direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Strandgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPC12Strandgebied-VS01

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuur- en landschappelijke waarden;
  • b. extensieve dagrecreatie;
  • c. water;

met de daarbij behorende

  • d. fiets- en wandelpaden;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 1,5 meter.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Verboden uitvoering van werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het bebossen of het inplanten van houtachtige gewassen - hieronder niet begrepen cultuurgewassen - op gronden die ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het plan niet met een dergelijke vegetatie begroeid waren;
  • b. het aanleggen of verharden van wegen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 30 m2;
  • c. het vellen of rooien van houtgewas - hieronder niet begrepen cultuurgewassen - of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van het houtgewas ten gevolge kunnen hebben voor zover de Boswet, zoals deze luidde op het tijdstip van het in ontwerp ter visie leggen van het plan, niet van toepassing is;
  • d. het bodemverlagen of afgraven en ophogen, danwel het vervormen van het duinrelief;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, en telecommunicatiemiddelen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor handelsreclame;
  • g. het vergroten of verkleinen van bestaande kolken of sloten, dan wel het wijzigen van het profiel en/of het beloop van bestaande waterlopen of het graven of dempen van sloten;
  • h. het toepassen van chemische bestrijdingsmiddelen en meststoffen;
  • i. het veroorzaken van ontploffingen;
  • j. het verrichten van onderzoeks- en exploratieboringen voor de winning van delfstoffen en ander materiaal;
  • k. het aanbrengen van voorzieningen voor intensieve recreatie.

4.3.2 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 4.3.1 kan slechts worden verleend indien daardoor:

  • a. binnen het waterkeringsgebied de belangen van de zeewering niet worden aangetast;
  • b. de drinkwaterbelangen ten dienste van de openbare drinkwatervoorzieing niet worden geschaad;
  • c. de natuur-en landschappelijke waarde en de cultuurhistorische waarden van de gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterking en/of herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind.

4.3.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 4.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. worden uitgevoerd ten behoeve van de waterkering binnen het waterkeringsgebied;
  • b. op normale onderhoudswerkzaamheden van geringe omvang zijn gericht en noodzakelijk zijn voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • c. worden uitgevoerd in een beschermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet 1998 en waarvoor ingevolge artikel 16 van die wet een vergunning is vereist, dan wel handelingen die zijn voorzien in een beheerplan als bedoeld in artikel 17 van die wet;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • e. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

4.3.4 Adviezen

Alvorens te beslissen over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap omtrent de vraag of wordt voldaan aan het bepaalde in lid 4.3.2 onder a en voor zover het werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden betreft die binnen of direct grenzend aan het waterkeringsgebied zijn gelegen, tevens aan de beheerder van de waterkering.