direct naar inhoud van Artikel 5 Recreatie - Strand
Plan: Strandgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPC12Strandgebied-VS01

Artikel 5 Recreatie - Strand

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Strand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' voor een seizoensgebonden strandpaviljoen ten behoeve van dagrecreatie, inclusief één bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - horeca jaarrond exploitatie' voor een jaarrond strandpaviljoen ten behoeve van dagrecreatie, inclusief één bedrijfswoning;
  • d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis1', 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis2' en 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis3' voor seizoensgebonden verblijfsrecreatie in strandhuisjes;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - medische hulppost' voor medische of maatschappelijke doeleinden ten dienste van de dagrecreatie in het zomerseizoen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'sport' voor een botenvereniging en surfvereniging en de opslag van boten in het zomerseizoen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' voor drie bedrijfswoningen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - opslag1' voor de opslag van boten in het zomerseizoen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - opslag2' voor seizoengebonden opslagdoeleinden ten dienste van een strandpaviljoen bedoeld onder b;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - technische ruimte' voor de plaatsing van benodigde apparatuur en installaties ten behoeve van strandhuisjes en/of strandpaviljoens;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - sanitaire voorzieningen' uitsluitend voor openbare (invaliden)toilet en doucheruimte;
  • l. water;
  • m. zeewering;
  • n. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, kleedruimtes en nutsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen in de vorm van strandpaviljoens, strandhuisjes, verenigingsgebouwen, een medische hulppost, sanitaire voorzieningen en technische ruimte;
  • b. seizoensgebonden strandpaviljoens uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • c. jaarrond strandpaviljoens uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - jaarrond exploitatie';
  • d. strandhuisjes uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis1', 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis2' en 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis3';
  • e. verenigingsgebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sport';
  • f. medische hulppost uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - medische hulppost';
  • g. sanitaire voorzieningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - sanitaire voorzieningen';
  • h. technische ruimte uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - technische ruimte';
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de fundering dient binnen het bouwvlak en onder peil te worden gebouwd;
  • c. de bovenkant van de begane grondvloer wordt op of onder peil gebouwd;
  • d. indien een maximale goothoogte op de verbeelding is aangegeven mag deze niet worden overschreden;
  • e. de maximale bouwhoogte aangegeven op de verbeelding mag niet worden overschreden;
  • f. indien een maximaal bebouwingspercentage op de verbeelding is aangegeven mag deze niet worden overschreden;
  • g. indien een maximale dakhelling op de verbeelding is aangegeven mag deze niet worden overschreden;
  • h. indien een maximale horizontale diepte op de verbeelding is aangegeven bedraagt de horizontale diepte van de fundering en de daarop aanwezige gebouwen en terrassen ter plaatse van deze aanduiding niet meer dan deze diepte;
  • i. de bebouwing bedraagt maximaal één bouwlaag;
  • j. dakterrassen zijn niet toegestaan.

5.2.3 Strandpaviljoen

Voor het bouwen van strandpaviljoens gelden, naast de regels als genoemd in lid 5.2.2, de volgende regels:

  • a. per strandpaviljoen, als bedoeld in lid 5.1, onder b en c, is één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat waar op de verbeelding een maximum aantal bedrijfswoningen is opgenomen, dit aantal is toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'horeca' en 'specifieke vorm van horeca - jaarrond exploitatie' mag de bouwhoogte over maximaal 5% van de bebouwing een maximum van 6 meter bedragen, ongeacht de maximale bouwhoogte zoals vermeld op de verbeelding.

5.2.4 Strandhuis

Voor het bouwen van strandhuisjes gelden, naast de regels als genoemd in lid 5.2.2, de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis1' bedraagt de diepte van de bebouwing maximaal 3 meter;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis2' bedraagt de diepte van de bebouwing maximaal 6 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis3' bedraagt de diepte van de bebouwing maximaal 6 meter;
  • d. binnen ieder bouwvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis1', 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis2' en 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis3' mogen kleedhokjes worden gebouwd, mits:
    • 1. een bouwvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis1', 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis2' of 'specifieke vorm van recreatie - strandhuis3' voor ten hoogste 8% van het bouwvlak bebouwd wordt door kleedhokjes;
    • 2. de hoogte niet meer mag bedragen dan aangegeven binnen het bouwvlak.
  • e. terrassen worden aan de west-, noord- of zuidzijde gerealiseerd;
  • f. buiten het bouwvlak zijn uitsluitend trappen aan de westzijde toegestaan.

5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. Aan een strandpaviljoen zoals bedoeld in lid 5.1, onder b en c, mag binnen danwel buiten het bouwvlak, aan de oostzijde van het strandpaviljoen, een fundering ten behoeve van opslagruimte en bevoorradingspad, vanaf de centrale strandopgang worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte van de opslagruimte en het bevoorradingspad maximaal 4 meter bedraagt, gemeten vanuit de gevel van het strandpaviljoen waaraan wordt gebouwd;
    • 2. de opslagruimte en het bevoorradingspad direct grenst aan de fundering van het strandpaviljoen;
    • 3. de hoogte van de fundering van de opslagruimte en het bevoorradingspad gelijk is aan de hoogte van de fundering van het strandpaviljoen;
    • 4. op de fundering een scherm ter afscheiding mag worden gebouwd van maximaal 2 meter hoog;
    • 5. het bevoorradingspad met fundering tevens ten oosten van andere gebouwen, niet zijnde strandpaviljoens als bedoeld in 5.1, onder b en c, mag worden gebouwd, mits dit nodig is ter ontsluiting van een strandpaviljoen naar de centrale strandopgang;
  • b. bij een strandpaviljoen zoals bedoeld in lid 5.1, onder b en c, mag buiten het bouwvlak, aan de westzijde van het strandpaviljoen binnen een zone van 7 meter vanaf de fundering van het strandpaviljoen een vlonder worden gebouwd, met dien verstande dat de vlonder een maximale hoogte heeft van 0,70 meter gemeten vanaf het maaiveld;
  • c. de breedte van de vlonder als bedoeld onder b, bedraagt minimaal 1,5 en maximaal 2 meter;
  • d. bij een strandpaviljoen zoals bedoeld in lid 5.1, onder b en c, mag buiten het bouwvlak, aan de westzijde van het strandpaviljoen binnen een zone van 7 meter vanaf de fundering van het strandpaviljoen een trap/hellingbaan worden gebouwd, waarbij de hellingsbaan een breedte heeft van maximaal 2 meter;
  • e. buiten de bouwvlakken mag, uitsluitend ten westen van de fundering van het strandpaviljoen en ten oosten van de vlonder als bedoeld onder b, strandmeubilair worden gebouwd met een hoogte van maximaal 2 meter, gemeten vanaf het maaiveld, waarbij verlichting niet is toegestaan;
  • f. buiten de bouwvlakken mogen kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen worden gebouwd met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een hoogte van ten hoogste 3 meter, gemeten vanaf het maaiveld, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen;
  • g. buiten de bouwvlakken mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een hoogte van maximaal 6 meter, gemeten vanaf het maaiveld. die noodzakelijk zijn voor de afvalinzameling en de veiligheid op het strand, met uitzondering van verlichting;
  • h. buiten de bouwvlakken mogen maximaal 10 oriëntatiepalen worden gebouwd met een maximale hoogte van 4 meter, gemeten vanaf het maaiveld;
  • i. buiten de bouwvlakken mag, op danwel nabij de duin(voet) een afrastering en/of hekwerk worden gebouwd die tot doel heeft betreding van het duingebied te voorkomen, met een hoogte van maximaal 2,00m, gemeten vanaf het maaiveld.

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijking van bouwvlakken

Indien dit noodzakelijk is vanuit het oogpunt van het duinbehoud en behoud van de waterkering, kan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – afwijken', met een omgevingsvergunning worden afgeweken van lid 5.2.2a, waarbij gebouwen buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. het totale bebouwde oppervlak niet toeneemt;
  • b. indien een maximale horizontale diepte op de verbeelding is aangegeven de horizontale diepte van de fundering ter plaatse van deze aanduiding ook nadat toepassing is gegeven aan deze afwijkingsbevoegdheid niet meer dan deze diepte bedraagt;
  • c. voorafgaand aan de afwijking advies wordt gevraagd aan de beheerder van de waterkering.

Voor het overige blijven de bepalingen in artikel 5 onverminderd van kracht.

5.3.2 Afwijken van aanduiding opslag - 1

Indien dit noodzakelijk is vanuit het oogpunt van het duinbehoud en behoud van de waterkering, kan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – afwijken', met een omgevingsvergunning worden afgeweken van lid 5.1 onder h waarbij opslag van boten buiten het aanduidingsvlak mag plaatsvinden, met dien verstande dat:

  • a. de totale oppervlakte van de opslag niet toeneemt;
  • b. indien een maximale horizontale diepte op de verbeelding is aangegeven de horizontale diepte van de opslag ter plaatse van deze aanduiding ook nadat toepassing is gegeven aan deze afwijkingsbevoegdheid niet meer dan deze diepte bedraagt;
  • c. voorafgaand aan de afwijking advies wordt gevraagd aan de beheerder van de waterkering.

Voor het overige blijven de bepalingen in artikel 5 onverminderd van kracht.

5.3.3 Afwijken ten behoeve van verlichting

Mits rekening wordt gehouden met de natuurwaarden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van artikel 5.2.5 e voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van verlichting waarbij de hoogte maximaal 1 meter bedraagt, gemeten vanaf het maaiveld.

5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Bij een strandpaviljoen zoals bedoeld in lid 5.1, onder b en c, mogen de gronden buiten het bouwvlak, aan de westzijde van het strandpaviljoen binnen een zone van 7 meter vanaf de fundering van het strandpaviljoen voor een terras in het zand worden gebruikt.
  • b. Dakterrassen bij strandpaviljoens zijn niet toegestaan.
  • c. De op de verbeelding aangegeven maximale diepte ten behoeve van de opslag zoals bepaald in artikel 5.1 onder h en i mag niet worden overschreden.
  • d. Gedurende het zomerseizoen mag de ruimte onder paviljoens gebruikt worden voor opslag ten behoeve van de paviljoens.