St. Nicolaashof-Gouwzee

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

10.1 Algemeen gebruiksverbod

Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

10.2 Gebruiksverbod

• a. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 10.1 wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden en/of bebouwing:
  • 1. inrichtingen die worden begrepen onder bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
  • 2. automatenhallen;
  • 3. seksinrichtingen;
  • 4. raam- resp. straatprostitutie en prostitutiebedrijven;
  • 5. horeca, niet zijnde ondersteunende horeca;
  • 6. detailhandel, niet zijnde ondersteunende detailhandel.
• b. Voor het gebruik van de gronden en bouwwerken voor ondersteunende horeca, daar waar dit in hoofdstuk 2 expliciet is geregeld, geldt dat moet worden voldaan aan de volgende criteria:
  • 1. de horeca-activiteit mag uitsluitend in samenhang met en ondersteunend aan de hoofdactiviteit plaatsvinden;
  • 2. de openingstijden van de horeca-activiteiten voor zover die gerelateerd zijn aan de maatschappelijke functie, zijn gelijk aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
  • 3. de toegang tot de horeca-activiteit is dezelfde toegang van de hoofdactiviteit; dus geen aparte ingang voor het horecagedeelte;
  • 4. de ondersteunende horecavoorziening dient alleen tijdens openingsuren van de hoofdactiviteit openbaar toegankelijk te zijn. Verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden voor regulier gebruik ten behoeve van feesten en partijen is niet toegestaan;
  • 5. ten behoeve van de ondersteunende horeca is geen terras toegestaan;
  • 6. voor de horeca-activiteit mag geen reclame worden gemaakt anders dan in het verzorgingscomplex;
  • 7. loketverkoop aan de straat van dranken en/of etenswaren of verkoop daarvan in de inrichting in open verbinding met de straat is niet toegestaan.
• c. Burgemeester en wethouders verlenen een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in lid 10.2 onder a wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

10.3 Doelmatigheidsbepaling

Burgemeester en wethouders verlenen een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in artikel 10.1 wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.