewoner van recreatief nachtverblijf in de vorm van logies en ontbijt in of bij een woning, waarbij in de ruimte die gebruikt wordt voor bed & breakfast geen zelfstandige kookgelegenheid aanwezig is.
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
een bijbehorend bouwwerk, in de vorm van een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een onoverdekte, al dan niet omheinde ruimte, kennelijk aangelegd en ingericht ten behoeve van de beoefening van de paardensport.
de waarden van een terrein waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden.
recreatief buitenverblijf, uitgezonderd recreatief nachtverblijf, dat in hoofdzaak gericht is op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, schaatsen, paardrijden, surfen en zwemmen.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een natuurlijk persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in een bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met uitzondering van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
tent, tentwagen, kampeerauto of (toer)caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig, of gewezen voertuig of gedeelten daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde en waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel werkzaam op de kampeerplaats waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst.
het "kleinschalig" kamperen nabij agrarische (bij)gebouwen waarbij de kampeermiddelen middels beplanting aan het oog zijn onttrokken.
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beinvloeding van de levende en niet-levende natuur.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken – voertuigen, vaartuigen, arken, toercaravans, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
hoofdgebouw:
bijgebouw:
de hoogte als voor het (hoofd)gebouw geldt of indien er sprake is van een hoogteverschil in het terrein, bijvoorbeeld talud, de door burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van het terrein, in relatie met de hoogte van de bebouwing op het naburige erf.
een grens van een bouwperceel.
een voor publiek toegankelijke besloten ruimte, hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoning van pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, bioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
van oorsprong voor agrarische doeleinden (inclusief wonen) opgericht gebouw op een vierkante plattegrond, bestaande uit één bouwlaag met pyramidaal dak, dat rust op een constructie van poeren en dwarsbalken.
een bijbehorend bouwwerk, dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de oppervlakte van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede worden verstaan keukens en slaapvertrekken. Niet meegerekend worden gangen, toiletten, bad- en doucheruimten, alsmede ingebouwde bergingen en vlieringen, die gebruikt worden als berging.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Buiten het bouwvlak mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd (met uitzondering van paardenbakken) met een bouwhoogte tot maximaal 2 meter.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde en niet zijnde werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, water en parkeren.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin - Openheid' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning als door de in lid 6.4.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden tot herstel van de waarden niet worden of niet kunnen worden verkleind.
Het verbod in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van woningen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bijgebouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
Voor het uitoefenen van een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van professionele diensten in de woning of een bijgebouw mag niet meer dan 20% van de beganegrondvloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bijgebouwen worden gebruikt, met uitzondering ter plaatse van IJsselmeerdijk 18, waar ten behoeve van het beroepsmatig verlenen van professionele diensten niet meer dan 65% van de beganegrondvloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bijgebouwen mag worden gebruikt.
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud van de aanwezige archeologische waarden.
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd die een grondoppervlakte hebben groter dan 500 m2 en dieper worden gebouwd dan 0,40 m, met uitzondering van bouwwerken binnen de bestaande bouwvlakken binnen de bestemming Agrarisch met waarden''.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere ter plaatse geldende bestemmingen, op voorwaarde dat:
Het is verboden op of in de in lid 8.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
voor zover deze de werkzaamheden over een oppervlakte plaatsvinden groter dan 500 m2 en dieper reiken dan 0,40 meter.
Het in lid 8.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing:
Een vergunning als bedoeld in lid 8.4.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering en de waterbeheersing met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Ten aanzien van de bebouwing geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 meter.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.2, uitsluitend nadat aan de waterbeheerder advies is gevraagd, voor de bouw van een afmeerlocatie in de vorm van aanlegsteigers en of overstapplaatsen ten behoeve van het gebruik van recreatieve routes.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geldt dat moet worden voldaan aan het beeldkwaliteitplan Zeevang, zoals opgenomen in Bijlage 1, en het beeldkwaliteitsplan IJsselmeerdijk 8, zoals opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels.
Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemmingen, geldt dat:
In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk mag niet eerder worden gebouwd dan nadat de dijkbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld om schriftelijk advies uit te brengen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in bepaalde in hoofdstuk 2 voor:
De afwijkingen als bedoeld in dit artikel mogen uitsluitend worden toegepast indien de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van deze gronden niet onevenredig worden aangetast.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de voorgeschreven inhoudsmaat en bouwhoogte van woningen te wijzigen, indien er een architectonisch verantwoorde stolpwoning wordt gerealiseerd met een maximum van respectievelijk 1.500 m3 inhoud en 15 meter bouwhoogte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bestemmingen en bebouwingsgrenzen te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels .
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen 'Agrarisch - Paardenfokkerij', 'Agrarisch - Tuinbouw' en 'Agrarisch met waarden' wijzigen ten behoeve van de vormverandering van het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Deze regels worden aangehaald als: regels van het Wijzigingsplan IJsselmeerdijk 8 Warder van de gemeente Edam-Volendam.