Plan: | Oudere Dorp-Vaartweg 26 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0381.BP2012B004002-va01 |
De relatie tussen waterbeheer en ruimtelijk beleid is tot voor kort overwegend eenzijdig geweest. Het gebruik van het land heeft vele decennia lang het waterbeheer en de inrichting van het watersysteem vergaand bepaald. Het waterbeheer en de inrichting werden met technische middelen aangepast aan het gewenste grondgebruik. Als gevolg hiervan is de waterkwaliteit veelal onvoldoende, bestaat er kans op wateroverlast en/of watertekort, worden ecologische potenties niet of onvoldoende benut en is het watersysteem vaak 'onzichtbaar' geworden.
Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten hebben zich daarom uitgesproken voor duurzaam waterbeheer (Waterbeleid 21e eeuw en Nationaal bestuursakkoord water). Hoofddoelstelling is het hebben en houden van een veilig bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. Hiertoe wordt het waterneutraal principe gehanteerd. Concreet houdt dit in dat bij ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij het verharde oppervlak toeneemt en/of waarbij het waterbergend vermogen afneemt, er maatregelen worden getroffen om de negatieve effecten (wateroverlast en droogte) op te kunnen heffen. Uitgangspunt is dat dit plaatsvindt in het plangebied.
Bij de keuze van maatregelen is gekozen voor een drietrapsstrategie. Deze drietrapsstrategie krijgt een verplichtend karakter voor alle overheden:
Ten behoeve van een goed watersysteem is het essentieel dat de wateropgave niet mag worden afgewenteld op naastgelegen gebieden of de toekomst. Nieuw stedelijk gebied moet zo worden ingericht dat het waterbergende vermogen op peil blijft.
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets verplicht bij ruimtelijke plannen, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Het projectgebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Waternet voert taken uit in opdracht van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied is gelegen aan de Vaarweg aan de rand van het centrumgebied in Bussum en bestaat in de huidige situatie uit een bedrijfsruimte en een voormalig woonhuis. De gebouwen waren in gebruik als steenhouwerij.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit zandgrond. Er is sprake van grondwatertrap IV. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand op meer dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen 0,8 en 1,2 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte in het plangebied ligt op circa NAP +0,9 m.
Waterkwantiteit en -veiligheid
In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Daarnaast ligt het plangebied niet in de kern- of beschermingszone van een waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is aangesloten op een gemengd rioolstelsel.
Toekomstige situatie
Algemeen
De ontwikkeling in het plangebied bestaat uit de sloop van het bestaande bedrijfspand en de bouw van woningen. De woning wordt deels verdiept aangelegd.
Waterkwantiteit
Bij een toename in verharding dient oppervlaktewater gecompenseerd te worden. De compensatie-eis van het Waterschap Amster, Gooi en Vecht is 10% van de toename in verharding. In de huidige situatie is het plangebied geheel verhard. Bij de ontwikkeling vindt ook aanleg van groen plaats. Hierdoor neemt het verhard oppervlak af.
Door de halfverdiepte ligging zal hierdoor het bouwwerk deels in het grondwater komen te liggen. Hiervoor worden in het bouwwerk waterkerende maatregelen genomen. Het perceel is gelegen naast de Bussumervaart. Deze watergang heeft de grootste invloed op de grondwaterstand. Grondwaterproblemen door kwelstromen zijn in dit perceel dan ook niet te verwachten. De Bussumervaart heeft een drainerende werking op de grondwaterstand.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Het totale oppervlak op het terrein neemt met de ontwikkeling niet toe, het voorstel is dan ook om het regenwater conform de regels van de gemeente Bussum te laten infiltreren in de grond op eigen terrein, bijvoorbeeld door middel van infiltratiekratten.
Conclusie
Omdat het verhard oppervlak afneemt, heeft de ontwikkeling geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Vanwege de beperkte omvang van het plan, is een verbetering van het waterhuishoudkundige systeem niet mogelijk.