direct naar inhoud van 6.2 Planvorm
Plan: Strandgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPC12Strandgebied-VS01

6.2 Planvorm

Er zijn drie planvormen te onderscheiden:

  • 1. het gedetailleerde bestemmingsplan;
  • 2. het globale eindplan;
  • 3. het globale bestemmingsplan met uitwerkingsregels.

Het verschil tussen de eerste twee bestemmingsplannen en het globale bestemmingsplan met uitwerkingsbevoegdheden is dat de eerste twee bestemmingsplannen een basis bieden voor het verlenen van omgevingsvergunning voor het bouwen. Voor het globale bestemmingsplan met uitwerkingsregels moet eerst een uitwerkingsplan worden vastgesteld, voordat de omgevingsvergunning voor het bouwen verleend kan worden. Het komt vaak voor dat in één bestemmingsplan verschillende planvormen worden gemengd.

Het voorliggende bestemmingsplan is een gedetailleerd plan met eindbestemmingen. Dit betekent dat de bestemmingen en bebouwingsmogelijkheden gedetailleerd zijn vastgelegd en het plan rechtstreeks het gebruik toelaat.

Voor alle bebouwing die op het strand is toegestaan, binnen de bestemming 'Recreatie - Strand', is dezelfde systematiek gehanteerd. In hoofdstuk 4 is hier ook op ingegaan. De systematiek bestaat uit een bouwvlak, zoals dat ook in het vigerend bestemmingsplan was vastgelegd, met daarin een bebouwingspercentage, afkomstig uit de Kadernota Strandgebied. Aan de oost- en westzijde van het bouwvlak is een aanduiding, specifieke bouwaanduiding - afwijken, opgenomen. Deze aanduiding geldt aan beide kanten voor een zone van 10 meter diep, over de gehele breedte van het bouwvlak. Wanneer vanuit het duinbehoud en het behoud van de waterkering het noodzakelijk is, kunnen de bouwvlak in oostelijke- of westelijke richting worden verschoven, binnen de aanduiding. Het bouwoppervlak en de diepte van de bebouwing blijft hierbij wel gelijk.