direct naar inhoud van Artikel 17 Natuur
Plan: Buitengebied Castricum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPBuitengebied-VS02

Artikel 17 Natuur

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden;
  • b. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. agrarisch medegebruik;
  • d. extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden met dien verstande dat steigers niet zijn toegestaan.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen te worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 m.
17.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen 1,5 m;
  • b. vogeluitkijkposten 3 m;
  • c. gemaal: 5 m;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.
17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.3.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 17.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het aanleggen van hoogopgaande beplanting (vanaf 3 m);
  • b. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het ontginnen, scheuren of frezen van grasland;
  • e. het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken en taluds;
  • f. de aanleg van oeverbeschoeiing, kaden of aanlegplaatsen (steigers);
  • g. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • h. het verwijderen, kappen, rooien of beschadiging van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1, 5 m die ten tijde van de inwerkingtreding van het plan aanwezig zijn;
  • i. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • j. andere-werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
  • k. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • l. andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
17.3.2 Verlening

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - diepwortelende beplanting' wordt geen omgevingsvergunning verleend voor het aanbrengen van diepwortelende beplanting.

17.3.3 Adviesaanvraag

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijk natuur- en landschapsdeskundige.

17.3.4 Uitzondering

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.