Plan: | Het Spiegel-Iepenlaan 6 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0381.BP2010B002002-oh01 |
B1.1 Beleidskader
Op basis van artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen dient de toename van het groepsrisico als gevolg van een ruimtelijk besluit te worden verantwoord. Bij de verantwoording komen aan bod:
In relatie tot de laatste twee aspecten, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid, is in het kader van de terinzagelegging advies gevraagd aan de regionale brandweer (artikel 13 lid 3 Bevi). Dit advies is uitgebracht (zie ook bijlage 7) en in onderstaande verantwoording verwerkt.
B1.2 Verantwoording
Het bestemmingsplan Iepenlaan 6 maakt de ontwikkeling van een woning mogelijk. In de huidige situatie heeft het plangebied een maatschappelijk bestemming en is een kerkgebouw aanwezig dat na vaststelling van het bestemmingsplan zal worden verbouwd tot woning. Gelet op de ligging van het plangebied in het invloedsgebied voor het groepsrisico van de spoorlijn Amersfoort-Amsterdam is een verantwoording van het groepsrisico opgesteld. Deze verantwoording is opgebouwd aan de hand van de elementen die worden onderscheiden in de beleidsnotitie 'Advisering Groepsrisico' van de Regionale Brandweer Gooi- en Vechtstreek:
Hieronder wordt ingegaan op de bovenstaande onderdelen.
Ad 1 Berekening van het groepsrisico en beoordeling hiervan ten opzichte van de oriëntatiewaarde
In 2007 is door TNO een herziening van de 'risicoanalyse spoortransport te Bussum' uitgevoerd. In deze risicoanalyse zijn berekeningen voor het groepsrisico uitgevoerd waarbij rekening is gehouden met enkele toekomstige ontwikkelingen in de omgeving van het spoor. De ontwikkeling van een enkele woning aan de Iepenlaan 6 is in deze risicoanalyse niet meegenomen maar deze ontwikkeling leidt niet tot een waarneembare toename van het groepsrisico. Andere ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied, zoals de ontwikkeling van het Bensdorpterrein, zijn wel meegenomen. Het groepsrisico is bepaald voor de huidige en toekomstige transportaantallen en voor de huidige en toekomstige bevolking. De realisatie van de overige ontwikkelingen doet het groepsrisico in de toekomst toenemen. Uit de risicoanalyse volgt dat voor het kilometervak ter hoogte van het plangebied in de huidige situatie en toekomstige situatie een overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico voorkomt. De resultaten voor het kilometervak ter hoogte van het plangebied zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 1 Groepsrisico ter plaatse van het plangebied (TNO, 2007)
Spoorlijn Amersfoort-Amsterdam Kilometervak 3 |
Maximale quotiënt ongevalsfrequentie-oriënterende waarde |
|
Huidige bevolking |
Toekomstige bevolking |
|
Transportrealisatiecijfers ProRail 2005 | 1.79 | 2.91 |
Prognose na ingebruikname Hanzelijn | - | 0.18 |
Wanneer rekening wordt gehouden met de toekomstige transportaantallen, na ingebruikname van de Hanzelijn, neemt het groepsrisico af vanwege een lagere kans op een ongeval met een warme BLEVE. Vanwege de overschrijding van de oriënterende waarde is echter een verantwoording van het groepsrisico vereist.
Ad 2 Beschrijving van het maatgevende scenario
Het maatgevende scenario betreft een zogenaamde 'warme' BLEVE. Een 'warme' BLEVE ontstaat doordat in de buurt van de wagon met brandbaar gas een brand ontstaat, bijvoorbeeld door het vrijkomen van brandbare vloeistof uit een nabijgelegen wagon. Door de warmtestraling van de brand zal de inhoud van de gaswagon opwarmen en de druk in de betreffende wagon oplopen. Wanneer de wandtemperatuur aan de bovenzijde (gaszijde) boven de 500°C komt zal de stalen tankwand verzwakken en bezwijken. Bij een continue uitstroming en een directe ontsteking ontstaat een fakkelbrand. De volledige inhoud kan ook ineen vrijkomen. Door de instantane verdamping treedt een fysische explosie op. Vaak wordt de gaswolk ontstoken en treedt ook een vuurbal op.
Ad 3 Beschrijving van de effecten van het scenario
Door de hogere druk van lpg in de tank bij het bezwijken zijn de gevolgen groter dan bij een koude BLEVE. Door direct vlamcontact of door warmtestraling op een grotere afstand van het vuur kan letsel ontstaan bij de in de nabije omgeving aanwezige personen. Tevens kunnen drukeffecten optreden. Voor alle scenario's met brandbare gassen geldt dat het letsel vrijwel onmiddellijk optreedt na het ontstaan van het ongeval. De scenario's met brandbare gassen zijn het meest relevant voor het groepsrisico, gezien de redelijk grote schadeafstand en de hoge sterftekans binnen deze afstand.
Het plangebied ligt op een afstand van circa 120 m van de spoorlijn waardoor de te ontwikkelen woning zich binnen de effectafstand bevindt voor het scenario van een warme BLEVE en ongevallen met brandbare gassen.
Ad 4 Maatregelen voor beperken van de risico's
In geval van een calamiteit aan het spoor dient het gehele bedreigd gebied snel en adequaat te worden ontvlucht. Gebouwen in het bedreigde gebied dienen te voldoen aan de daarvoor bedoelde wet- en regelgeving.
De maatregelen voor het beperken van de risico's zijn als volgt:
Ad 5 Maatregelen voor beperken van de effecten
Ad 6 Beschouwing zelfredzaamheid personen in invloedsgebied
Voor het plangebied wordt een woonbestemming opgenomen. Er is daarom geen sprake van een doelgroep van personen die niet of verminderd zelfredzaam zijn.
Ad 7 Plaatsing van ruimtelijke ontwikkeling en invloedsgebied in groter geografisch geheel
De beoogde functiewijziging van 'maatschappelijk' naar 'wonen' maakt geen onderdeel uit van een grotere ontwikkeling.
Ad 8 Nut en noodzaak van de geplande ruimtelijke ontwikkeling
De voorgenomen functiewijziging maakt een hernieuwd gebruik van een kerkgebouw mogelijk dat sinds enkele jaren niet meer in gebruik is. Met de functiewijziging blijft het historische gebouw behouden.
Ad 9 Tijdsfasering van bovengenoemde elementen
Er is geen sprake van fasering van de uitvoering van het plan. Het plan maakt enkel een functiewijziging mogelijk.
Ad 10 Beschrijving van restrisico waarin verwoord de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de risico's
Ter hoogte van het plangebied vindt in de huidige situatie, rekening houdend met overige ontwikkelingen in de omgeving, een overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico plaats. Voor de overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico van de spoorlijn binnen de gemeente Bussum is in diverse besluiten reeds een bestuurlijke verantwoording afgegeven.
Het voorliggende plan zorgt vanwege de ontwikkeling van een enkele woning niet voor een extra toename van het groepsrisico.
B1.3 Conclusie
Als gevolg van de beoogde functiewijziging is er geen sprake van een waarneembare extra toename van het groepsrisico. Uit de herziening van de risicoanalyse van TNO volgt dat ter plaatse van het plangebied in de situatie met huidige en toekomstige bevolking een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico voorkomt. Voor deze overschrijding is reeds een bestuurlijke verantwoording afgegeven. In de toekomstige situatie waarin het vervoer van gevaarlijke stoffen grotendeels over de Hanzelijn plaatsvindt, neemt het groepsrisico af tot onder de oriënterende waarde.
Als gevolg van genoemde maatregelen kan de bestrijdbaarheid van een calamiteit worden verhoogd en kunnen de effecten worden teruggedrongen. Ondanks deze maatregelen blijft de kans op een ongeval aanwezig. Dit wordt aangeduid met het restrisico. Het bevoegd gezag, de gemeente Bussum, neemt kennis van het restrisico en neemt de verantwoording voor eventuele gevolgen.