direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Geluidzonering Boekelermeer
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0383.BPAGeluidznBoekmr-ON01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het industrieterrein Boekelermeer, gelegen in de gemeenten Alkmaar, Heiloo en Castricum, is een geluidgezoneerd terrein (industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder). Het terrein heeft een geluidzone welke in 2002 is vastgelegd.

Volgens de Wet geluidhinder dienen alle industrieterreinen waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, gezoneerd te zijn. Bedoelde inrichtingen – ook wel 'A-inrichtingen' genoemd – worden nader genoemd in het Besluit omgevingsrecht (in bijlage I, onderdeel D). Rondom deze industrieterreinen dient een geluidzone te worden vastgesteld en vastgelegd door middel van een bestemmingsplanprocedure. Buiten deze zone mag de geluidbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Met dit bestemmingsplan wordt de zone zoals vastgesteld in 2002 herzien.

Het beheren van de totale geluidbelasting van dit industrieterrein is de zorg van de gemeente. Het is voor geluid ook een wettelijke taak. Die taak houdt in het vastleggen van de maximaal beschikbare geluidsruimte in het bestemmingsplan en het bewaken van die zone met behulp van het daarbij te voegen zonebeheerplan (tevens geluidverdeelplan).

1.2 Doel

Het bestemmingsplan Geluidzonering Boekelermeer heeft een tweeledig doel:

  • Het vastleggen van de aangepaste geluidzone, wat op basis van de Wet geluidhinder dient te gebeuren.
  • De verdeling van geluidsruimte, zoals deze in het zonebeheerplan is voorgesteld, wordt in het bestemmingsplan juridisch verankerd (ruimtelijke spoor). De regeling richt zich op een evenwichtige verdeling van de totaal beschikbare geluidsruimte over de verschillende percelen c.q. bedrijven binnen het gezoneerde industrieterrein Boekelermeer. Hierbij wordt geluidsruimte gereserveerd voor nieuwe ontwikkelingen bij zowel bestaande bedrijven als nieuw te vestigen bedrijven.

1.3 Juridische aspecten

Milieurecht en ruimtelijke ordening
Het bestemmingsplan legt de geluidverkaveling uit het zonebeheerplan vast in de regels en de verbeelding. Daarmee dient het bestemmingsplan uitsluitend een ruimtelijk doel. Er wordt namelijk mee bereikt dat de tot 'industrieterrein' bestemde gronden optimaal worden benut. De geluidnormering in het plan heeft dan ook niet ten doel de kwaliteit van het milieu te beschermen. Daarvoor is het milieurecht het geëigende kader. Via de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wabo worden omwonenden beschermd tegen geluidhinder vanwege het industrieterrein. Die bescherming sluit aan bij de geluidzone, die de plaats aangeeft waar de geluidsbelasting op gevoelige functies niet meer dan 50 dB(A) mag bedragen.

De juridische status van het zonebeheerplan
De Wet geluidhinder kent aan het zonebeheerplan de status van informatiemodel toe. Het is een middel in handen van burgemeester en wethouders om gegevens bij te houden over de beschikbare geluidsruimte, het deel ervan dat al is uitgegeven en het deel ervan dat nog beschikbaar is voor nieuwe inrichtingen of uitbreiding van bestaande inrichtingen. Het zonebeheerplan is echter niet te beschouwen als een wettelijke toetsingsgrond voor de verlening van omgevingsvergunningen (ABRvS van 2 november 2011, 201008546/1/M1). Om die reden is verankering van het zonebeheer in het bestemmingsplan noodzakelijk. Geluid is immers ruimte en daarmee is het beheer van die ruimte, in termen van toedeling van geluidsruimte aan gronden, een zaak van de ruimtelijke ordening.

Geluidreductieplan 
Op 7 oktober 2019 is het geluidreductieplan Boekelermeer door de gemeente Alkmaar vastgesteld, op basis waarvan vergunningen weer kunnen worden afgegeven. Met de vaststelling van voorliggend bestemmingsplan vervalt de werking van dit Geluidreductieplan Boekelermeer.

Het bestemmingsplan als toestemmingsvereiste
Dit bestemmingsplan is straks mede het toetsingskader voor bedrijven. Artikel 2.1 lid 1 sub c. Wabo regelt namelijk dat het niet is toegestaan een project uit te voeren zonder omgevingsvergunning wanneer het gebruik in strijd is met het bestemmingsplan. Milieutoestemmingen (vergunningen dan wel geaccepteerde meldingen) kunnen er dan niet meer toe leiden dat de zone 'vol raakt', aangezien de daaraan gekoppelde bedrijfsactiviteiten niet mogen worden uitgevoerd wanneer deze in strijd zijn met de geluidzonering zoals deze in dit bestemmingsplan is opgenomen.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het in werking hebben van een inrichting wordt dan ook getoetst aan dat bestemmingsplan. Die toetsing verloopt als volgt: bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van de aanvraag wordt het beoogde gebruik van de gronden en opstallen mede betrokken. Artikel 2.7 Wabo brengt dit met zich mee. Indien vervolgens blijkt dat de milieuaanvraag tot overschrijding van de in het bestemmingsplan toegekende geluidsruimte leidt, dan is dit aan te merken als een vergunningplichtige activiteit op basis van artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo. Bij de ontvankelijkheidstoets moet dus zorgvuldig beoordeeld worden of de aanvraag compleet is. Laat de aanvrager achterwege om 'het gebruik' aan te vragen, dan kan de gemeente de aanvraag buiten behandeling stellen. Vult aanvrager de aanvraag aan met de activiteit 'gebruik', dan neemt de gemeente de aanvraag in behandeling. Vervolgens kan de aanvraag geweigerd worden wegens strijdig gebruik indien deze leidt tot overschrijding van de toegekende geluidsruimte. Ditzelfde principe geldt voor de melding. Zie artikel 8.41 a Wm.

1.4 Plangebied

Het plangebied omvat het industrieterrein Boekelermeer. Daarnaast is het omringende gebied opgenomen voor zover dit is gelegen binnen de grenzen van de nieuw vast te stellen geluidzone. Omdat het industrieterrein en de bijbehorende zone zijn gelegen in drie gemeenten, is het plangebied verdeeld over drie bestemmingsplannen met dezelfde toelichting en regels, die ieder betrekking hebben op het grondgebied van de eigen gemeente. Voor u ligt het bestemmingsplan van de gemeente Castricum.

afbeelding "i_NL.IMRO.0383.BPAGeluidznBoekmr-ON01_0001.jpg"

Plangebied

1.5 Vigerende bestemmingsplannen

Dit bestemmingsplan betreft een paraplubestemmingsplan. Dit wil zeggen dat alleen het aspect geluid wordt geregeld in dit bestemmingsplan. Daarnaast blijven de volgende bestemmingsplannen en de hierop betrekking hebbende herzieningen vigerend:

bestemmingsplan   IMRO code   gemeente   datum vaststelling  
Bedrijventerreinen   NL.IMRO.0383.BPC12Bedrijventrn-VS01   Castricum   11-4-2013  
Buitengebied Castricum   NL.IMRO.0383.BPBuitengebied-VS02   Castricum   8-10-2014  
Buitengebied Castricum, herziening regels   NL.IMRO.0383.BPBuitengebHerzreg-VS01   Castricum   11-6-2015  
Buitengebied Castricum, partiële herziening   NL.IMRO.0383.BPBuitengePartherz-VS01   Castricum   11-6-2015  
Reparatieplan Castricum   NL.IMRO.0383.BP16reparatieplan-VS01   Castricum   19-1-2017  

1.6 Leeswijzer

In Hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie met betrekking tot geluid beschreven en wordt ingegaan op de toekomstige situatie voor geluid en de verschillende besluiten en plannen die daarbij een rol spelen.

Hoofdstuk 3 gaat in op de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de regels en verbeelding van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

Het industrieterrein Boekelermeer is gelegen ten zuiden van Alkmaar. Het terrein is gelegen in de gemeente Alkmaar (noordelijk deel), de gemeente Heiloo (zuidwestelijk deel) en de gemeente Castricum (zuidoostelijk deel). Het terrein wordt onder andere omsloten door de A9/N242, het Noordhollandsch Kanaal met de naastgelegen Westdijk en de Kanaalweg.

Milieucategorieën en zoneringsplicht
In de bestemmingsplannen zoals genoemd in paragraaf 1.5 zijn de huidige planologische mogelijkheden voor bedrijvigheid op het industrieterrein vastgelegd, op basis van de VNG publicatie bedrijven en milieuzonering. Het onderstaande figuur toont de onderverdeling per ten hoogste toegestane categorie.

Op basis van deze bestemmingsplan zijn activiteiten toegestaan en aanwezig en toekomstige activiteiten toegestaan die zijn beschreven in bijlage 1, onderdeel D van het Bor). Het terrein biedt daarmee ruimte aan grote lawaaimakers. Gezien de nieuw uit te geven gronden en ontwikkelingen op het terrein is het ook wenselijk de zonering in stand te houden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0383.BPAGeluidznBoekmr-ON01_0002.png"

Ten hoogst toegestane milieucategorieën op basis van bestemmingsplanmogelijkheden.

Huidige geluidszonering
In de bestemmingsplannen Boekelermeer Noord en Boekelermeer Zuid is het akoestisch onderzoek "Akoestisch onderzoek ter bepaling van de 50 dB(A) geluidscontour rondom het bedrijventerrein "Boekelermeer" te Alkmaar, Castricum, Heiloo en Schermer" van datum 11 januari 2002 opgenomen. Op basis van dit onderzoek is de huidige geluidszone en de MTG-waarden bij de woningen in de zone vastgesteld. Daarbij zijn geluidsreserveringen vastgelegd. Zie ook Bijlage 1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0383.BPAGeluidznBoekmr-ON01_0003.png"

Zoneringskaart Boekelermeer 2002

Het industrieterrein bestaat voor een groot deel uit bestaande bedrijven met daarnaast nog nieuw uit te geven locaties (lege kavels). De bestaande bedrijven ontlenen hun huidige geluidsrechten aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluit Milieubeheer of de omgevingsvergunning milieu van de volgens WABO artikel 2.1 lid 1 vergunningplichtige bedrijven. De lege kavels krijgen een geluidsreservering op basis van de VNG-publicatie bedrijven en milieuzonering. De onderstaande figuur toont alle bedrijfslocaties, samen met de locaties die we beschouwen als lege kavels, met een onderverdeling tussen beide typen bedrijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0383.BPAGeluidznBoekmr-ON01_0004.png"

Bedrijfslocaties en lege kavels

2.2 Toekomstige situatie

Het beheer van de totale geluidbelasting van dit industrieterrein wordt uitgevoerd door de gemeente Castricum. Dit geldt ook voor het gedeelte dat in de gemeenten Castricum en Heiloo is gelegen.

Rekening houdend met de functie die Boekelermeer moet innemen en de ambities van de gemeenten, is in het onderzoek in Bijlage 1 een variant opgesteld die rekening houdt met de borging van huidige- en toekomstige ontwikkeling van bestaande bedrijfslocaties, die rekening houdt met de planologische invulling van die gebieden en die rekening houdt met een representatieve invulling van de nog beschikbare kavels op Boekelermeer. De geluidsbelasting op de omgeving vanwege deze variant vraagt om een uitbreiding van de geluidszone en om een verhoging van de grenswaarden bij woningen binnen de zone. Deze variant is inpasbaar binnen het ten hoogste toelaatbare kader

Vergroting zone
De geluidsbelasting op de omgeving vanwege deze variant vraagt om een uitbreiding van de geluidszone en om een verhoging van de grenswaarden bij woningen binnen de zone. Deze variant is inpasbaar binnen het ten hoogste toelaatbare kader. De zonegrens is zodanig gekozen dat alle woningen met een geluidsbelasting van meer dan 50 dB(A) zich binnen de zonegrens bevinden zodat de zonegrens de volledige 50 dB(A) contour omvat. De zone is weergegeven in onderstaande afbeelding, samen met de 50 dB(A) contour. De zone is ten opzichte van het voorontwerp bestemmingsplan aangepast op basis van de meest actuele onderzoeken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0383.BPAGeluidznBoekmr-ON01_0005.png"

Nieuwe zonegrens

De zone omsluit de 50 dB(A) contour met uitzondering aan de noordzijde, waar de zone is uitgebreid vanwege de daar aanwezige hoogbouw. Met deze uitbreiding bevinden zich geen woningen buiten de zone met een geluidsbelasting hoger dan 50 dB(A). Door de aanpassingen komen er in totaal 1361 nieuwe woningen binnen de geluidszone te liggen. Hierbij gaat het om twee woningen in de gemeente Heiloo. De overige woningen bevinden zich in de gemeente Alkmaar. Het gaat hierbij om 519 woningen meer dan in het voorontwerp meegenomen. Deze extra woningen bevinden zich aan de noordzijde van de zone.

Voor het functioneren van het industrieterrein met de huidige uitgangspunten is het nodig, naast de uitbreiding van de zone, ook nieuwe hogere waarden vast te stellen. Het gaat hier in totaal om 1363 woningen. Voor deze woningen moet worden aangetoond dat de hogere waarde niet leidt tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat.

In Bijlage 1 zijn de adreslocaties opgenomen met de bestaande en nieuwe Hogere Waarden per gemeente. Tegelijk met het voorliggende bestemmingsplan is door de gemeente een ontwerp besluit Hogere waarden ter inzage gelegd waarin deze adressen eveneens zijn opgenomen.

De vast te stellen hogere waarden zijn niet hoger dan de maximale waarde van 60 dB(A). De geluidbelasting neemt ten opzichte van de huidige MTG's of hogere waarden minder dan 5 dB toe.

Geluidverdeelplan
Het geluidverdeelplan heeft als doel stuurmogelijkheden te genereren voor het bevoegd gezag. Dit betekent borging van de juiste rechten, evenwichtige verdeling en het inrichten van de reserves waarmee de gemeente flexibiliteit en sturing behoudt.

Voor het inrichten van de reserves is samen met de gemeente Alkmaar een onderverdeling gemaakt van industrieterrein in deelgebieden. Voor elk deelgebied wordt een groepsreserve vastgelegd met de toekomst- en flexibiliteitsruimte beschreven in situatie 3. Het onderstaande figuur toont de gebiedsverdeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0383.BPAGeluidznBoekmr-ON01_0006.png"

Overzicht onderverdeling deelgebieden

In het geluidverdeelplan wordt naast de groepsreserves ook de geluidsrechten van bedrijfslocaties vastgelegd. Deze geluidsruimte wordt vastgelegd op basis van de deelgeluidsbelasting bij een selectie van zone- en MTG/HW punten. Hierbij zijn uiteindelijk 69 punten gekozen op basis van ligging en maatgevendheid. In het geluidverdeelplan wordt alleen de deelgeluidsbelasting van de bedrijfslocaties of nog uit te geven kavels met milieucategorie 4 of hoger vastgelegd. Dit betreft de in bovenstaande figuur aangegeven gebieden 2 t/m 5 en een deel van de gebieden in Heiloo.

Voor alle overige locaties geldt dat als er wordt voldaan aan een geluidsbelasting van 50 dB(A) op 50 meter vanaf de grens van inrichting of bij de dichtstbijzijnde woning, het bedrijf zonder beperking kan worden toegelaten.

Voor beide categorieën geldt dat als een bedrijf aanvullende geluidsruimte nodig heeft, dit onderzocht moet worden met een akoestisch onderzoek. Na afweging kan een bedrijf aanspraak maken op een deel van de groepsreserve. In het bestemmingsplan worden specifieke voorwaarden voor het geluidverdeelplan in regels

Voor een nadere toelichting op de systematiek van het zonebeheer wordt verwezen naar Bijlage 1.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitvoerbaarheidsaspecten van dit bestemmingsplan. Aangezien het bestemmingsplan alleen ziet op het aspect geluid, zijn andere milieuaspecten daarbij buiten beschouwing gelaten.

3.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In het kader van het Geluidreductieplan Boekelermeer is contact geweest met de bedrijven die zijn gevestigd op het industrieterrein. Daarnaast zijn de omwonenden geïnformeerd. In de voorontwerpfase van het bestemmingsplan zijn omwonenden uitgenodigd om te participeren. Tevens is opnieuw contact opgenomen met de bedrijven.

Ten aanzien van het wettelijk vooroverleg wordt het voorliggend ontwerp bestemmingsplan voor commentaar naar de volgende instanties gezonden:

  • Provincie Noord-Holland
  • Veiligheidsregio NHN
  • Omgevingsdienst NHN

Het voorontwerp bestemmingsplan heeft in 2021 gedurende zes weken ter inzage gelegen, waarbij inspraakreacties zijn ingediend. Deze reacties en de beantwoording ervan zijn opgenomen in Bijlage 2.

3.3 Economische uitvoerbaarheid

Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen of bouwplannen mogelijk. Met de uitvoering van dit bestemmingsplan zijn dan ook geen verdere kosten gemoeid.

 

Hoofdstuk 4 Juridische vormgeving

4.1 Algemeen

In dit onderdeel van de toelichting wordt nader ingegaan op de vormgeving van de verbeelding en de regels.

De opzet van de regels is overeenkomstig het gestelde bij en krachtens de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De regels en bijbehorende verbeelding voldoen aan de eisen conform de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012).

4.2 Planvorm

Onderhavig bestemmingsplan is een paraplubestemmingsplan. Hoewel het paraplubestemmingsplan niet als planvorm wordt genoemd, is deze (volgens vaste jurisprudentie) geaccepteerd als mogelijkheid om vigerende bestemmingsplannen op bepaalde onderdelen aan te passen terwijl de vigerende plannen in stand blijven. Bij een paraplubestemmingsplan wordt een bepaald aspect van ruimtelijk beleid in meerdere bestemmingsplannen tegelijkertijd geregeld.

In dit geval wordt voor verschillende plangebieden met een bestemming Bedrijf het geluidzonebeheer geregeld. Dit gebeurt door het toevoegen van gebiedsaanduidingen op de verbeelding en het toevoegen van een daarop van toepassing zijnde regeling.

Het voordeel van de facet-benadering is in dit geval dat het zonebeheer voor verschillende delen van het industrieterrein(die ook in verschillende bestemmingsplannen zijn opgenomen) in één plan wordt geregeld. Dit vergroot het overzicht met betrekking tot het geluidzonebeheer en zorgt voor samenhang in de beoordeling van de geluidsproductie op het industrieterrein, binnen één geluidzone.

4.3 Geluidzone- Industrie

Met dit bestemmingsplan wordt allereerst de geluidzone van 50 dB(A), zoals bedoeld in artikel 40 Wet geluidhinder, opnieuw vastgesteld voor het industrieterrein Boekelermeer van de gemeente Castricum. De geluidzone is bepalend voor het maximum geluid dat mag worden geproduceerd vanuit het industrieterrein. Omdat de zone buiten het industrieterrein ligt en een groot aantal bestemmingsplannen overlapt is het facetbestemmingsplan het geëigende middel om de zone vast te leggen.

Het bestemmingsplan regelt dat op gronden binnen deze geluidzone uitsluitend geluidgevoelige objecten worden opgericht waarvoor een hogere waarde als bedoeld in artikel 45 van de Wet Geluidhinder is vastgesteld.

4.4 Regeling Zonebeheer

Het industrieterrein is in de onderliggende bestemmingsplannen bestemd als Bedrijf. In de onderliggende bestemmingsplannen zijn alle noodzakelijke planologische regelingen opgenomen waaronder interne bedrijfszonering. De verdeling van de geluidsruimte wordt daar met dit paraplubestemmingsplan aan toegevoegd. Dit betreft dus het juridisch vastleggen van het zonebeheer.

Het bestemmingsplan stelt de vigerende planologische regelingen bij, zodat:

  • a. een doelmatige toedeling van de geluidsruimte binnen de geluidzone van het bedrijventerrein tot stand komt;
  • b. voldoende geluidsruimte aan alle bedrijven (bestaande en nog te vestigen bedrijven) wordt geboden, zonder dat daardoor een onevenredige geluidsbelasting op voor geluid gevoelige bestemmingen ontstaat.

In dit bestemmingsplan wordt dus aan bedrijven een maximum geluidsruimte toegekend die niet mag worden overschreden. De regeling kent daarnaast wel de mogelijkheid om hiervan af te wijken met een omgevingsvergunning.

Hierna wordt de regeling nader gespecificeerd aan de hand van de exacte regeling.

Begripsbepalingen
De voor het bestemmingsplan relevante begrippen zijn in de begripsbepalingen verklaard. Dit zijn met name begrippen die worden gehanteerd bij de geluidsmeting. Voor een goed begrip van de regels is het van belang te weten dat de geluidsruimte kan worden uitgedrukt als geluidimmissiewaarde (in dB(A)) en als geluidemissiekental (in dB(A)/m2).

Wijze van meten
In de wijze van meten (artikel 2) wordt toegelicht hoe de gebruikte geluidsruimte voor nieuwe bedrijven wordt bepaald.

Milieuzone - geluidsruimte 1 en 2
De geluidstoedeling is vastgelegd door op de verbeelding een onderscheid te maken in verschillende deelgebieden. Milieuzone - geluidsruimte 1 betreft het gebied met bestaande bedrijven die vallen onder de algemene regels van het activiteitenbesluit. Voor milieuzone - geluidsruimte 2 zijn immissiewaarden op de toetspunten vastgelegd in Bijlage 1 bij de regels.

Specifieke gebruiksregels
Het maken van geluid kan worden gezien als een onderdeel van het gebruik van een terrein. De beoordeling van de maximaal toegestane geluidsproductie is daarom ook opgenomen in een specifieke gebruiksbepaling (artikel 4.2.2). De beoordeling gaat uit van een getrapt model:

  • Eerst wordt bezien welke bedrijven bepalend zijn voor de geluidsproductie op het industrieterrein. Bedrijven die slechts in geringe mate geluid produceren hoeven niet in het zonebeheer te worden meegenomen. Dit betreft alle bedrijven die op grond van de algemeen geaccepteerde VNG-bedrijvenlijsten (brochure Bedrijven en milieuzonering) een afstand kleiner dan 100 m hebben wat betreft het aspect geluid. Dit zijn dus in ieder geval alle bedrijven die vallen in categorie 3.1 of lager maar daarnaast ook bedrijven in hogere categorieën waarvoor volgens deze brochure op het aspect geluid een richtafstand van 10, 30 of 50 m geldt. De bedrijvenlijsten zijn als Staat van bedrijven in Bijlage 3 bij de regels van het plan opgenomen en in de regels wordt hiernaar verwezen. Daarmee zijn de lijsten gefixeerd en onderdeel geworden van de regels.
  • Indien bedrijven wel onder het zonebeheer vallen wordt de hiervoor genoemde regeling toegepast om te beoordelen of er op een juiste wijze wat betreft de geluidsproductie gebruik wordt gemaakt van het terrein.

Overtreding van bovengenoemde regels is volgens artikel 4.2.2 sub a niet toegestaan. Alle bestaande bedrijven op de industrieterreinen zijn gecategoriseerd en vallen onder de Staat van bedrijven of zijn inmiddels door een beoordeling van het bevoegd gezag als een gelijkwaardig bedrijf als genoemd in de Staat van bedrijven aangemerkt. De mogelijkheid bestaat echter ook dat er zich nieuwe bedrijven aandienen die niet voorkomen in de Staat van bedrijven. Hiervoor is de regeling van artikel 4.2.2 sub b.2 van toepassing. De bedrijven zullen voordat zij zich vestigen door het bevoegd gezag moeten worden ingedeeld als een gelijkwaardig bedrijf.

Daarnaast is het niet hebben van een akoestische berekening (rapportage) waaruit de geluidsberekening blijkt en waarop dus getoetst wordt, niet toegestaan (artikel 4.2.2. sub b). De berekening dient gebaseerd te worden op de in artikel 2 opgenomen wijze van meten. Via artikel 4.2.2. sub c is geborgd dat voor bestaande situaties met het in werking treden van dit bestemmingsplan niet direct een akoestische rapportage verplicht wordt gesteld.

Afwijking van de gebruiksregels
Extra flexibiliteit is in de regeling opgenomen door middel van een zogenaamde afwijkingsregeling (artikel 4.2.3). Deze regeling biedt de mogelijkheid om met een omgevingsvergunning meer geluidsruimte toe te kennen aan bedrijven. Hierbij moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan en dienen diverse afwegingen te worden gemaakt. Belangrijk is dat omliggende percelen (zowel bedrijven als woningen) hierdoor niet onevenredig worden beperkt en de bedrijfseconomische noodzaak en toepassing van de best beschikbare techniek en inrichting zijn aangetoond. Bij verlening van de omgevingsvergunning dienen verder nieuwe toetsingspunten voor immissie te worden vastgesteld voor het bedrijf, waaraan in het vervolg getoetst dient te worden. De ruimte om af te wijken is vastgelegd in de groepsreservers die per gebied zijn opgenomen in bijlage 1. Wanneer wordt afgeweken,krijgen bedrijven nieuwe toetsingswaarden toegekend die in de omgevingsvergunning worden opgenomen.

Omgevingsvergunning voor het slopen
Aan de zuidzijde van het industrieterrein liggen op relatief korte afstand woningen. Bestaande gebouwen hebben een afschermende werking voor het geluid in deze gebieden. Sloop van deze gebouwen zou kunnen leiden tot een ongewenst effect op de geluidbelasting van woningen. Daarom is er in de gemeente Castricum voor gekozen om een omgevingsvergunning op te nemen voor het slopen van grotere gebouwen.