Plan: | Bedrijventerrein Julianaweg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0385.bpBtJulianawegEO-vg02 |
het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Julianaweg e.o." met identificatienummer NL.IMRO.0385.bpBtJulianawegEO-vg02 van de gemeente Edam-Volendam;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het verlenen van diensten of het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende bouwwerken past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden. Hieronder mede begrepen consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten;
de uitoefening van een (vrij) beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend, waaronder niet begrepen de uitoefening van horeca en detailhandel of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
de bepaling van de geluidsbelasting zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
open uitbouw met balustrade aan een verdieping van een gebouw;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels of in een aanduiding aangegeven percentage van een bouwvlak, of indien geen bebouwingsgrenzen zijn aangegeven het percentage van het bestemmingsvlak, dat ten hoogste bebouwd mag worden met gebouwen, tenzij in de regels anders is bepaald;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, welke ondergeschikt is aan de hoofdbestemming;
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, niet zijnde detailhandel, internetdetailhandel met beperkte consumentaantrekkende werking of internetdetailhandel met consumentaantrekkende werking;
de gezamenlijke oppervlakte van verkoopruimten, productieruimten, magazijnen, bergingen en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsvoering benodigde vloeroppervlakte;
een woning in of bij een gebouw, of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één of meer personen, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct duurzaam met de aarde is verbonden;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde een cateringbedrijf, internetdetailhandel met beperkte consumentaantrekkende werking of internetdetailhandel zonder consumentaantrekkende werking;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, niet zijnde maatschappelijke voorzieningen;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voorzover de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
periodieke en/of incidentele manifestaties, zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, shows, tentoonstellingen, thematische markten, kermissen, circussen en andere vertoningen;
een hekwerk voor een naar binnen draaiend deel, dat tot de vloer loopt, op een verdieping van een gebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren worden verstrekt voor consumptie ter plaatse en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie en conform de toegestane categorieën zoals nader omschreven in de in de bijlage bij de regels opgenomen Staat van Horeca-activiteiten;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen uitsluitend via internet waarbij sprake is van een beperkte consumentaantrekkende werking doordat in het bedrijf een afhaalpunt aanwezig is dat niet de hoofdactiviteit van de bedrijfsactiviteiten vormt en doordat er geen showroomfunctie aanwezig is;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen via internet waarbij sprake is van een consumentaantrekkende werking doordat in het bedrijf een afhaalpunt aanwezig is dat de hoofdactiviteit van de bedrijfsactiviteiten vormt maar waarbij geen showroomfunctie aanwezig is;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen uitsluitend via internet zonder dat sprake is van een consumentaantrekkende werking doordat in het bedrijf geen afhaalpunt en geen showroomfunctie aanwezig zijn;
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een afdak aan een gebouw, al dan niet ondersteund;
de hoogte van het bouwperceel ter plaatse, dan wel; de hoogte van het afgewerkte bouwperceel ter plaatse na het verlenen van een omgevingsvergunning;
voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren;
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
niet-zelfstandige detailhandel ten dienste van de bedrijfsfunctie, waarbij de detailhandel uitsluitend betrekking heeft op de verkoop van ter plaatse geproduceerde, voortgebrachte, bewerkte en/of te verhandelen goederen en diensten, en daaraan onlosmakelijk verbonden goederen en diensten;
een horeca-activiteit in een inrichting die geen (planologische) hoofdbestemming "Horeca" heeft, en waar men in het verlengde van de hoofdactiviteit als nevenactiviteit (kleine) eet- en/of (alcoholische) drinkwaren kan consumeren en men daarvoor moet betalen;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een op de grond staand bouwwerk met een dak;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch -en pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een prostitutiebedrijf of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein die als bijlage 1 van deze planregels onderdeel uitmaakt;
de Staat van Horeca-activiteiten die als bijlage 2 van deze planregels onderdeel uitmaakt;
detailhandel welke behoort tot specifieke hierna genoemde branches, die moeilijk inpasbaar zijn in de bestaande winkelgebieden vanwege brand- en explosiegevaar of de volumineuze aard en de bevoorrading van de gevoerde artikelen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
een constructie geen gebouw zijnde;
een gebouw bestaande uit een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van scheidingsmuren;
tussen het hoogste punt van het balkon- respectievelijk het dakterrashek en de bovenkant van het dak;
tussen het hoogste punt van de schoorsteen, antenne of naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen en de plaats van het dak waar dit bouwwerk is aangebracht;
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | SBI-code | activiteiten | Uit ten hoogste categorie |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 01 | 41 | Aannemersbedrijf met werkplaats: b.o. . 1.000 m² | 3.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 02 | 41 | Schilderen en glaszetten | 3.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 03 | 41 | Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw | 3.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 04 | 139 | Textielproducten overige (vervaardiging van) | 3.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 05 | 102 | Visverwerkingsbedrijf, verwerken anderszins: p.o. ,= 300 m² | 3.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 06 | 812 | Reiniging van gebouwen en transportmiddelen e.d. | 3.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 07 | 52102, 52109 | Distributiecentrum | 3.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 08 | 45204.A-45204.C | Autoplaatwerkerijen/autospuitinrichtingen | 3.2 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 09 | 310 | Meubels vervaardigen | 3.2 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 10 | 2219 | Vloerkleden en tapijt vervaardigen | 3.2 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 11 | 451 | Groothandel in vrachtauto's (incl. import) | 3.2 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 12 | 2562 | Artikelen van draad vervaardigen | 3.2 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 13 | 451 | Handel in en reparatie van auto's | 3.2 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 14 | 301 | Scheepsbouw- en reparatiebedrijf metalen schepen | 4.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 15 | 222 | Verpakkingsmiddelen van kunststof vervaardigen | 4.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 16 | 251 | Metalen constructiewerken vervaardigen | 4.1 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 17 | 102.3 | Visverwerking | 4.2 |
Specifieke vorm van bedrijventerrein - 18 | 102.1-102.6 | Visverwerking | 4.2 |
met de daarbij behorende,
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en de bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Voor de in lid 3.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 17 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd lid 3.1 onder d te wijzigen door één of meerdere aanduidingen in de regels en op de planverbeelding te schrappen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door één of meerdere aanduidingen 'ontsluiting' op de planverbeelding te schrappen, met dien verstande dat toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nadelige gevolgen mag hebben voor de ontsluiting van de omliggende bedrijfspercelen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 1' te wijzigen voor het bouwen tot een maximum hoogte van 14 m, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 2' te wijzigen door dienstverlening, zelfstandige kantoren, en/of volumineuze detailhandel toe te staan buiten respectievelijk de aanduidingen 'dienstverlening', 'kantoor' en/of 'detailhandel volumineus', mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied - 3' te wijzigen door dienstverlening in de vorm van fitnessruimtes en/of maatschappelijk in de vorm van gezondheidscentra toe te staan buiten respectievelijk de aanduidingen 'dienstverlening' en 'maatschappelijk', mits:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende,
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende,
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende,
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
De bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 meter bedragen.
De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende,
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van 7.2.1 voor het toestaan van een gebouw in de vorm van een kiosk en/of openbare toiletvoorziening, met dien verstande dat:
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarbij:
In aanvulling op het algemene gebruiksverbod in artikel 17 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik als ligplaats voor een verblijfsmiddel.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt,
met de daarbij behorende,
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Voor de in lid 9.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 9.5 voor:
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming (en) mede bestemd voor archeologisch waardevol gebied.
Op en onder de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 11.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Aan de mogelijkheid om af te wijken van de bouwregels ingevolge lid 11.3.1 kunnen regels worden verbonden tot:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, te wijzigen, in die zin dat de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie - 1’ komt te vervallen, mits uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming (en) mede bestemd voor archeologisch waardevol gebied.
Op en onder de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 12.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Aan de mogelijkheid om af te wijken van de bouwregels ingevolge lid 12.3.1 kunnen regels worden verbonden tot:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, te wijzigen, in die zin dat de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie - 2’ komt te vervallen, mits uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Landschap - Stelling van Amsterdam' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en versterken van de kernkwaliteiten van het Nationaal landschap en werelderfgoed 'De Stelling van Amsterdam' (een samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen, een groene en relatief stille ring rond Amsterdam en relatief grote openheid).
Op en onder de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten behoeve van de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen worden gebouwd, gelden de volgende bepalingen:
Een omgevingsvergunning voor bouwen ten behoeve van de in lid 12.1 bedoelde gronden of de eveneens voorkomende bestemming kan worden geweigerd indien door de bouwwerken of bouwwerkzaamheden, het belang van het Nationaal landschap en werelderfgoed 'De Stelling van Amsterdam' onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders dienen voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen ten behoeve van de in lid 12.1 bedoelde gronden of de eveneens voorkomende bestemming advies in te winnen bij de provincie.
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en omvang van bouwwerken, voor zover dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de kernkwaliteiten van het Nationaal landschap en werelderfgoed 'De Stelling van Amsterdam' (een samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen, een groene en relatief stille ring rond Amsterdam en relatief grote openheid).
De voor ‘Waterstaat - Vrije Ruimte Waterkering’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor primair vrije ruimte langs de waterkering met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, één en ander met inachtneming van de Keur van het Hoogheemraadschap en secundair voor de andere daar voorkomende bestemming(en).
Op deze gronden mogen overeenkomstig de medebestemming uitsluitend gebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits daartegen uit hoofde van de waterstaatsbelangen geen overwegende bezwaren bestaan en vooraf advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.
De voor ‘Waterstaat - Waterkering’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor primair de waterkering en de waterbeheersing met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, één en ander met inachtneming van de Keur van het Hoogheemraadschap en secundair voor de andere daar voorkomende bestemming(en).
Op deze gronden mogen overeenkomstig de medebestemming uitsluitend gebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits daartegen uit hoofde van de waterstaatsbelangen geen overwegende bezwaren bestaan en vooraf advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik, strijdig met de bestemmingen, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds is afgeweken - afwijken van de bepalingen in het plan voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.12, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening, gelijktijdig met de vaststelling van een wijzigingsplan als bedoeld in dit bestemmingsplan, een met dit besluit samenhangend besluit omtrent een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, lid 1 vast te stellen of besluiten geen exploitatieplan vast te stellen als het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of vergunning begrepen gronden anderszins verzekerd is als bedoeld in artikel 6.12 lid 2.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen afwijken van dat overgangsrecht.
Deze regels worden aangehaald als: "Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Julianaweg e.o.".