direct naar inhoud van Bijlage 5 Verslag veldbezoek 3 mei 2011
Plan: De Engh-Heidezicht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2012B001008-oh01

Bijlage 5 Verslag veldbezoek 3 mei 2011

Aanwezig:       Datum:   3 mei 2011  
Jacob Hansma   Gemeente Bussum        
Pam Rusman   Gemeente Bussum     Plaats:   Randweg 203  

1.   Terreinbezoek locatie project Heidezicht
Ten behoeve van project Heidezicht is kapvergunning voor 9 bomen verleend, waarvan 5 zomereiken en 4 berken.

In het kader van de Flora- en Faunawet vond er op 3 mei nader onderzoek plaats op het voorkomen van boommarters. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid en geschiktheid van bomen voor vaste nesten van vogels. Het terreinonderzoek ondersteunt de bevindingen van het onderzoek naar vleermuizen van 2010.
 
2.   Boommarter
Boommarters maken hun nest in konijnenholen, kraaiennesten, eekhoornnesten of boven op takken of in holle bomen. De opening van de holle boom moet minstens 5 cm groot zijn. Holen van groene specht en zwarte specht komen in aanmerking. Natuurlijk kiest de boommarter ook andere holen als ze maar voldoende groot zijn. In Nederland vind je de meeste boommarters met jongen in holen van zwarte specht. De boommarter lijkt hierbij een voorkeur te hebben voor holen met meerdere ingangen. Zwarte Spechten hebben vaak de nestholte in beuken. Dit heeft het gevolg dat nesten van boommarters relatief vaak in beuken zitten.
Tijdens de rondgang over het gehele her in te richten terrein zijn geen konijnenholen en sporen (konijnenkeutels) van konijnen gevonden.

Het gehele terrein wordt als hondenuitlaatplaats gebruikt. Overal in het terrein ligt hondenpoep. Het is er te onrustig voor konijnen.

Boommarters verblijven het liefst in oude beuken. De te kappen bomen zijn eiken en berken. De te kappen eiken zijn alle jonge bomen met gave 'en strakke' stammen. Dit geldt ook voor de te kappen berken. Eén berk is dood; de kop is er af; het heeft gerafelde randen; er zijn geen spechtgaten. Er zijn dus geen geschikte holen voor boommarters aanwezig.
 
3.   Vaste broednesten
In één van de eiken (nr. 2 op de tekening behorende bij de kapvergunning) is een nest van een ekster. Voor aanvang van de kap zal controle plaatsvinden op aanwezigheid van broedende eksters. De te kappen eiken zijn alle jonge bomen met gave 'en strakke' stammen, vaste nesten van broedvogels kunnen dan ook worden uitgesloten.
De betreffende boom heeft overigens vele dode uiteinden en is van slechte kwaliteit.
 
4.   Vaste vleermuizen
Grote (oude) eikenbomen kunnen verblijfplaats bieden aan vleermuizen in de vorm van oude spechtgaten, grove openingen en scheuren. De te kappen eiken zijn alle jonge bomen met gave 'en strakke' stammen.

Verder ligt het niet in de verwachting dat de eiken op het toekomstige parkeerterrein in een vliegroute liggen.