Plan: | CHW-bestemmingsplan Holland Park West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0384.BPHollandparkWest-VG01 |
het bestemmingsplan CHW-bestemmingsplan Holland Park West met identificatienummer NL.IMRO.0384.BPHollandparkWest- VG01 van de gemeente Diemen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet (Chw) en artikel 7c van het Besluit uitvoering Chw, zijnde de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit die door de bewoner(s) wordt uitgeoefend en die door zijn aard, omvang en intensiteit ondergeschikt is aan en passend is bij de woonfunctie.
een alleenstaande dan wel twee personen met of zonder kinderen, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of wensen te voeren.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.
een bedrijf, dat met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner in een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in een ondergeschikte, kortdurende, onzelfstandige toeristische verblijfsvoorziening voor uitsluitend logies en ontbijt voor maximaal vier personen.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
het 'Beeldkwaliteitplan bebouwde en onbebouwde ruimte Holland Park West en Zuid' van de gemeente Diemen, d.d. 5 maart 2018, vastgesteld op 24 april 2018 en opgenomen in Bijlage 1.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder en kap.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
de 'Duurzaamheidsnota Holland Park West' van de gemeente Diemen, d.d. 13 maart 2018, vastgesteld op 24 april 2018, geactualiseerd in 2020 en opgenomen in Bijlage 2.
een ruimte of plek waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is bemiddeld wordt in prostitutie, die op een andere plaats wordt bedreven dan waar de bemiddeling plaats vindt.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een huurwoning met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag of de rechtsopvolger hiervan, en ten hoogste een in de gemeentelijke Verordening Doelgroepen Woningbouw Diemen 2019 of diens rechtsopvolger bepaalde, jaarlijks te indexeren aanvangshuurprijs, waarbij de in deze verordening gestelde regels voor "middeldure huurwoning" van toepassing zijn.
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder.
een bouwwerk dat gedeeltelijk onder en gedeeltelijk boven het maaiveld ligt.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
de belangrijkste groenstructuur zoals bedoeld in het schetsontwerp Holland Park West en het beeldkwaliteitplan.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied (optioneel: al dan niet met baliefunctie).
een ruimte in een gebouw, die door overwegend schuine dakvlakken wordt begrensd.
een ondergronds (gedeelte van een) gebouw.
windturbines die door de relatief beperkte effecten op de omgeving (gevaar, hinder, visuele uitstraling) in de directe leefomgeving geplaatst kunnen worden.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, warmte, koude, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling (inclusief de aan deze voorzieningen bevestigde reclameobjecten).
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een prostitutiebedrijf waar het werven van klanten gebeurt door prostituees die zichtbaar zijn vanaf de weg.
het schetsontwerp Holland Park West van september 2019 opgenomen in Bijlage 3.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan een huishouden voor een aaneensluitende periode van ten minste een (1) maand en maximaal twaalf (12) maanden. Voor het overige wordt de woning als woonruimte gebruikt.
gebouwen en/of ongebouwde voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.
het 'Stedenbouwkundig programma van eisen Holland Park West' van de gemeente Diemen, d.d. 20 februari 2018, vastgesteld op 24 april 2018, geactualiseerd in 2020 en opgenomen in Bijlage 4.
bouwwerken van beperkte omvang en met een openbare functie, zoals lantaarnpalen, gevelarmaturen, abri's, telefooncellen, zitbanken, rijwielstandaards, speelwerktuigen, gedenktekens, informatiezuilen (inclusief de aan deze bouwwerken bevestigde reclameobjecten).
een bouwwerk dat volledig onder het maaiveld ligt.
de voorgevel zoals deze bij de bouw van het betrokken gebouw oorspronkelijk is gerealiseerd. Van een woning op de hoek van twee straten is slechts één gevel de voorgevel. Voor de bepaling van de voorgevel geldt in eerste instantie de naar de weg toegekeerde zijde of indien deze nog geen duidelijkheid geeft, de gevel waar de voordeur of hoofdingang van de woning is gelegen of in laatste instantie de zijde waaraan de hoofdontsluiting van het perceel is gesitueerd.
de lijn aangegeven op de verbeelding als 'gevellijn' danwel in afwezigheid daarvan in een bouwblok de denkbeeldige lijn door de voorgevel, welke lijn bij hoekwoningen wordt geacht te zijn doorgetrokken tot de zijdelingse perceelsgrens.
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, die zich met een eigen voordeur onderscheid van een ander complex van ruimten bedoeld voor bewoning.
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het bebouwingspercentage wordt berekend over het bouwperceel, binnen de bouwgrens, zoals aangeduid met het bouwvlak.
vanaf het peil verticaal tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten, van een vastgoedobject, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen volgens NEN2580.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
de totale vloeroppervlakte tussen de omsluitende wanden van de gebruiksfunctie minus de vaste obstakels van enige omvang volgens NEN2580.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren (of, bij afwezigheid van gevelvlakken, tussen de buitenzijden van het dak), neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor halfverdiepte en/of volledig verdiepte gebouwde parkeervoorzieningen als bedoeld in lid 3.2.1 onder b en c met dien verstande dat:
Ten aanzien van de speel- en pleinruimte ten behoeve van de op de naastgelegen gronden aanwezige maatschappelijke voorzieningen en de bij de bestemming behorende sport- en speelvoorzieningen, zoals bedoeld in artikel 3.1 onder f en l, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 onder a en b en toestaan dat gronden zonder de aanduiding 'speelvoorziening' gebruikt mogen worden voor speel- en pleinruimte ten behoeve van de op de naastgelegen gronden aanwezige maatschappelijke voorzieningen met dien verstande dat:
De gebouwde parkeervoorzieningen, zoals bedoeld in artikel 3.1 onder g, mogen uitsluitend worden gebouwd indien voldoende is aangetoond dat de groene inrichting, de openbare beleefbaarheid en de instandhouding van de hoofdgroenstructuur geborgd is. Bij de aanvraag omgevingsvergunning moet een inrichtingsplan ingediend worden. Daarbij moet minimaal voldaan worden aan de volgende eisen:
Burgemeester en wethouders kunnen een beleidsregel vaststellen waarin de in het sublid 3.6.2 genoemde voorwaarden voor een inrichtingsplan nader worden omschreven, ten behoeve van de bevoegdheden tot vergunningverlening, het stellen van nadere eisen en het uitoefenen van handhaving en toezicht.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in lid 4.2.2 gelden voor het bouwen van kleinschalige windturbines de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de maximum toegestaan bouwhoogte van gebouwen als bedoeld lid 4.2.1 sub c, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1, ten behoeve van het bouwen van lift- en hydrofoorinstallaties, trappenhuizen, schoorstenen, antenne-installaties, zonnepanelen, en technische installaties tot een hoogte van 3 meter boven de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte (m), met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige uitgangspunten zoals opgenomen in het schetsontwerp Holland Park West, het beeldkwaliteitplan, de duurzaamheidsnota en het stedenbouwkundig programma van eisen of diens rechtsopvolgers.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met een maatschappelijke functie mag pas worden verleend nadat middels een onderzoek naar de toepassing van gebouwgebonden maatregelen is aangetoond dat ter plaatse van de maatschappelijke functies sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Dit onderzoek dient inzicht te bieden in de toe te passen maatregelen, waarmee wordt voldaan aan het beleid hogere waarden van de gemeente Diemen en de eisen die hierin zijn gesteld met betrekking tot de maximale binnenwaarde. Dit onderzoek dient vooraf afgestemd te zijn met het bevoegd gezag. De noodzakelijke maatregelen dienen voorafgaand aan ingebruikname van de woningen getroffen te zijn.
Het gebruik zoals bedoeld in artikel 4.1 onder a is uitsluitend toegestaan als:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde in lid 7.2.2 gelden voor het bouwen van kleinschalige windturbines de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor gebouwen als bedoeld in lid 7.2.1 onder a en c met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de maximum toegestane bouwhoogte van woongebouwen als bedoeld in lid 7.2.1 sub c, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1, ten behoeve van het bouwen van lift- en hydrofoorinstallaties, trappenhuizen, schoorstenen, antenne-installaties, zonnepanelen, en technische installaties tot een hoogte van 3 meter boven de op de verbeelding aangegeven maximum bouwhoogte, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige uitgangspunten zoals opgenomen in het schetsontwerp Holland Park West, het beeldkwaliteitplan, de duurzaamheidsnota en het stedenbouwkundig programma van eisen of diens rechtsopvolgers.
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met een woonfunctie mag pas worden verleend nadat middels een onderzoek naar de toepassing van gebouwgebonden maatregelen is aangetoond dat ter plaatse van de woningen sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Dit onderzoek dient inzicht te bieden in de toe te passen maatregelen, waarmee wordt voldaan aan het beleid hogere waarden van de gemeente Diemen en de eisen die hierin zijn gesteld met betrekking tot de maximale binnenwaarde. Dit onderzoek dient vooraf afgestemd te zijn met het bevoegd gezag. De noodzakelijke maatregelen dienen voorafgaand aan ingebruikname van de woningen getroffen te zijn.
Een woning mag mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep, waarbij de volgende regels gelden:
functie | oppervlakte per vestiging (b.v.o.) | totale oppervlakte (b.v.o.) |
bedrijven | 200 m2 | 400 m2 |
dienstverlening | 200 m2 | 400 m2 |
kantoren | 200 m2 | 400 m2 |
maatschappelijke voorzieningen | 600 m2 | 1.300 m2 |
sportvoorzieningen | 300 m2 | 600 m2 |
Van de binnen het plangebied te realiseren woningen dient te worden gebouwd en in stand gehouden:
vloeroppervlakte (g.b.o.) | percentage |
25 - 45 m2 | 35% |
45- 70 m2 | 35% |
70 - 100 m2 | 30% |
In het plangebied mogen geluidwerende voorzieningen opgericht worden met dien verstande dat deze voorzieningen niet aan de bron of in het tussengebied gerealiseerd mogen worden.
De parkeernormen voor deze bestemming zijn geregeld in artikel 14.2.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de woningdifferentiatie als bedoeld in lid 7.5.3, met dien verstande dat:
De woningen zoals bedoeld in artikel 7.1 onder a mogen pas gerealiseerd worden nadat voldoende is aangetoond dat de realisatie van een duurzame waterstructuur geborgd is en deze voorgenomen realisatie is afgestemd met de waterbeheerder. Met een duurzame waterstructuur wordt bedoeld:
De vergunning voor het bouwen van de 250ste woning in het plangebied kan niet worden verleend voordat een beheer- en inrichtingsplan is ingediend om de instandhouding en kwaliteit van de inrichting van de groene ruimte, zoals de hoofdgroenstructuur, de groen ingerichte daken van de gebouwde parkeervoorzieningen, groene gevels en ander groen, te borgen. Hierin wordt aangegeven op welke wijze de instandhouding van de groene inrichting en de openbare beleefbaarheid duurzaam geborgd is.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' wijzigen en toestaan dat de totale oppervlakte van de gemengde functies als genoemd in lid 7.1 onder b en 7.5.2 mag worden vergroot tot maximaal 3.100 m2 b.v.o., met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor ondergrondse transportleidingen, uitgezonderd leidingen waarop het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing is, en zijn niet bestemd voor bovengrondse hoogspanningsverbindingen.
Voor het bouwen ten behoeve van de in lid 8.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en) geldt dat uitsluitend gebouwd mag worden voor zover:
Het is verboden op of in de gronden waarop deze bestemming betrekking heeft zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 8.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:
De in 8.3.1 bedoelde vergunning wordt alleen verleend indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden, bouwwerken en/of water:
Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - LIB 2.2.2a', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone LIB art. 2.2.2 a, zoals aangegeven in de bij deze regels behorende Bijlage 6, gelden de beperkingen met betrekking tot bebouwing en het gebruik daarvan, gesteld in artikel 2.2.2 a van het "Luchthavenindelingbesluit Schiphol".
Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - LIB 2.2.4', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone LIB art. 2.2.4, zoals aangegeven in de bij deze regels behorende Bijlage 7, gelden de beperkingen met betrekking tot bebouwing en het gebruik daarvan, gesteld in artikel 2.2.4 van het "Luchthavenindelingbesluit Schiphol".
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en werksituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en er op grond van de regels in hoofdstuk 2 niet eerder kon worden afgeweken, bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen, ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en/of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein dan wel voor zover zulks van belang is voor een inrichting van de openbare ruimte die voldoet aan de uitgangspunten uit het schetsontwerp Holland Park West, het beeldkwaliteitplan, de duurzaamheidsnota en het stedenbouwkundig programma van eisen. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 5 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de vaststelling van dit plan.
De bebouwing en de inrichting van de openbare ruimte moet voldoen aan een goede ruimtelijke inpassing. Dit betekent dat voldaan moet worden aan het vereiste zoals opgenomen in het schetsontwerp Holland Park West, het beeldkwaliteitplan, de duurzaamheidsnota en het stedenbouwkundig programma van eisen of diens rechtsopvolgers.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan CHW-bestemmingsplan Holland Park West'.