direct naar inhoud van Artikel 15 Horeca
Plan: Buitengebied Castricum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPBuitengebied-VS02

Artikel 15 Horeca

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijven in de categorie 1 en 2 als bedoeld artikel 1.62;
  • b. maximaal één bedrijfswoning per bouwvlak met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
  • c. maximaal 30 recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van horeca dienen te worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • d. indien geen maximale goothoogte is aangegeven bedraagt deze 4,5 m;
  • e. indien geen maximale bouwhoogte is aangegeven bedraagt deze 11 m;
15.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen dienen te worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. de maximale inhoud bedraagt 650 m3 dan wel het bestaande volume indien deze groter is;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • d. indien geen goothoogte is aangegeven, bedraagt de maximale goothoogte 4,5 m;
  • e. worden verplicht afgedekt met een kap met een helling van ten minste 25° en ten hoogste 65°.
15.2.3 Recreatiewoningen

Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. recreatiewoningen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd en worden uitsluitend aaneengesloten in blokken van vier of vijf gebouwd;
  • b. de oppervlakte van de recreatiewoningen bedraagt niet meer dan 75 m2;
  • c. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 6 m;
  • d. er mogen geen vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd.
15.2.4 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal 125 m2;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 3 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,5 m.
15.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. lichtmasten 6 m;
  • b. vlaggenmasten 6,5 m;
  • c. erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel 1 m;
  • d. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel 2 m;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.
15.3 Specifieke gebruiksregels

Op de in artikel 15.1 bedoelde gronden is buitenopslag toegestaan vanaf 1 meter achter (het verlengde van de) voorgevelrooilijn.