Plan: | De Skulper |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0383.BPA17Stet17Skulper-VS01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan De Skulper met identificatienummer NL.IMRO.0383.BPA17Stet17Skulper-VS01 van de gemeente Castricum;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publiekstrekkend zijn en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
Gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;
Woonruimte welke niet kan worden bewoond door een huishouden, zonder afhankelijkheid van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;
Een afwijking als bedoeld in artikel 2.12, artikel 1 sub a, onder 1° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
Een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
Professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen;
Diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie;
In rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
De aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
Kleinschalige overnachtingaccommodatie voor toeristische doeleinden gericht op een kortdurend verblijf en het serveren van ontbijt. Een Bed & Breakfast is gevestigd in een woonhuis/boerderij/bedrijfswoning of bijgebouw en is ondergeschikt aan de hoofdbestemming, en bestaat derhalve uit maximaal drie kamers (6 slaapplaatsen).. Er is geen sprake van een Bed & Breakfast bij de aanwezigheid van een zelfstandige kookgelegenheid en/of de verkoop van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse en/of overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
De grens van een bouwvlak;
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
De grens van een bouwperceel;
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
Een vorm van bedrijvigheid, bestaande uit een horecabedrijf van maximaal categorie 1, en-/of detailhandel en-/of dienstverlening en-/of een maatschappelijke functie en-/of een recreatieve functie;
Iedere boven beëindiging van een gebouw;
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
De bouwlaag op de begane grond;
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
Een kleine grondgebonden uitbouw van één bouwlaag aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw;
Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
Recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met uitzondering van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
Woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
Locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem;
Boven elkaar of nagenoeg boven elkaar gebouwde woningen;
Eén of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; de volgende categorieën horeca-instellingen worden onderscheiden:
horecacategorie 1:
horecacategorie 2:
horecacategorie 3:
De lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
Een constructie van hellende dakvlakken;
Culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, speelvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
De grens van een maatvoeringsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
Het bieden van zorg in één woning en bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, dus alleen in afhankelijke woonruimte, aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke werking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste artikel onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste artikel, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
Een detailhandel-activiteit in een inrichting die geen (planologische) hoofdbestemming detailhandel heeft, en die qua aard en omvang ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
Een horeca-activiteit in een inrichting die geen (planologische) hoofdbestemming horeca heeft, en waar men in het verlengde van de hoofdactiviteit als nevenactiviteit (kleine) eet en-/of drinkwaren kan consumeren en men daarvoor moet betalen, en die qua aard en omvang ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
Een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
Een door middel van een afscheiding van een perceel afgezonderd stuk grond ingericht en bedoeld voor het africhten en/of trainen van paarden, het uitoefenen van de paardensport;
Een door middel van een afscheiding van een perceel afgezonderd stuk grond ingericht en bedoeld voor het vrij laten loslopen van paarden meestal als uitloop van een stal;
Voor recreatiewoningen is er sprake van permanente bewoning indien betrokkene niet elders beschikt over een hoofdwoonverblijf;
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Een gebouw, geen woonkeet, geen (sta)caravan, geen bouwwerk of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
De bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
Dagrecreatieve functie, niet zijnde verblijfsrecreatie, bijvoorbeeld verhuur van kano's of een bezoekerscentrum;
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
Het afbreken of laten afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan;
Een ruimte op of aan de openbare weg of aan openbaar water, dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats, waar het toegestaan is ambulante handel uit te oefenen;
Twee woningen met de hoofdgebouwen aaneengebouwd;
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
Gedeelte van een erf dat aan de voorkant van het gebouw is gelegen;
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
Woning waarvan het hoofdgebouw niet aan het hoofdgebouw van een andere woning is gebouwd;
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Dak met twee dakschilden die aan de bovenzijde bij de nok samenkomen;
Gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windmolen;
De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de maximale breedte wordt gemeten langs de gevel die nagenoeg parallel loopt aan een denkbeeldige lijn in richting van noord naar zuid, waarbij het bouwdeel dat onderdeel uitmaakt van het aangekapte dak zoals bedoeld in artikel 4.2.1, onder f niet meetelt bij het bepalen van de maximale breedte.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, balkonhekken en overstekende daken en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bouwonderdelen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en -hoogten niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal:
a | lichtmasten | 6 m | ||||||
b | vlaggenmasten | 6,5 m | ||||||
c | speelvoorzieningen | 2 m | ||||||
d | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 2 m |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, parkeervoorzieningen, tuinen en erven.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Bijgebouwen bij het hoofdgebouw voldoen aan de volgende kenmerken:
1. | erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel | 1 m; | ||||||||||
2. | erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel | 2 m; | ||||||||||
3. | steigers | 2 m; | ||||||||||
4. | pergola's | 2,5 m; | ||||||||||
5. | vlaggenmasten | 6,5 m. |
De gronden als bedoeld in artikel 4.1 mogen slechts als woning in gebruik worden genomen en zijn indien:
De gronden als bedoeld in artikel 4.1 en voor zover voorzien van een aanduiding 'twee-aaneen' mogen slechts als woning in gebruik worden genomen en zijn indien een privacyscherm is gerealiseerd zoals weergegeven in bijlage 4 bij deze regels.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, steigers en paden/terras.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd met uitzondering van recreatiewoning met een maximale bouwhoogte van 5,5 m en een maximale oppervlakte van 32,5 m2.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan voor de (water)wegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:
a | bruggen en viaducten | 8 m | |||||
b | lichtmasten | 6 m | |||||
c | vlaggenmasten | 6,5 m | |||||
d | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4 m |
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Gebruik van ruimten binnen een woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald:
Het gebruik van gronden in dit plangebied, met uitzondering van gronden met de aanduiding 'overige zone - schoorsteen', conform de bestemming, is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - schoorsteen' is een schoorsteen (afvoerpijp) toegestaan met een hoogte van maximaal 16,5 m; ter plaatse van deze aanduiding blijft voor het overige het bestemmingsplan 'Akersloot' met identificatiecode NL.IMRO.0383.BPA10Akersloot-VS01 van kracht.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - afstand recreatie' is het bepaalde in artikel 9.2.1 lid e van het bestemmingsplan 'Akersloot' met identificatiecode NL.IMRO.0383.BPA10Akersloot-VS01 niet van toepassing; ter plaatse van deze aanduiding blijft voor het overige het bestemmingsplan 'Akersloot' met identificatiecode NL.IMRO.0383.BPA10Akersloot-VS01 van kracht.
Bij omgevingsvergunning kan, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen', worden afgeweken van:
Afwijking als bedoeld in artikel 10.1 is slechts toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen', het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 12.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 12.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'De Skulper'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 11 juli 2019.