Plan: | Strandgebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0383.BPC12Strandgebied-VS01 |
Op 21 juni 2010 is de Structuurvisie Noord-Holland 2040 vastgesteld. Hierin geeft de provincie Noord-Holland aan op welke manier zij de ruimte in de provincie de komende 30 jaar wil benutten en ontwikkelen. De provincie zet vooral in op compacte en goed bereikbare steden, omringd door aantrekkelijk groen.
Het uitgangspunt in de structuurvisie is om nieuwe bebouwing zoveel mogelijk te realiseren binnen het Bestaand Bebouwd Gebied (BBG). Het BBG is in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie opgenomen. In deze verordening is het beleid uit de structuurvisie in regels vastgelegd.
De structuurvisie gaat onder meer in op de kustzone van Noord-Holland. In het belang van de waterkering zijn in de verordening regels gesteld ter bescherming van de waterkering. Vastgelegd is dat geen nieuwe gebouwen in de duinen, buiten bestaand bebouwd gebied, mogen worden gebouwd, tenzij er zwaarwegende maatschappelijke belangen in het geding zijn en er geen alternatieve locatie beschikbaar is. Met het voorliggende bestemmingsplan Strandgebied wordt geen nieuwe permanente bebouwing buiten het bestaand bebouwd gebied gerealiseerd. Met het voorliggende bestemmingsplan worden alleen extra bouwmogelijkheden voor seizoensgebonden gebouwen toegestaan, plus, voor de paviljoens die het jaarrond open zijn, een kleine toename van het bouwoppervlak. Grotendeels voldoet het voorliggende bestemmingsplan aan het ruimtelijk provinciaal beleid. Voor kleine onderdelen wijkt het bestemmingsplan iets af van het provinciaal beleid. Deze extra bouwmogelijkheden zijn echter zeer beperkt in vergelijking met de huidige bouwmogelijkheden. Daarbij zijn deze besproken met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, waarbij extra voorwaarden zijn opgenomen ter bescherming van het duingebied.
Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 'Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren', vastgesteld op 16 november 2009 door Provinciale Staten, beschrijft de kaders voor waterbeheer in Noord-Holland. Binnen deze kaders treffen vooral waterschappen en gemeenten maatregelen om de burgers te beschermen tegen wateroverlast en watertekort en om de waterkwaliteit te verbeteren. De belangrijkste thema's zijn veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, grondwater en de rol van de provincie.
In het Provinciaal Waterplan wordt aangegeven wat de provincie van andere overheidsorganen, waaronder gemeenten, verwacht. Van gemeenten wordt verwacht dat zij ruimte in hun ruimtelijke plannen reserveren voor de verbetering van primaire waterkeringen en in overleg met de waterkeringbeheerders kansen voor ruimtelijke kwaliteit en andere functies op of langs de primaire waterkering creëren.
Met het voorliggende bestemmingsplan wordt aan beide verwachtingen voldaan. Aan de eerste verwachting wordt invulling gegeven doordat de bouwvlakken groter zijn gemaakt, zonder dat het gehele bouwvlak kan worden bebouwd, zodat de bebouwing oost- en westwaarts kan worden opgeschoven. Op deze manier kan de bebouwing eenvoudig worden aangepast aan de heersende omstandigheden, van duinaangroei of -afname en de wensen van het hoogheemraadschap hierin. Aan de tweede wens is met de kadernota Strandgebied, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 mei 2011, invulling gegeven. Met deze kadernota is een inventarisatie gehouden van de gewenste ontwikkeling op het strandgebied. Het resultaat van de kadernota is neergelegd in het voorliggende bestemmingsplan.
Op 14 oktober 2009 heeft het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier het 'Waterbeheersplan 2010-2015 - Van veilige dijken tot schoon water' (WBP4) vastgesteld. Het WBP4 geeft een overzicht van de doelen en maatregelen om het watersysteem in deze periode op orde te brengen en te houden. Het plan gaat in op beheer en onderhoud van dijken en watergangen, de afvalwaterzuiveringen, lozingen, uitvoeringsprogramma's en calamiteitenbestrijding.
De komende jaren worden veel dijken verstrekt langs Noordzee, Waddenzee, IJssel- en Markermeer en kades langs vaarten en kanalen. Ook wordt extra ruimte voor water gerealiseerd, worden gemalen aangepast en worden veel stuwen verbreed en geautomatiseerd. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat het werkgebied, Noord-Holland boven het Noordzeekanaal, voorbereid is op zeespiegelstijging en meer extreme regenval.
Het beleid met betrekking tot waterkeringen en ruimtelijke ordening is uitgewerkt in de themanota’s van het Beheersplan Waterkeringen 2006-2010. Hierin is opgenomen dat het hoogheemraadschap actief zal deelnemen aan het planproces van ruimtelijke plannen en dat er naar wordt gestreefd om de waterkering op de verbeelding van het bestemmingsplan op te nemen.
Met het voorliggende bestemmingsplan is de waterkering op de verbeelding opgenomen. Hier zijn regels aan gekoppeld die nieuwe bebouwing in eerste instantie verbieden. Van dit verbod kan worden afgeweken wanneer het hoogheemraadschap met de bouwplannen instemt.
In het regionale waterplan staat de watervisie en de hoofdlijnen van wat de gemeenten Bergen, Castricum, Heiloo en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier op het gebied van waterbeheer en allerlei waterfacetten van plan zijn in de periode tot en met 2016, met een doorkijk naar 2050. De hoofddoelstelling van het regionaal waterplan is het streven naar een goed functionerend, veilig en ecologisch gezond watersysteem dat aansluit bij de identiteit van het unieke landschap binnen het plangebied. Daarbij wordt gestreefd naar het vergroten van de belevingswaarde en het creëren van voldoende plaats voor natuur en recreatie.
Het waterplan gaat niet in op de veiligheid van de zeewaterkeringen.
Met het voorliggende bestemmingsplan wordt voldaan aan de doelstellingen en eisen van het provinciale en regionale beleid.